Politics.be

Politics.be (https://forum.politics.be/index.php)
-   Staatsinrichting (https://forum.politics.be/forumdisplay.php?f=17)
-   -   Geef me nu eens een goed argument om België te behouden. (https://forum.politics.be/showthread.php?t=28081)

MagereHein 18 januari 2005 17:26

Geef me nu eens een goed argument om België te behouden.
 
Ik zoek er al zolang naar op dit forum en ik heb er nog altijd geen gevonden.en ga nu niet afkomen met:we zijn al zo'n klein landje.Het is de kwaliteit niet de kwantiteit.Vlaanderen is nog altijd veel beter om in te leven dan Rusland,het grootste land ter wereld. ;-)

Vlaams-nationalist 18 januari 2005 18:19

:rofl: Verbaast het iemand dat er nog geen reaktie op gekomen is?

De rechtvaardige rechter 18 januari 2005 18:36

ik zoek er wel maar ik vind er geen, omdat er geen zijn.

Vlaams-nationalist 18 januari 2005 18:41

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door De rechtvaardige rechter
ik zoek er wel maar ik vind er geen, omdat er geen zijn.

Alle redenen staan in het boek Argumenten Pro Belgica (Constant Heigenbelangh, prof.dr. em. A. Houttebeen, baron B.E.L.G. Sirene van de Panne �* Virton en mr. J.L. Tricolore) Studie i.o. VVB/TAK.

Zeker de moeite waard om het in huis te halen.

Patriot! 18 januari 2005 21:07

Beste,

Eerst enkele kortere tekstjes, daarna een langere.

Waarom België een troef is

“Laat mij van in den beginne duidelijk zijn. Ik ben hier gekomen om U te zeggen : Neen aan het separatisme … van 1830”.
Het zijn de woorden waarmee Professor Matthias Storme zijn redevoering begon voor het Verbond van Vlaamse Oud-Strijders (VOS).
Het is namelijk de mening van Storme en de zijnen dat er in 1830 een vergissing gebeurd is. België had zich niet mogen afscheuren van het Koninkrijk der Nederlanden. België was en is immers een kunstmatige staat, die volgens het Vlaams-nationalisme enkel gewild was door een Franstalige elite, niet door de gewone man in de straat. Bovendien zou de Belgische onafhankelijkheid geleid hebben tot de marginalisering van de Nederlandse taal. De Belgische onafhankelijkheid was en is daarenboven tegennatuurlijk, want in België spreekt men niet één taal, maar drie talen. In België leeft niet één volk, maar leven minstens vier volkeren: de Vlamingen en de Walen, de Brusselaars en de Duitstalige Belgen. Bijgevolg bestaat er geen Belgisch Volk en dus ook geen Belgische Cultuur!

Conclusie van het Vlaams-nationalisme: België moet verdwijnen! In de ideale, door God gewilde staat spreekt men namelijk maar één taal, en is er immers maar één cultuur! De door God en de natuur gewilde staat kan daarom onmogelijk multicultureel of meertalig zijn!

Dit zijn, in een notendop, de gedachten waartegen deze tekst wil ingaan.

1 . De geschiedenis van de Vlaamse Beweging in de Belgische context.

In dat kader past het om te beginnen met een korte toelichting over de rol van de Vlaamse Beweging in de politieke geschiedenis van België. Het België van 1830 was een unitaire, eentalig Franse staat. Het Nederlands was nog geen officiële taal en bestond in feite slechts uit een mengelmoes van dialecten. Geleidelijk aan onstond er in het Noorden van de jonge staat een beweging die stelde dat het Nederlands evenwaardig moest worden behandeld. Dit is wat men de Vlaamse Beweging is gaan noemen. Ongetwijfeld werd deze beweging gesteund door een groot deel van de bevolking. Niettemin heeft deze beweging zéér véél weerstand ondervonden van zowat de hele politieke klasse op dat ogenblik. De Katholieke Partij die zich vandaag als super-Vlaams tracht te profileren, was dan immers, toen er nochtans nood was aan een Vlaamsgezinde partij, super-Frans! Bij de liberalen van toen, die zich vandaag Vláámse Liberalen en Democraten noemen, was het begrip voor de gerechtvaardigde Vlaamse eisen óók ver te zoeken. Wellicht is het de invoering van het algemeen stemrecht geweest die de Vlaamse zaak mee vooruit heeft geholpen. De Franstalige machthebbers, zowel die ten noorden als die ten zuiden van wat wij nu de taalgrens noemen, konden het zich dan ook niet lang meer permitteren om aan de gerechtvaardigde eisen van de Vlaamse Beweging voorbij te gaan. Het is dan ook niet toevallig dat de emancipatiestrijd van de Nederlandse taal in België hand in hand ging met de democratisering van het land.

Na een lange strijd heeft men bereikt wat men wilde: het Nederlands en het Frans zijn evenwaardige talen geworden. Men heeft België ingedeeld in vier taalgebieden: een eentalig Nederlands gebied, een eentalig Frans gebied, een Duitstalig gebied en het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. Sinds 1970 hebben de Vlaams-nationalisten zéér veel vooruitgang geboekt op het terrein, in die zin dat zij menige regering hebben kunnen dwingen tot het doorvoeren van diverse staatshervormingen. Men is niet blijven stilstaan bij de idee van gelijkheid der talen. Men is immers eigen instellingen gaan creëren voor de deelstaten. Op die manier is een regio ontstaan die men voor het eerst duidelijk kon aanduiden op de landkaart, althans in theorie, en die als vanzelfsprekend de naam “Vlaanderen” meekreeg. Die regio kreeg eigen instellingen. Zo kwam er een Vlaamse Raad, die men echter al vlug Parlement is gaan noemen. Het woord “Raad” vond men niet waardig genoeg om het orgaan dat het Vláámse volk moest vertegenwoordigen, aan te duiden. Daarnaast kwam er ook een Vlaamse Regering, en natuurlijk de bijhorende administratie. Deze instellingen zijn er niet van vandaag op morgen gekomen. Zij hebben geleidelijk aan vorm gekregen tijdens de verschillende staatshervormingen. In 1970, 1980, 1988, 1993, en voorlopig tenslotte in 2001, zijn diverse diplomatieke conferenties gevormd. Tijdens deze conferenties eisten de talrijke regeringen die ons land rijk is, niet enkel eigen instellingen op, maar ook telkens meer en meer bevoegdheden voor de eigen regio. Want wat we zelf doen, doen we beter!

2 . Van “staatshervorming” tot “staatsontbinding”.

Als er één rode draad doorheen die zondvloed van staatshervormingen loopt, dan is het wel deze: België wordt beetje bij beetje verder ontbonden. Zo zou men ertoe komen om het begrip “staatshervorming” in ons land te gaan beschouwen als synoniem van “staatsontbinding”.
Keer op keer werd de federale staat immers verder uitgekleed. Minder België en méér Vlaanderen was telkens het resultaat. De Vlaamse Beweging was en is nog altijd één van de belangrijkste motoren achter deze “ staatsontbindingen ”.

Maar de politieke realiteit is ten opzichte van de vorige eeuw enorm veranderd. Vandaag kan immers geen enkel politicus of activist die zichzelf ernstig wil noemen, beweren dat Vlaanderen onderdrukt wordt door “ het Franse juk ”. Wie in België Nederlands praat is evenwaardig geworden aan een Franstalige, en heeft evenveel rechten, of in vele opzichten zelfs méér rechten ! Want wie in Vlaanderen woont zal geen kijk- en luistergeld meer moeten betalen. De zorgverzekering wordt in de eerste plaats in Vlaanderen én voor Vlamingen georganiseerd. Wie in Vlaanderen zijn loopbaan tijdelijk wenst te onderbreken, krijgt daar straks méér premie voor dan wie dat in Wallonië zal doen. Zo bepaalt de taal dus hoeveel rechten je krijgt.

De stelling dat Vlamingen in België onderdrukt worden door de Franstaligen, klopt dus niet meer. Een neutraal waarnemer zou misschien zelfs eerder van het omgekeerde durven spreken. Die stelling kan dus ook niet langer verklaren waarom de politici België almaar verder uitkleden. Er moet dus een andere motivatie achter die vloedgolf van staatsontbindingen zitten. Maar welke ?

De vraag naar het waarom is een vraag waarop men geen antwoord lijkt te krijgen, wanneer men de politieke onderhandelaars hoort spreken. Zelfs wanneer men de kranten afspeurt, vindt men nauwelijks iets wat die vraag zou kunnen beantwoorden. Het meest recente voorbeeld van een reeks ongemotiveerde splitsingen van bevoegdheden zijn zonder enige twijfel de Lambermontakkoorden . Bij deze akkoorden werden onder meer gesplitst : de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel, de Ontwikkelingssamenwerking voor wat betreft de Vlaamse bevoegdheden, de Landbouw en een deel van de fiscaliteit. Nooit heeft men één politicus van tevoren horen zeggen dat de strategie van Vlamingen en Walen te zeer van elkaar verschilde inzake Landbouw, Ontwikkelingssamenwerking, of Buitenlandse Handel om deze bevoegdheden federaal te houden. Daar waar aan vorige staatsontbindingen nog een “ crisis der instellingen ” voorafging, was deze hier totaal afwezig ! Sterker nog, de personen “ te velde ”, zoals men dat zegt, hebben tegen elk van deze splitsingen heftig geprotesteerd ! Ik heb het dan over de Boerenbond, de NGO’s, de Belgische exporterende bedrijven. Maar ook dát heeft niet mogen baten. Het politieke akkoord was immers al gesloten, niet in de openbaarheid van het Parlement, waar in een democratie normaal het zwaartepunt van de besluitvorming zou moeten liggen, maar achter de gesloten deuren van een intergouvernementele, diplomatieke conferentie, ver weg van de burgers. Niemand heeft zich ooit de moeite getroost om aan te tonen dat de gedane splitsingen noodzakelijk waren om een goede werking van de instellingen te verzekeren. Men moest dit ook niet doen, aangezien de diplomatieke conferenties, waarin de Lambermontakkoorden zijn gesloten, aan geen enkele democratische vergadering verantwoording verschuldigd waren! Deze diplomatieke conferenties zijn niet ten val te brengen. De kiezer heeft er in geen enkel opzicht rechtstreekse invloed op. Vandáár dat de politici dus niets hoeven te vrezen. De diplomaten van onze politiek zijn werkelijk “ incontournable ” geworden. Vandaar ook dat zij zich nooit de moeite getroost hebben om in interviews aan de bevolking uit te leggen waaróm nu al deze nieuwe splitsingen noodzakelijk waren. Misschien hebben zij dit ook wel vermeden omdat hun achterban te zeer verdeeld was over de materie ?

3 . De motivatie ?

Aangezien noch de politici, noch de media de mondige burger van dit land kunnen of willen uitleggen waarom men zijn land aan het afbreken is, is men genoodzaakt om zélf naar mogelijke verklaringen en motivaties te zoeken.

3.1 . De wil van het volk ?

De eerste gezonde reflex van elke democraat zou zijn om te stellen dat het de wil van de bevolking is dat er méér Vlaanderen komt en minder België. In een ware democratie worden de politici immers geacht de wil van het volk te vertolken.

Welnu, er zijn in België én in Vlaanderen de laatste decennia tal van opiniepeilingen verschenen waaruit bleek én blijkt dat slechts een uiterst kleine minderheid van de Belgen, ja zelfs een uiterst kleine minderheid van de Vlamingen, gewonnen is voor separatisme. Enkele van deze cijfers wil ik U vanavond meegeven. Een eerste cijfer haal ik uit het boek “ Nationalisme in België ” van Kas Deprez en Louis Vos, dat in 1999 verscheen bij uitgeverij Houtekiet. Dit boek publiceert de resultaten van een opiniepeiling uit 1995 waaruit bleek dat slechts 3,6 % van de Vlamingen zich uitsluitend Vlaming voelt. Dit boek staat boven elke verdenking van partijdigheid ten voordele van het behoud van de Belgische staat, aangezien het werd gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap zelf. In het boek maakt men de vergelijking met cijfers uit een gelijkaardig onderzoek uit 1991 om tot het besluit te komen dat het aantal Belgischgezinden effectief is toegenomen!
Een tweede cijfer komt uit een pas verschenen onderzoek van het ISPO, wat staat voor het Interuniversitair Steunpunt voor Politieke Opinie-onderzoek. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de VRT en De Finacieel Economische Tijd en peilde naar de motieven van de kiezer uit 1999 om voor een bepaalde politieke partij te kiezen. Uit het onderzoek blijkt dat voor de Vlaamse kiezer het volksnationalisme überhaupt géén rol speelt bij zijn of haar partijkeuze. Slechts 1,5% van de Vlamingen laat zich leiden door het Vlaams-nationalisme in zijn of haar kiesgedrag. Het valt op dat dit bijzonder weinig is.

Het Vlaams-nationalisme zit uiteraard bijzonder verveeld met deze cijfers. Het waarheidsgehalte van de gehouden opiniepeilingen wordt aangevallen, want de cijfers zijn “ gemanipuleerd ” en “ onbetrouwbaar ”.
Allicht zal er een foutenmarge in acht genomen moeten worden en kan men aannemen dat de peilingen er enkele procenten naast zitten. Maar zelfs áls men zou aannemen dat dit zo is, dan nóg blijkt dat er maar bijzonder weinig Vlamingen zijn die vijandig staan tegenover België.

Voor de democratische politicus of activist kan de wil van het volk bijgevolg allerminst een motivatie zijn om België verder af te breken. Zelfs de meest radicale flamingant kan niet anders dan toegeven dat zijn gedachtegoed niet gedragen wordt door zijn eigen “ Vlaamsche volk ”! Toch houdt de afbraak van België aan. De zondvloed van staatshervormingen lijkt nog niet voorbij. Zopas hebben we met de Lambermontakkoorden een reeks splitsingen achter de rug en niets wijst erop dat dit de laatste zullen zijn, integendeel. Hoe kan dit ? ? ?

Wel, in België zit al wie tegen een verdere staatshervorming is met een groot probleem. Want voor welke partij moet men stemmen indien men duidelijk wil te kennen geven dat België moet blijven bestaan ? Geen enkele partij in België verdedigt nog met animo de Belgische, meertalige democratie. De kiezer heeft slechts de keuze tussen partijen die België wensen af te breken en partijen voor wie de afbraak van België geen prioriteit is. Maar geen enkele partij stemt tegen een verdere staatshervorming omdat zij vindt dat die te ver gaat ! In ons land stemt men enkel tegen een verdere afbraak van de staat omdat die niet ver genoeg gaat ! Dat er in ons land separatisten zijn is normaal, dat er daartegen geen politieke oppositie bestaat is volkomen abnormaal ! Maar onze partijstructuren zitten zodanig in elkaar dat partijen niet anders kunnen dan het belang van Vlaanderen te verdedigen en de vermeende verschillen met “ de Walen ” op te blazen tot onoverbrugbare kloven. Er zijn in België namelijk geen federale partijen meer. Alle partijen zijn gesplitst in een Vlaamse en een Waalse vleugel die in sommige gevallen niets meer met elkaar gemeen hebben of willen hebben. Het is immers te verwachten dat een Vlaamse partij enkel of vooral de belangen van haar eigen regio zal verdedigen. Het gebrek aan federale partijen maakt dan ook dat er geen partijen meer bestaan die het gemeenschappelijk Belgisch belang verdedigen. Aldus zit men met een democratisch deficit van formaat ! Al wie een duidelijke “ Belgische ” stem wil geven tijdens de verkiezingen, wordt immers de mond gesnoerd. Het feit dat er geen Belgische partijen meer zijn verklaart waarom de politici het zich kunnen permitteren om de wil van de bevolking aangaande de Belgische Kwestie compleet, maar dan ook compleet te negeren. De Belgischgezinde kiezer staat volledig machteloos tegenover een politieke elite die hij niet ter verantwoording kan roepen.

3.2 . Emotionele versus rationele redenen

Een andere stelling is dat het Vlaams-nationalisme eerder een kwestie van emotie is dan van rationaliteit. Vlaams-nationalisten keren zich op een niet rationeel te verantwoorden manier tegen alles waar het adjectief “ Belgisch ” in voorkomt. Er zijn tal van voorbeelden uit de politieke praktijk waarvan hieronder een selectie aangeboden wordt.

Neem bijvoorbeeld de uitspraak van Lionel Vandenberghe, de voorzitter van het Ijzerbedevaartcomité in La Libre Belgique ter gelegenheid van de jaarlijkse Ijzerbedevaart dit jaar. Vandenberghe zei dat, moest hij minister van Sport zijn, dat hij dan de splitsing van de Rode Duivels zou vragen ! De voormalige VU-minister van Sport, Johan Sauwens maakte er geen geheim van dat hij aanstuurde op de splitsing van de Belgische Voetbalbond. Alleen is het hem nog niet gelukt, omdat hij nog niet genoeg geld kon aanbieden! U moet goed weten dat subsidies vanuit de Vláámse Regering hét lokmiddel bij uitstek zijn, waarmee Sauwens al verschillende nationale sportbonden heeft kunnen doen verdwijnen. Zijn opvolger, Bert Anciaux, is er nu dubbel zo hard zijn werk van aan het maken.
Het zal U duidelijk zijn dat de enige reden waarom de nationale sportbonden en de Rode Duivels volgens sommigen moeten gesplitst worden, de haat is tegen België en alles wat de Belgen verenigt ! Men probeert niettemin om hiervoor een rationeel aandoende argumentatie naar voren te brengen. Deze luidt dan als volgt, en ik citeer voormalig minister Sauwens : “ De sportbonden moeten zich aanpassen aan de staatkundige logica volgens dewelke ons land geëvolueerd is. ” Dit is hetzelfde als zeggen dat wij niet meer voor de Rode Duivels mogen supporteren omdat België in hoge mate gefederaliseerd is. Dit is óók hetzelfde als zeggen dat de nationale sportbonden moeten gesplitst worden omdat er al zovéél gesplitst is.

Een andere beslissing, die de emoties waarop heel de nationalistische logica gebouwd is, duidelijk aan het licht brengt, is de beslissing om in Vlaanderen alle verkeerspalen zwart-geel te verven. Dit toont aan dat vele nationalisten eerder begaan zijn met de kleuren van de Vlaamse vlag, dan met wat zij plegen “ goed bestuur ” te noemen, het toverwoord dat alle splitsingen moet rechtvaardigen.

Wat terloops óók in de media kwam, is de splitsing van de Nationale Plantentuin te Meise.
In andere landen zou hiermee door journalisten en politici de draak worden gestoken. Politici die zulks zouden voorstellen, zouden politieke zelfmoord begaan en het vermogen verliezen om ooit nog au sérieu genomen te worden. In België is al wie hier kritiek op levert, d’office een oubollige Belgicist!

Een ander voorbeeld is de eis van de Vlaamse Beweging voor een splitsing van het internet. Het “.be” stoort hen uiteraard, want staat symbool voor België. Wat heeft een splitsing van het internet te maken met een goed bestuur? Waar zit hier de rationele argumentatie?

Hier en daar poogt men weliswaar om via ingewikkelde, wetenschappelijke termen te verantwoorden waaróm men vindt dat bepaalde zaken gecommunautariseerd moeten worden. Dit komt onder méér tot uiting via de term “ homogene bevoegdheidspakketten ” . Om hier een voorbeeld van te geven, kan verwezen worden naar het werkloosheid- en tewerkstellingsbeleid. Het tewerkstellingsbeleid, de arbeidsbemiddeling is Vlaams, de werkloosheid is Belgisch. Sommigen vinden dat op z�*ch reden genoeg om het hele zootje te splitsen en dus Vlaams te maken. Dit komt erop neer dat men de ene materie splitst omdat er in het verleden ook al een andere werd gesplitst. Een echte reden wordt in feite niet gegeven.

Een ander toverwoord dat vaak gehanteerd wordt door separatisten is het “ subsidiariteitsbeginsel ”. Dit beginsel wordt dan spontaan gedefinieerd als zeggende dat alle bevoegdheden op het laagste niveau moeten worden uitgeoefend. Het feit dat men een louter theoretisch beginsel, dat dan bovendien nog verkeerd wordt ingevuld ook, jarenlang heeft kunnen gebruiken om Vlamingen en Walen uiteen te drijven, is op zijn minst opmerkelijk. Op Europees niveau, waar men dit beginsel voor het eerst verwoordde, bestaat tot op de dag van vandaag onenigheid over de betekenis ervan. Naar ons oordeel zegt het subsidiariteitsbeginsel niet dat alle bevoegdheden op het laagste niveau moeten worden uitgeoefend, maar wel dat elke bevoegdheid moet worden uitgeoefend op het niveau dat daar het beste voor geschikt is, of dit nu een hoger of een lager niveau is.

Aldus werden de lezer een aantal trucs aan de hand gedaan om de nationalistische logica in de actualiteit te ontmaskeren. De lezer wordt hierbij uitgenodigd om de proef op de som te nemen.

3.3 . Cultuurverschillen ?

Een veel gehoord argument voor een totale afbraak van België is dat de cultuurverschillen tussen Vlamingen en Walen te groot zouden zijn om nog samen in één land te leven. Ook dit is niet meer dan een schaamlapje waarachter pure, volksnationalistische motieven verborgen worden.

Ten eerste, hoe kunnen de Vlamingen nu beweren dat zij niet meer met de Walen willen besturen omdat zij er teveel van verschillen, wanneer diezelfde Vlamingen zich op het Europese niveau bereid verklaren om met Grieken, Spanjaarden, Italianen, Duitsers en Fransen rond de tafel te gaan zitten ?

Ten tweede, is het niet aan ons om het bestaan van bepaalde verschillen te ontkennen. Dat zou het verloochenen van de werkelijkheid zijn. Máár, … niet enkel tussen Vlamingen en Walen bestaan er verschillen. Ook tussen Limburgers en Antwerpenaren bestaan die. Ook tussen mensen die in een stad wonen en mensen die op het platte land wonen. Alleen worden deze verschillen niet “ gepolitiseerd ”. Het is toch ook niet omdat de mentaliteit van werkgevers en werknemers ver uiteenloopt, dat er geen bedrijven meer worden opgericht, of dat alle bestaande bedrijven uiteenvallen, zoals sommigen zeggen dat ook België zal uiteenvallen?

Ten derde, is het onze stelling, te ontkrachten door onze tegenstrevers, dat men op gelijk welk ogenblik op gelijk welke plaats in gelijk welk land een grens kan trekken die dat land in twee deelt, om dan na verloop van tijd te gaan constateren dat er tussen beide landsdelen opmerkelijke verschillen bestaan. Het zou immers bijzonder toevallig zijn dat men telkens op een verhouding 50%-50% uitkomt ! Dit is ook in België niet anders, alleen spreekt men bij ons van een “ kloof tussen noord en zuid ” vanaf het ogenblik waarop men een verhouding 60%-40% krijgt !

Ten vierde, is er geen absolute waarheid die zegt dat, als beide landsdelen op dit of op dat punt zus of zo van elkaar verschillen, er een onoverkomelijke onmogelijkheid tot samenleven ontstaat. Nationalisten zullen het nochtans als zodanig voorstellen.

Ten vijfde, moet men opletten met de vaststelling van deze “ vermeende ” verschillen. Immers, nationalisten zijn mensen die zich als doel hebben gesteld dat België moet verdwijnen om plaats te maken voor een onafhankelijke, soevereine, Vlaamse staat. Dit is dus voor hen een doel op zich. Welnu, mensen die zich de ondergang van België tot doel hebben gemaakt, zullen er niet voor terugdeinzen om bepaalde verschillen, desnoods op kunstmatige wijze, te genereren, of toch op zijn minst uit te vergroten. Een voorbeeld daarvan kan gevonden worden in de teksten van welbepaalde, Vlaamsgezinde juristen. Sommige van hen vinden namelijk dat de opvattingen over bepaalde rechtsprincipes in noord en zuid zodanig uit elkaar lopen, dat Justitie gesplitst moet worden. Zij “ constateren ” namelijk dat men in Vlaanderen veel dichter aanleunt bij Nederlandse opvattingen, daar waar men in Wallonië Frankrijk als voorbeeld neemt. Als je dan een separatistische jurist bent, wordt de verleiding dan ook bijzonder groot om voortaan enkel nog naar Nederlandse literatuur te verwijzen, en de Franstalige te negeren, of om het er oneens mee te zijn om die en die reden. Aldus worden, en niet enkel in de juridische sfeer, de verschillen tussen Vlamingen en Walen door sommigen bewust uitvergroot of zelfs gegenereerd.

3.4 . Vlaamse machtshonger

Niet alleen de kleine minderheid van nationalisten bespoedigt de opdeling van ons land. Daar zouden zij immers op zichzelf niet sterk genoeg voor zijn. Deze minderheid wordt geholpen door de traditionele partijen, die allen al een hele tijd geleden opgesplitst zijn in Vlaamse en Waalse partijen. Zoals eerder al gezegd is het precies om die reden dat er zo lauw gereageerd wordt op de nationalistische eisen en dat deze eisen zelfs grotendeels ingewilligd worden, niettegenstaande een bevolking die het liever anders zou zien !


4 . Slot

Met voorgaande opmerking in het achterhoofd, kan men keer op keer de nationalistische logica, en de verschillende vormen waaronder zij zich uit, ontmaskeren. Het moge duidelijk zijn dat er volstrekt geen rationele gronden bestaan die het verdwijnen van de Belgische democratie onvermijdelijk zouden maken.

Wij leven in een tijd waarin de Europese gedachte steeds meer vorm krijgt. Op dit ogenblik betaalt men in Spanje en in Duitsland met hetzelfde geld. De Europese idee is in beginsel ontstaan vanuit de verschrikkingen van de voorbije wereldoorlogen, en hield in dat er over taal- en landsgrenzen heen zou worden samengewerkt, om nieuwe conflicten te vermijden. Na de Tweede Wereldoorlog was eenieder het erover eens dat dezelfde volkeren, die voorheen uit nationalistische motieven tegen elkaar werden opgezet, voortaan met elkaar aan tafel moesten zitten en hun nationale belangen deels terzijde moesten schuiven.

Het zal geen toeval zijn dat België, een land dat zelf uit meerdere taalgebieden en volkeren bestaat, één van de grootste motoren is geweest achter de Europese eenmaking. Die Europese eenmaking is nog verre van ideaal. Er moeten nog verschillende initiatieven genomen worden. Aan het democratisch deficit binnen de Unie moet nog iets gedaan worden. In het kader daarvan heeft ons land een grote rol te spelen. Als België morgen echter verdrinkt in een nationalistisch moeras, dan is die rol niet alleen voltooid verleden tijd, maar dan zullen wij ons bovendien weer eens onsterfelijk belachelijk gemaakt hebben. Premier Verhofstadt, die in het buitenland met ons land pronkt omdat het een voorbeeld is voor het samenleven van verschillende culturen binnen Europa, mag niet uit het oog verliezen tegen welke binnenlandse problemen hij moet optornen. Het zou niet méér dan consequent van hem zijn, mocht hij de idealen die hij naar buiten toe verkondigt, in eigen land wat meer in de praktijk omzetten. Daarbij volstaat het niet om het Vlaams Blok in het verdomhoekje te duwen. Ook de op haat gebouwde ideologie van deze partij moet in al zijn facetten actief bestreden worden door redelijke argumenten, nu, nu het nog kan.

Kiezen de Belgische politici voor separatisme, dan is dat hun goed recht. Maar dan is het het recht van elke burger om dat te weten. Aan sluikseparatisme, onder de benaming “confederalisme”, heeft onze Belgische democratie geen boodschap.
Kiezen de Belgische politici voor separatisme, dan moeten zij ook weten dat zij tegen Europa kiezen en dat hun rol op dat niveau uitgespeeld is.

Kiezen onze politici voor separatisme, dan moeten zij weten dat zij kiezen voor een ideologie die op voet van gelijkheid staat met racisme. Het gaat immers niet op te zeggen dat men niet solidair meer wil zijn met de mensen in Wallonië, maar wel tegenover “andere” vreemdelingen. Als men het eigen volk superieur vindt, dan geldt dit niet enkel tegenover één enkel ander volk, de Walen (in de mate dat men aanneemt dat dit echt een ander volk is), maar tegenover alle andere volkeren. Zowel racisme als nationalisme zijn gebaseerd op dit superioriteitsgevoel. Racisme zowel als nationalisme is tegelijk inclusief (wij, Vlamingen), als exclusief (jullie, vreemdelingen).

Het onderdrukken van het nationaal-egoïstische denken is een mogelijkheidsvoorwaarde voor het voortbestaan van ons land. Daarom is België een troef, omdat het bestaan van België een doorn in het oog is van racisten en nationalisten. Omdat het voortbestaan van België het tegenbewijs is van de stelling dat verschillende volkeren en culturen niet met elkaar in één land kunnen samenleven.

Er rust een uiterst zware verantwoordelijkheid op onze politici.

Tony Van de Calseyde,

Voorzitter B Plus - Antwerpen

Sire, er zijn wel degelijk Belgen!

Is de communautaire kwestie een zaak van het volk of een zaak van politici en media? Deze vraag heb ik mijzelf al vaak gesteld en volgens mij lijkt dat laatste te kloppen.

Dat er politiek mee gemoeid is, is duidelijk. Van de Waalse kant zijn er hier en daar figuren die bijzonder in de kijker lopen omdat ze het gewoon vertikken om Nederlands te spreken, en het leren doen de meesten ook al niet. Vele Waalse kranten beweren met aanmoediging van enkele politici dat de gemiddelde Vlaming nogal een fascistisch profiel heeft. Ik zie de logica hiervan niet in. Akkoord, bij de jongste gemeenteraadsverkiezingen kon het Vlaams Blok nog maar eens doorbreken, maar veralgemening is op alle vlak uit den boze. Onlangs nog beweerden enkele Waalse politici in zo’n kranten dat de ‘affaire Delphine’ een complot was van de Vlamingen tegen het koningshuis en dus ook tegen België, want de koning zou de lijm zijn die de gemeenschappen bijeenhoudt. Dit ‘complot’ zou dus bedoeld zijn om Vlaanderen in 2002 onafhankelijk te maken. Dit is klinkklare onzin: ondanks flaters zoals het toekennen van een eredoctoraat aan prins Filip is de monarchie nog steeds zeer populair. Waarom dus zouden die Vlaamse politici de Vlamingen proberen op te jutten tegen een familie die hen net heel genegen is? Dat is toch onbegonnen werk! Daarbij, wees nu eens eerlijk: is de koninklijke familie nu echt het enige wat ons bindt?
Dat sommige Vlaamse politici echter het plan opgevat hebben om Vlaanderen (weliswaar met andere middelen) af te scheuren, lijkt mij niet zó uit de lucht gegrepen…


1. Vlaamse politiek

Zoals gezegd gaan een aantal Vlaamse politici ook niet vrijuit. Ze zetten alles in het werk om meer en meer argumenten te verkrijgen dat “de Walen best gemist kunnen worden”, dat “ze een blok aan het Vlaamse been zijn”. Goede voorbeelden hierbij zijn de wetten op de tabaksreclame en op verborgen bewakingscamera’s. Ze wisten op voorhand dat de Franstaligen er tegen zouden zijn (zie Franchorchamps), dus dat moest zéker voorgelegd worden. Kunnen ze nog wat ruziën.
En natuurlijk moest Pieter De Crem (toenmalige CVP) ook weer eens zijn zegje doen ter gelegenheid van Euro 2000. En wat was het probleem nú weer? Het feit dat de risicomatch Engeland – Duitsland zou georganiseerd worden in Charleroi. Het stadion en de omgeving leken nu eenmaal niet ideaal om hooligans ‘op te vangen’. Daarom leek het beter om de match te organiseren in het Koning Boudewijnstadion te Brussel. Toch ontstond daarrond onenigheid. De plaats werd immers bij loting bepaald te Charleroi, en het zou nogal vervelend zijn om als gastland op te boksen tegen de UEFA. Onze beste Pieter weet dit alles echter aan “de hoogmoed van de Franstaligen”! Het kwam hierop neer: “Die hoogmoedige Walen willen koste wat kost die topmatch in hún landsgedeelte houden, ondanks de vele risico’s”. Nu heb ik echter wel één vraag: als die Franstaligen zó hoogmoedig zijn, waarom zouden ze hun reputatie dan op het spel willen zetten met een risicomatch als deze? Achter die wedstrijd hebben (vooral de Britse) hooligans zich immers als varkens gedragen, wat reeds vroeger voorspeld was. Ik snap de reden van deze uitspraak niet echt, tenzij het weer een poging was om ‘de andere kant’ zwart te maken.
Maar het beste voorbeeld van allemaal is de manier waarop sommige Vlaamse politici omspringen met de zgn. ‘Staatshervorming’. Een slagzin die op zulke gelegenheid altijd valt is: “De Franstaligen zullen moeten inzien dat als ze niet akkoord gaan met de Vlaamse eisen, België niet langer zal bestaan!”. Dit is een sterk staaltje van smerige politiek. Natuurlijk zal de Waalse overheid er �*lles voor over hebben om België te behouden, zeker als het om financiële aangelegenheden gaat… Dit is dus een uitstekend chantagemiddel waardoor die Vlaamse politici uiteindelijk �*ltijd hun zin zullen krijgen. Hierbij heb ik ook nog een kleine bedenking: zijn die ‘Vlaamse eisen’ nu echt zó Vlaams, of moeten ze eerder toegeschreven worden aan een handvol ruziezoekende Vlaams – nationalistische politici?
Die ‘slagzin’ werd overigens heel vaak gebruikt door Luc Vandenbrande , Vlaams minister-president van 1991 tot 1999. Men kon hem op dat vlak typeren als een soort Cato de Oudere. Deze laatste was een bekend Romeins senator tijdens de conflicten met Carthago, een andere grootmacht. Als hij een redevoering hield – het mocht gaan over gelijk welk onderwerp – sloot hij deze altijd af met: “Overigens ben ik van mening dat Carthago moet vernietigd worden! ”. Wel, je mag er vergif op innemen dat deze Vandenbrande bijna elke redevoering ter gelegenheid van een belangrijk moment voor Vlaanderen afsloot met: “ De Franstaligen zullen moeten inzien dat als ze niet akkoord gaan met de Vlaamse eisen, België niet langer zal bestaan!”. Wat trouwens bewijst hetgeen cineast Dominique de Ruddere ook al zei: “Vandenbrande is in die jaren de wig geweest die de kloof tussen Vlamingen en Walen sterk verbreed heeft.” En dat kwam niet alleen door zo’n slagzinnetje, hoor! Dat hij zeer agressief staat tegenover alles wat Franstalig is, heeft hij helemaal bewezen door voor de camera een rubberen haan aan stukken te laten bijten door zijn hond!
Maar nu terug naar de ‘Staatshervorming’. De meeste Vlaamse politici streven naar een confederaal België, een statenbond, waarbij zoveel mogelijk bevoegdheden uit handen van de federale overheid genomen worden. Zo’n bestuursvorm lijkt mij in de 21ste eeuw niet lang houdbaar, zeker niet als zo’n statenbond maar een drietal deelstaten bevat, met als kers op de taart een soort semi-stadstaatje, genaamd Brussel. Het zou me dus helemaal niet verbazen indien men ooit iets zou zeggen in de trant van: “Wij hebben geen enkele band meer, dus waarom zouden we niet uiteengaan?”. Dat zou trouwens de ideale manier zijn om het volk niet te doen protesteren: ze zouden het immers al gewend zijn. Want zo gaat het hier al 30 jaar: het volk heeft geen enkele inspraak gehad in de verschillende staatshervormingen die hebben geleid tot deze “modelstaat”. De meeste politici maken de mensen wijs dat dankzij het groeiende federalisme, hier in België nog geen burgeroorlog ontstaan is. Ze maken hierbij sterk misbruik van de actualiteit. Zo zei Patrick Dewael (de tegenwoordige minister-president van Vlaanderen…) tijdens een debat n.a.v. de verkiezingen van 13 juni 1999 (‘Woord tegen Woord’ op Canvas) tegen het publiek: “Kijk naar Kosovo, met al die ellende, en daar werkten ze ook met een unitair systeem!”. Dat was volledig uit de context getrokken. Servië lag toen in de greep van Slobodan Milosevic en alles gebeurt volgens deze dat wil, ook etnische zuiveringen… een dictatuur dus. Unitarisme is een systeem waarbij er één parlement (een tweekamersysteem kan ook) en één regering is voor het gehele land. Komt in zo’n systeem een dictator voor? Ik denk het niet. En daarnaast scheppen ze zowel in binnen- als in buitenland op over “onze unieke staatsvorm, die erin slaagt om twee volkeren bijeen te houden!”. Maar dat de Belgische burger torenhoge belastingen moet betalen om dit alles in stand te houden, vertellen ze er niet bij. Vreemd.
Zoals U ziet, worden alle middelen ingezet om België federaal, en later misschien zelfs confederaal te houden.

Als die Vlaamse politici dan zo graag een splitsing willen, waarom doen ze het dan via zo’n lange weg i.p.v. een alles-of-niets referendum te houden over het gehele land? Juist: de meerderheid zou NEEN stemmen, zelfs indien die stemming enkel in Vlaanderen zou plaatsvinden. Dus moet het veel subtieler gaan, zodat het volk nauwelijks zou merken dat het uiteen gedreven wordt. In de laatste fase zal men hoogstwaarschijnlijk wél naar de stemhokjes moeten trekken, maar tegen dan zal het gros van de bevolking al genoeg geïndoctrineerd zijn om JA te stemmen…



2. De rol van de media

Natuurlijk, met politiek geza(a)g alleen bereik je niets, dus krijgen ze hulp van – hoe raadt U het – de media.
Dat de media een grote rol spelen in het leven van vandaag, hoeft geen betoog. Het kan echter uit de hand lopen. Gordan Vidovic (ex-Rode Duivel) zei ooit eens ter gelegenheid van het ontslag van Georges Leekens als toenmalig bondscoach van onze nationale voetbalploeg: “Het is allemaal de schuld van de media: in mijn vroeger land (Ex-Joegoslavië) hebben ze een burgeroorlog kunnen ontketenen, dus waarom zouden ze er hier niet kunnen voor zorgen dat een bondscoach ontslagen wordt?”

Op vlak van de communautaire kwestie zijn de media een ‘goede’ aanvulling op de politiek. De meeste Waalse kranten vermeldden maar al te graag wat die politici gezegd hebben van ‘het complot’. Ze hebben het ook heel graag over ‘het fascistische Vlaanderen’, zoals ik in het begin al vermeld heb.
De Vlaamse kranten pakken het op hun eigen manier aan. Dat is duidelijk te zien aan volgende krantenkoppen: “Vlaamse wielrenner Tom Steels wint…” en “Belgische film ‘Rosetta’ wint de Gouden Palm te Cannes ” (dit was een ‘Waalse’ film: als de Franstaligen iets verwezenlijken, wordt dit niet vermeld maar als Belgisch bestempeld, zodat hun Vlaanderen ook de eer krijgt). Voor wie dit nog enigszins logisch klinkt, nog wat andere voorbeelden: “Gentenaar vermoordt vrouw in Zuid – Frankrijk” (Hier wordt het woord Vlaming toevallig niet gebruikt) en – om nog eens terug te komen op dat zgn. ‘complot’ – hoewel slechts enkele Waalse politici zo’n onzin verkondigd hadden, moesten sommige Vlaamse kranten de volgende morgen hun artikel over de ‘Blijde Intrede’ van Filip en Mathilde in Brugge toch maar beginnen met de woorden: “Neen, de Walen hadden ongelijk!”. Alsof alle Walen ingestemd zouden hebben met de zever die van die politici. Daar gaan we weer met onze veralgemeningen… In Videodingens kan enkel een Vlaamse videoclip winnen, Vlaams – nationalistische politici veranderden de Belgische Kust zomaar in de Vlaamse Kust… België verdwijnt op de achtergrond, terwijl Vlaanderen op kunstmatige wijze een meer moderne bijklank krijgt.


3. Het Belgische volk

Tegenover dit alles staat de rest van België: het Belgische volk .
Ik ben van mening dat het enige verschil tussen de Vlaamse en de Waalse burger de taal is. Los dit probleem op en de Belgen kunnen met elkaar samenleven en vele vroegere conflicten zullen gemakkelijker door de vingers kunnen gezien worden. Ik denk dat vele separatisten dit ook weten, en daarom zullen ze nog andere ‘problemen’ en ‘verschillen’ tussen de burgers zoeken.
Nummer één: “Een Waal werkt minder dan een Vlaming ”. Inderdaad, nu is het wel zo dat een doorsnee Waal meer van het leven geniet en dat een doorsnee Vlaming steeds opnieuw de ‘Bigger Better Deal’ zoekt, maar door de evolutie in de Westerse economie is dat nu al aan het veranderen, waardoor bovenstaande uitspraak eerder stereotiep dan realistisch is.
Nummer twee: “Op economisch vlak is Wallonië een blok aan ons been ”. Weet dat een economisch zwaartepunt zich altijd verlegd heeft en dat altijd zal doen, ook in België.
Nummer drie: “De Vlamingen zijn allemaal racisten en fascisten”. Daarover hebben we het al gehad.
Nummer vier: “Ook nu nog is er een verfransing in Vlaanderen”. Hier in Vlaanderen (en eigenlijk in heel België) is er zeker een grote invloed van het Engels. Een doorsnee tekst van hier bevat op z’n minst drie of vier Engelse termen. Daarnaast ziet de jeugd het gebruik van de Engelse taal als “cool” zijn. Daartegen wordt echter niet gereageerd. Waarom? “Omdat de verengelsing geen bijbedoelingen heeft”, klinkt het antwoord. Wat een onzin! Wie heeft er nu nog niet gehoord van de zgn. amerikanisering van Europa?

Nog een opmerking over het Belgische volk is de zgn. verspreiding van families en hun namen. Zowel Vlaamse familienamen (bvb. ‘Eerdekens’) als Waalse familienamen (bvb. ‘Bourgeois’) duiken in heel België op, ook onder die separatistische politici… Je kan dus nooit met zekerheid beweren dat je een rasechte Vlaming of Waal bent.
Trouwens, wat zijn Vlamingen, wat zijn Walen? Is een Nederlandssprekende Waal die in Vlaanderen woont een Waal of een Vlaming? En omgekeerd… Wat gezegd overigens van de koppels waarvan de ene een Vlaming(e) en de andere een Waal(se) is? Wat voor een kinderen heb je dan? Vlamingen of Walen? Waarop moet je je baseren om op die vraag te antwoorden?

Hierboven werden de vier grootste ‘problemen’ onder de burgers beschreven. Als deze weerlegd worden, zullen de tegenstanders van België met andere, kleinere zaken op de proppen komen, die ik het vernoemen nog niet waard vind, omdat de redenering die daarachter steekt gebaseerd is op drogredenen en muggenzifterij. Maar als ook deze behandeld worden met een voor hen negatieve conclusie, beginnen ze in het verleden te graven.

Vele Walen hebben voor meer dan een anderhalve eeuw lang de Vlamingen en het Nederlands proberen te onderdrukken. Daarover zwijgt menig Waals politicus in alle talen (oh ironie). Vele Vlamingen collaboreerden met de Nazi’s tijdens de Tweede Wereldoorlog. Nu zitten ze allemaal te ‘kwelen’ voor amnestie, met de Vlaams – nationalistische politici op kop, die het maar normaal vinden dat de Belgische staat hen vergiffenis schenkt. En als ze dan toch even hun excuses aanbieden, gebeurt dat slechts schoorvoetend. Hoe dan ook, indien aarzelingen ontstaan rond de amnestie, wordt de hele communautaire kwestie op tafel gegooid en worden alle andere wonden opnieuw opengereten. Maar…de Walen mogen niet vergeven worden, toch niet in de zin van ‘vergiffenis schenken’…
Daarbij, hoe kan de tegenwoordige generatie verantwoordelijk zijn voor de fouten van de voorouders, die overigens niet allemaal meededen aan die smeerlapperij? Als één van mijn voorvaderen een beruchte seriemoordenaar was, ben ik dan ook schuldig?

Tenslotte proberen ze via de geschiedenis te bewijzen dat Vlamingen en Walen een verschillend volk zijn.
Mag ik U erop wijzen dat België officieel slechts ontstaan is in 1830, maar dat de Belgen al vierhonderd jaar langer met elkaar leven? Het gaat terug tot in de periode van de Bourgondiërs. Filips de Stoute trouwde met de dochter van de graaf van Vlaanderen (toen slechts West-Vlaanderen, Frans-Vlaanderen en Oost-Vlaanderen aan het westen van de Schelde). Dat Vlaanderen hoorde vanaf die dag bij Bourgondië. Zijn kleinzoon Filips de Goede ziet zich rond 1430 (!) genoodzaakt om ten eerste een verbinding te maken tussen de twee streken en ten tweede daar wat aan gebiedsuitbreiding te doen. Hij slaagde vooral in dat laatste en zo ontstonden de Zeventien Provinciën of de Nederlanden (iets groter dan de BENELUX van nu). Onze gebieden kwamen achtereenvolgens onder Oostenrijks (de Habsburgers) en onder Spaans bewind. Onder de Spaanse koning Filips II (zoon van de bekende keizer Karel V en samen met de Hertog van Alva verantwoordelijk voor veel ellende in onze streken) trad er rond 1580 een scheuring op tussen de tien Noordelijke (± Nederland) en de zeven Zuidelijke Provinciën (± België en Luxemburg) op. Tot en met 1815 waren op z’n minst de zeven Zuidelijke Provinciën één gebied. De tegenwoordige Vlamingen en Walen hebben altijd al met elkaar geleefd met zeker een gemeenschappelijk erfgoed sinds ± 1430. Als dat geen bewijs is dat de Belgen al vele generaties één volk zijn op historisch vlak…

Hoe is het dan verder gegaan? In 1815 werd Napoleon verslagen en toen waren alle Europese grootmachten Frankrijk, het liberalisme en de democratie grondig beu. Via de ‘Heilige Alliantie’ zou het vroegere staatssysteem hersteld en de Europese kaart grondig hertekend worden. Men creëerde op een uiterst kunstmatige wijze allerlei ‘bufferstaatjes’ rondom Frankrijk. Eén van die staatjes was ‘Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden’ onder Willem I (een afstammeling van de befaamde Willem van Oranje). Het gebied besloeg (opnieuw!) de tegenwoordige BENELUX. Maar 250 jaren van scheiding kon Belgen en Nederlanders blijkbaar niet meer herenigen, één van de redenen waarom België zich in 1830 afscheurde. Wat Luxemburg betreft: het land bleef nog tot het einde van de 19de eeuw onder Nederlands bewind (zie o.a. hun nationale vlaggen).

Een toenmalig VU – lid schreef een andere ‘versie’. In kort kwam het hierop neer: na de val van Napoleon in 1815 werd België als ‘bufferstaat’ gecreëerd en een koning aangesteld. De Britten waren tevreden, want het evenwicht op het continent was hersteld. De Duitsers waren tevreden, want zij zonden de koning (Leopold I van Saksen – Coburg). En ook de Fransen waren tevreden, want de koningin was een Franse, het Frans was de officiële taal van België en zij waren mede – oprichters van de tegenwoordige ‘Generale Bank’ (nu ‘Fortis’ genaamd).
Toch moeten enkele bedenkingen gemaakt worden op deze versie. Ten eerste negeert de auteur volledig het feit dat België in 1830 ontstaan is (hij beweert hier 1815). Ten tweede : hoe kunnen de Fransen zo tevreden en behulpzaam zijn met de oprichting van een bufferstaatje tegen hun eigen land? Ten derde werd de toekomstige koning der Belgen niet aangeduid, maar verkozen (akkoord: door de weinige leden van de burgerij, maar dat was een heel progressief fenomeen voor die tijd). Enkele andere kandidaten waren: graaf Felix de Merode, de prins van Oranje, de prins van Salm-Salm, de hertog van Leuchtenberg, Karel-Lodewijk van Oostenrijk, Karel van Napels, Otto van Beieren en de hertog van Nemours. Deze laatste werd op 3 februari 1831 verkozen maar door vele verwikkelingen weigerde de Franse koning de troon voor zijn zoon (nóg een bewijs dat Frankrijk allesbehalve behulpzaam was…). Uiteindelijk werd het kandidaat nummer twee: Leopold I.
Hier zijn dus duidelijk zware historische flaters begaan, die volgens mij hun oorsprong hebben in de radicaal-flamingantische opvattingen van de auteur.



4. Verschillende culturen vs. verschillen in cultuur

En hoe zit het met de culturen?
De Nederlander Cees Nooteboom schreef in zijn boek ‘De ontvoering van Europa’ dat de taal de drager is van de cultuur. Als dat waar zou zijn, zou de Europese cultuur niet bestaan. Daar heb ik dus mijn twijfels over. Nu heeft de auteur daar wel een handige oplossing voor gevonden: de Europese landen vinden hun eenheid in de verscheidenheid en verder beweert hij dus ook dat er wel grote gelijkenissen zijn tussen de landen onderling. Mij best, goeie uitleg, laten we dus maar aannemen dat dit juist is. Dan heb ik toch nog een vraag: waarom kunnen we dat toepassen op Europees niveau en verdomme niet in ons eigen land? Omdat in de politiek van vandaag eendracht niet meer interessant is. Kijk bijvoorbeeld maar eens naar de debatten in ‘De Zevende Dag’, een klein jaar voor de verkiezingen. Dan begint elke politicus op zijn concurrenten te kappen, Vlaamse en Waalse politici staan nog meer dan anders lijnrecht tegenover elkaar, en ga zo maar door! Daarnaast doet elke politieke partij nog eens zijn zegje over het Vlaams Blok (volledig terecht, trouwens), maar wat ik heel raar vind, is dat er in deze ‘antiracistische’ partijen toch nog veel separatisten rondlopen die het andere landsgedeelte hekelen (al eens gehoord van de FDF?). Dat is toch het toppunt van hypocrisie!
Ik heb dus verwezen naar de FDF, maar die van de N-VA en andere splinterpartijtjes uit de vroegere VU gaan al evenmin vrijuit. Zij roepen openlijk dat de FDF racistisch is tegenover al wat Vlaams is en klinkt. De pot verwijt de ketel… Alsof zij niet racistisch zijn tegenover de Walen! Die kerels hebben wel lef, zeg! Daarnaast zijn het echte, opportunistische kameleons. Vroeger stookten ze alles en iedereen op tegen de Walen en dreven ze openlijk de spot met die mensen. Tijdens de ‘Leuven-Vlaams’ – kwestie zwaaiden de flaminganten met spandoeken waarop “Walen, GO HOME!” stond. O ja, je zag meteen dat ze streden voor het Nederlands, hoor… Die groeperingen hadden (hebben?) niet het minste vermoeden waarom het echt draait, ze willen enkel ruzie stoken in plaats van een oplossing te zoeken voor iedereen! Toen al was er reeds een verengelsing en ook toen al werd dit aanvaard. Maar durf eens een woord Frans te spreken!
Enkele jaren geleden las ik nog een interessant interview met toenmalig VU-lid Johan Sauwens. Knack citeerde: “Wij willen de Walen niet in de Amblève drijven. Laten we hen bijgevolg wat meer bevoegdheden geven.” Bij de eerste vergadering over de Staatshervorming die volgde, haalde deze vriendelijke man toch maar weer de uitspraak “De Franstaligen zullen moeten inzien dat als ze niet akkoord gaan met de Vlaamse eisen, België niet langer zal bestaan!” boven. Kameleon, kameleon! Volgens mij was dat interview enkel bedoeld om sympathie verkrijgen van diegenen die ze eerst liever zagen verdwijnen. Ook de Walen moeten immers ‘bewustgemaakt worden van de federaliseringgedachte. Ook wilden ze van dat radicale af, want dom zijn ze nu ook weer niet: hun houding tegenover België en Franstaligen kwam af en toe toch iets te agressief over.

Wat ik ook ronduit misdadig vind tegenover België en tegenover de rest van de internationale gemeenschap is de IJzerbedevaart. Op de IJzertoren staat het embleem “AVV, VVK of Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus”, terwijl er toch beter iets zoals “Alles Voor de Mensheid, de Mensheid Voor Elkaar” zou moeten staan. Daarvoor zijn er twee redenen. Ten eerste: wat daar gebeurd is, is iets wat de hele wereld aangaat, en niet aan Vlaanderen alleen! En toch wordt dit gebeuren opgeëist door de flaminganten! Ten tweede richt de uitspraak zich enkel tot de christenen, waardoor men opnieuw een groot deel van de mensheid vergeet.

En hoe zit het met de cultuurverschillen? Zij die er in België? Natuurlijk, dat kan en mag niemand ontkennen. Maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door vele gelijkenissen: de manier van leven, gemeenschappelijke feesten, zin voor compromis, gebrek aan chauvinisme tot en met keukenrecepten. Heeft U al eens gehoord van de Belgische keuken? Hierover heb ik nog een leuke anekdote: sommige tijdschriften hebben zelfs het lef om opeens over de Vlaamse keuken te spreken! Dat is toch compleet belachelijk! Kortom: het gaat dus louter om cultuurverschillen en niet om volledig verschillende culturen.

In Knack heb ik eens een lezersbrief gelezen over dit alles. Het ging als volgt: “Moeten de verschillen tussen Vlamingen en Walen echt tot een kloof leiden? Niet voor de mensen die vinden dat er belangrijker waarden zijn dan Vlaming, Waal of Belg te zijn. Zij vinden de hele discussie misplaatst, maar worden politiek gedwongen zich daarmee bezig te houden. Men zou een oplossing moeten zoeken die rekening houdt met �*lle mensen, de realiteit. Fundamentalisten storen zich niet aan die realiteit, zij kozen voor hún realiteit. Een homogene samenleving met verschillende mensen kunnen zij bijgevolg niet verdragen. ”


5. Tot slot..

Weet U trouwens wat het grote gevaar is van een eventuele splitsing? Wat ga je doen met de Franstalige minderheid in Vlaanderen? In de faciliteitgemeenten zullen vele groepen van die minderheid leven, om van Brussel nog maar te zwijgen! De Vlaamse staat zal een tweede historie met taalkwesties willen vermijden en het Nederlands als de enige en verplichte taal invoeren. Waarschijnlijk zal ook de wrok voor de voorbije gebeurtenissen enigszins meespelen zoals dat gebeurd is in de jonge Belgische staat (maar dan wel met het Frans als reactie op het instellen van het Nederlands als enige voertaal in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden). En hier wordt de hele historie van 1830 en volgende jaren herhaald. Door het verschil in tijdsgeest echter zullen hierdoor in het beste geval ‘problemen’ ontstaan, maar in realistischer gevallen zal men een eigen versie van Noord – Ierland verkrijgen… Exact hetzelfde fenomeen zal zich natuurlijk ook voordoen in de Waalse staat, zeker als de FDF zich ermee gaat bemoeien.

Mijn voorstel om ‘de communautaire kwestie’, zoals menig politicus dit opgeblazen euveltje noemt, op te lossen is een verplichte tweetaligheid voor elke Belg tijdens het professioneel leven in te voeren. Concreet betekent dit dat men gelijk waar in België zowel bij overheidsinstanties als in particuliere zaken (bakker, slager, dokter,…) in zijn eigen taal kan bediend, geholpen worden. Klant is koning, nietwaar?
Tussen haakjes: waarom heeft men dat nog niet voorgesteld? Dat is nogal duidelijk, lijkt mij: de radicale Waalse politici (zoals Olivier Maingain en andere FDF – ellende) willen niet dat hun ‘volk’ Nederlands leert voor ‘een bende Vlaamse boerkes’. Toch moet gezegd worden dat het Nederlands al een vijftal jaar onderwezen wordt in elke Waalse school, en dit is een Franstalige bevoegdheid. Beter laat dan nooit, zullen we maar zeggen…
Maar ook de Vlaams – nationalistische politici willen dit niet. Daarmee zou hét grootste probleem van België, hún grootste argument om alles te federaliseren, om later België te splitsen, opgelost zijn… Maar dit alles natuurlijk tussen haakjes…
Naast die verplichte tweetaligheid zou men heel het gedoe men het pseudofederalisme, de faciliteitsgemeenten en alle andere ellende moeten afschaffen om in plaats daarvan een gebalanceerde politiek te voeren die de wonden heelt.

Eendracht maakt macht

Tom Zwaenepoel

Het gevaar van het tweeledige federalisme

1 . Inleiding

Als we artikel 1 van de Belgische Grondwet mogen geloven, dan is België een federale staat. Hetzelfde artikel vertelt ons tegelijk dat België samengesteld is uit gemeenschappen en gewesten. België heeft een bipolaire structuur die zonder enige twijfel enig is in de wereld. De gemeenschappen en gewesten overlappen elkaar voor een deel, maar hebben toch, in de regel, eigen instellingen en zéker onderscheiden bevoegdheden. Wat het bestuur bemoeilijkt, is dat veel van deze bevoegdheden niet altijd op één enkel niveau liggen. Zo is bijvoorbeeld werkgelegenheid, het creëren van jobs dus, een bevoegdheid voor de gewesten. Werkloosheid daarentegen is federale materie. En dit is slechts één van de vele voorbeelden.
Onze staatsstructuur, zoals die er vandaag de dag bij ligt, is er gekomen na een lang proces van staatshervormingen. Het lijkt alsof dit proces nog steeds niet is afgerond. Op zich kan men dat al vreemd vinden, aangezien in ons land de inkt van de ene staatshervormingstekst nog niet droog is, of de volgende ligt er al. En dat terwijl een staatsstructuur toch een stabiel gegeven zou moeten zijn, waaraan niet om de haverklap aan getornd wordt. Om het met de woorden van staatssecretaris Eddy Boutmans te zeggen: “Ons land heeft institutionele rust nodig.” Voormalig secretaris-generaal van de NAVO, Willy Claes, verwoordde dit als volgt: “Men verandert niet van staatsstructuur zoals men van hemd verandert.” Voorstanders van verdere stappen in de staatshervorming zullen steevast argumenteren dat een staatsstructuur nooit af is, dat het altijd aan verandering onderhevig is. Ook de samenleving staat nooit stil, of wel soms? Ook de separatisten argumenteren op deze wijze.

2 . Strategie

Hoe moet men daarop reageren? Moet men vanuit het Belgisch meertalig en multicultureel democratisch model behoudensgezind zijn en enkel trachten om het staatshervormingsproces af te remmen? Of zou een goede reactie verder dan dat moeten gaan?

Mijns inziens moet een goede reactie véél verder gaan. Indien enkel passief weerstand zal geboden worden tegen de initiatieven van de splitsingsgezinde politici, dan zal België met de grootste zekerheid geen lang leven beschoren zijn. Dan zal het zéér gemakkelijk worden om al wie voor het behoud van de Belgische federatie is, te blijven afschilderen als een conservatieve en oubollige ‘belgicain’.

Er is dus nood aan een positief geformuleerd alternatief. Dit alternatief is er één van verdraagzaamheid, solidariteit en interculturele samenwerking. Om deze idealen te verdedigen dient m.i. de tweeledigheid van onze staatsstructuur te worden gerelativeerd in een eerste beweging, en te worden aangevallen in een tweede beweging. De tweeledigheid dient te worden gerelativeerd omdat zij in grote mate gegenereerd werd door de nationalisten. Zij hebben zich immers als doel gesteld om België te laten verdwijnen en zullen ons daarom te pas en te onpas willen laten geloven dat er een enorme kloof gaapt tussen Vlaanderen en Wallonië. Deze nationalistische fantasmen zijn nochtans zéér makkelijk te doorprikken. Daarenboven dienen structurele veranderingen te worden voorgesteld om te vermijden dat nationalisten in de toekomst nog zo gemakkelijk verdeeldheid zullen kunnen zaaien.

2.1 Probleemstelling: de tweeledigheid

De tweeledigheid is zonder twijfel de grootste vijand van het behoud van de Belgische solidaire samenleving. Enkele prangende voorbeelden uit de actualiteit van de laatste maanden kunnen dit illustreren.

Er zijn vooreerst de communautaire problemen rond de NMBS. Zoals bekend, zou Vlaanderen graag een tweede spoortoegang aanleggen in de richting van de Antwerpse haven. Dit betekent een serieuze investering. Sommige Franstalige politici zijn het met deze investeringsplannen oneens en wensen ze te blokkeren. Elke euro die in Vlaanderen, en niet in Wallonië geïnvesteerd wordt is voor hen immers een doorn in het oog. En niet alleen in het oog van deze politici, maar ook van de bevolkingsgroep die zij worden geacht te vertegenwoordigen. En dit laatste is waarschijnlijk de reden waarom de Franstalige politici weigeren om de federale overheid te laten investeren in het ‘Vlaamse’ spoor. Zij moeten immers achteraf aan hun achterban gaan uitleggen waarom er niet in Wallonië werd geïnvesteerd. Daarom werd overwogen om enkel de Vlaamse overheid te laten investeren. Dit botste evenwel op het ‘njet’ van de Raad van State, die oordeelde dat de NMBS een exclusief federale materie was en dat een initiatief van de Vlaamse Regering in deze niet kon. En zo komt het dat, ten gevolge van de onverzettelijkheid van sommige Franstalige politici, nu de splitsing van de NMBS overwogen wordt. Nochtans zou een spoorontsluiting van de Antwerpse haven ook voor veel Waalse bedrijven een zegen zijn, en zou dit het geheel van de Belgische economie op termijn ten goede komen. Blijkbaar zit het communautaire virus bij vele van onze volksvertegenwoordigers te diep om dit in te zien.

Verder hebben we nog de problemen rond de Vlaamse aanmoedigingspremies inzake het tijdskrediet, beter bekend als de ‘loopbaanonderbreking’. Midden vorig jaar keurde de Nationale Arbeidersraad de Collectieve Arbeidsovereenkomst nr. 77 goed, gevolgd op het einde van 2001 door nr. 77bis. Deze CAO’s hervormden het bestaande stelsel van loopbaanonderbreking en voerden drie onderscheiden regelingen in: die van het tijdskrediet, een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/2, en een loopbaanvermindering met 1/5. Werknemers die van deze mogelijkheden gebruik wensten te maken, krijgen een premie gedurende die periode. Aangezien we hier op het domein van het Arbeidsrecht zitten, is uiteraard de federale overheid bevoegd. Niettemin wenste de Vlaamse overheid terzake óók maatregelen te nemen. De Vlaamse Regering besloot namelijk om bovenop de federale premie nog een extra aanmoedigingspremie toe te kennen. De Franstalige partijen riepen hiertegen echter een belangenconflict in, waardoor het betrokken besluit van de Vlaamse Regering tijdelijk geschorst werd. Het besluit bepaalde immers dat de werknemers die in het Vlaamse Gewest tewerkgesteld waren, recht hadden op een extra premie. Het inroepen van een belangenconflict in dit dossier had tot gevolg dat voor het eerst de Vlaamse en Waalse werknemers tegenover elkaar gplaatst werden als pionnen op het communautaire schaakbord. Want de Vlaamse werknemers zouden ten gevolge van het Waalse initiatief minder premie kunnen ontvangen. Ook hier vormt de tweeledigheid duidelijk een gevaar. De splitsing van de vakbonden leek even niet veraf. Uiteindelijk werd de zaak doorverwezen naar het Overlegcominté en de uitkomst is ondertussen bekend: de aanmoedigingspremies zullen aan �*lle werknemers in België worden uitbetaald, ongeacht hun plaats van tewerkstelling. Dit is niet meer dan logisch. Want anders zou men voor de absurde situatie komen te staan dat werknemers in een bedrijf dat vestigingen aan weerszijden van de taalgrens heeft, een verschillend statuut zouden hebben alnaargelang het feit of ze in Vlaanderen, dan wel in Wallonië werkten. Hoe zou een werkgever d�*t in hemelsnaam hebben moeten uitleggen aan zijn personeel???

2.2 Mogelijke remedies om te komen tot eenheid in verscheidenheid in plaats van verdeeldheid in verscheidenheid

De twee aangehaalde voorbeelden tonen aan dat het in ons land uiterst gemakkelijk is om verdeeldheid te zaaien tussen Vlaanderen en Wallonië. Brussel wordt daarbij als derde gewest niet als volwaardig geacht en speelt dikwijls niet echt mee. Dat de nationalisten het zo gemakkelijk hebben om de twee landsdelen tegen elkaar op te zetten, zal door hen verklaard worden door het gebrek aan homogeniteit tussen Vlamingen en Walen. Of anders gezegd: Vlamingen en Walen hebben een zodanig verschillende achtergrond, taal, cultuur,... dat het voor hen niet langer mogelijk is om samen één beleid uit te stippelen.

Is het werkelijk zo eenvoudig? Ik durf stellen van niet. De oorzaken van de toenemende verdeeldheid liggen in de eerste plaats in het gebrek aan middelpuntzoekende krachten. B Plus is zo een middelpuntzoekende kracht. Een kracht die het belangrijk vindt dat de verschillende taalgemeenschappen in België de handen in elkaar blijven slaan, ongeacht het nationalistische geweeklaag. In een normale federale staat zijn ook de federale politieke partijen middelpuntzoekende krachten. In België echter, werden alle partijen gesplitst op taalbasis. Dit heeft tot gevolg dat elke partij exclusief Vlaams of Waals is, en zich enkel geroepen zal voelen tot het verdedigen van het belang van de eigen regio, óók wanneer dit radicaal ingaat tegen het belang van de andere regio. Zo komt het dat bijvoorbeeld de tegenstelling tussen liberalen en socialisten minder belangrijk zal worden dan de tegenstelling tussen Vlamingen en Walen. Dit geldt voor bijna alle ideologieën, ook de groene! AGALEV vecht immers enkel in Vlaanderen voor propere rivieren en het behoud van natuurgebieden. Hoewel, het moet gezegd worden dat deze partij nog de minst nationalistische van alle is. Men hoeft maar te kijken naar de sterke band die er tussen AGALEV en ECOLO nog bestaat.

Het gebrek aan federale partijen is hoe dan ook een gevaarlijke ziekte. Nochtans zou het bestaan van deze partijen een evidentie moeten zijn een federale staat. Het gebrek aan federale partijen betekent tevens een belangrijk democratisch deficit. Een Vlaming beschikt immers niet over de democratische mogelijkheden om een Waals politicus te belonen (of te straffen) voor het door hem of haar gevoerde beleid en omgekeerd. De Federale Regering bestaat voor de helft uit mensen op wie men niet heeft kunnen stemmen, maar die niettemin het beleid mee bepalen.

Een constructieve oplossing bestaat er dan ook in om alle initiatieven die de samenwerking tussen partijen over de taalgrens heen bevorderen, aan te moedigen. De parlementaire samenwerking tussen AGALEV en ECOLO, de vorming van tweetalige lijsten in de taalgrensgemeenten, wetsvoorstellen die financiële steun voorzien van partijen die representatief zijn voor Vlaanderen én voor Wallonië,...

Men moet zich hierbij niet laten aanpraten dat dit utopisch is. Een goede repliek hierop zou zijn dat de afwezigheid van federale partijen in een federale staat veel eerder onlogisch en ondemocratisch is, dan dat het streven naar federale partijen utopisch zou zijn.

2.3 Separatisme ontmaskeren

De bestaande middelpuntzoekende krachten van dit land dienen m.i. een grote rol te spelen in het ontmaskeren van separatisme en separatistische initiatieven. Zo kan eraan getwijfeld worden dat de politici die het startschot hebben gegeven tot het proces van staatshervorming wel écht de bedoeling hadden om België te federaliseren. Tegen beter weten in hebben zij immers de bestaande conflicten in instellingen gegoten, in plaats van deze conflicten voor altijd te ontzenuwen. Dit laatste zou men gedaan hebben, indien men voor een ‘provinciaal federalisme’ had gekozen. Echter, de structuur van onze staat zoals die er vandaag bij ligt, lijkt de bestaande tweeledigheid alleen maar te versterken. Bovendien kan het gerust als verdacht bestempeld worden dat elke staatshervorming eigenlijk de facto neerkomt op staatsontbinding. Bij elke fase van de staatshervorming was het immers zo dat de federale sluis werd opengedraaid en dat geld en bevoegdheden hieruit naar de gemeenschappen en gewesten vloeiden. Wie deze evolutie betreurt, is een ‘Belgicist’. Wie ervoor opteert om de staat te reorganiseren in plaats van af te breken, wordt ambtshalve als conservatief bestempeld.

Kritiek op de Vlaamse natiewording is niet gewenst. Men mag geen Vlaams geld investeren in een nieuwe, Belgische luchtvaartmaatschappij, maar de Vlaamse overheid mag wel geldcheques uitgeven aan eenieder die op de Vlaamse feestdag een buurtfeestje organiseert. Het doodzwijgen van bepaalde kritieken leidde in het verleden meermaals tot extremistische uitspattingen. De kritische standpunten van B Plus zijn nochtans in de hoogste graad gegrond. Zij verdienen het om véél méér gehoord én ingevolgd te worden in de toekomst!

Tony Van de Calseyde

Patriot! 18 januari 2005 21:08

Beschouwingen over België

1. Een ontbinding? Vier bewegingen strijden om de macht

België bevindt zich, zo zeggen velen, in een staat van ontbinding.
Zonder te zeer in te gaan op bovenstaande alle fenomenen die de eenheid van de Staat in vraag stellen of teniet willen doen, kunnen we wel een gemeenschappelijke deler onderscheiden: allen zijn zij voortgegroeid als tegenreactie op de centralistische politiek van 1830, haaks staand op de eeuwenoude particularistische politieke cultuur in onze streken.
In verschillende artikels is er reeds gewezen op de 'ontbinding' van België. Ondanks het feit dat dit proces nu reeds meer dan 30 aan de gang is-of zou zijn-, zijn de twee tegenovergestelde kampen (nationalisten en Belgischgezinden) er nog niet in geslaagd een beslissende overwinning te halen. Waarom? Allereerst dient gezegd te worden dat de twee partijen er niet in geslaagd zijn en er niet in slagen een coherente strategie te ontwikkelen. De wallinganten en flaminganten hebben en hadden verscheidene eisen: zelfbestuur, autonomie, federalisme, confederalisme, separatisme, Grootnederland, Heelnederland, rattachisme enz… Bovendien waren en zijn deze eisen op zijn minst dubieus te noemen, in die zin dat vele "federalisten" van weleer thans confederalist zijn of zelfs separatist. Men denke maar aan Hugo Schiltz. Alleszins spreekt er uit al deze stromingen, en door het feit dat ze elkaar overlappen, soms zelfs tegenspreken een gebrek aan staatsvisie van degenen die België willen opdelen. Dat het Vlaanderen aan staatslieden "van formaat" die een einde willen stellen aan België ontbreekt, geeft het Vlaams Blok trouwens toe (verkiezingsbrochure 2003, p. 5). In "Doorbraak" van 15-12-2003 beaamt de goeroe van het Vlaams denken, Manu Ruys, dit: "Vlaanderen heeft nood aan een betere elite. De huidige politici ontberen niet zelden historisch besef. Velen kennen het verleden niet."
Zo zijn bovenstaanden nog steeds niet tot een gemeenschappelijk "minimumprogramma" gekomen en bestrijden regionalistische en separatistische partijen elkaar soms openlijk (Spirit, N-VA, Vlaams Blok…).

Een eerste beweging, langs Vlaamse kant althans, wordt alleszins dus gekenmerkt door een resoluut afwijzen van de meertalige samenleving voor een etnisch of taalkundig homogene, Vlaamse staat (al dan niet in verband met Nederland). In eerste instantie was het streven naar meer taalrechten niet contradictorisch met het aanvaarden en zelfs toejuichen van de Belgische Staat, wel integendeel. Dat veranderde door twee, traumatiserende wereldoorlogen. Het feit dat het noorden met zijn (lucht)havens en groeipolen na WO II het zuiden economisch heeft voorbijgestoken heeft dit streven nog versterkt. Het verlies aan nationale identiteit, van munt en belangrijke delen van de politiek aan amorfe supranationale instellingen, de teloorgang van de kolonie(s) en de instroom van migranten hebben etnische verzuiling, vooral langs Vlaamse zijde ontegensprekelijk in de hand gewerkt. Langs Franstalige kant ontwikkelden zich twee projecten: het federalisme was er een eerste van. Dit federalisme langs deze zijde- over het Vlaamse straks meer- vindt haar grondslag in de angst die bepaalde Franstalige politici reeds voor de oorlog koesterden, met name dat Vlaanderen Wallonië in die mate zou voorbijsteken dat de Franstalige leidende klasse haar monopolie in België zou verliezen. Een constante in de staatshervormingen schijnt trouwens te zijn dat de meerderheid van de Franstalige politici bereid is om de Belgische Staat voor - veel- geld uit te hollen. Het doel van dat geld is allereerst om de as Wallonie-Bruxelles financieel te spijzen. Bovendien wordt het, schijnbaar tevergeefs, in de verouderde zuidelijke economie gepompt. De federaliseringen hebben trouwens elke nationale controle op misbruiken bijna onmogelijk gemaakt. De Franstalige Gemeenschap, in tegenstelling tot de Vlaamse vertegenwoordigd door een afzonderlijke Raad lijkt zich op zichzelf (dat is Franstalig België, de faciliteiten en Brussel) terug te trekken in een defensieve positie. Ondertussen ontwikkelt zich nog een tweede staatsproject: het "rattachisme". In se is rattachisme een foutieve term omdat het Wallonië wenst te her-enigen met Frankrijk, alsof Wallonië als afzonderlijke entiteit daar ooit deel van heeft uitgemaakt… Tot nog toe is de aanhang van het rattachisme zeer klein, maar in de casus van een secessionistisch scenario zou dit wel eens snel kunnen veranderen. Naast deze drie hoofdbewegingen is er de Belgische beweging. Deze vertoont vele vormen gaande van extreem-rechts (FN) over federalistisch (Coudenberg-groep, Bplus…) tot unitaristisch. De Belgische beweging kent vele zwakheden: Ze is jong en weinig georganiseerd en grijpt ofwel terug naar het romantisch-nationalisme van de 19e eeuw, naar unitarisme, naar een unionistisch federaal model (niet goed beseffend dat België geen oneigen, maar een onecht federalisme kent) etc. De verdeeldheid aan stromingen is hier zo mogelijk nog groter dan bij de eerste twee groepen. Tot op heden is er, merkwaardig genoeg, geen enkele unitaristische partij die bij verkiezingen potten heeft kunnen breken. Een andere, grote, zwakheid van de Belgische beweging is dat zij niet ondersteund wordt door een internationale stroming (zoals de liberalen, groenen, socialisten en volksnationalisten). Zij profileert zich vaak als uitgesproken antinationalistisch, maar is het zelf.
De aanhankelijkheid van de bevolking aan België is nochtans zeer groot, vandaar ook dat partijen als het Vlaams Blok hun antiroyalisme, en zelfs tot op zekere hoogte hun separatisme nooit uitspelen in electorale campagnes. Degenen die een einde wensen te stellen aan de Belgische Staat zijn met zeer velen, maar hebben weinig tot geen banden met de brede lagen van de bevolking. De jaar na jaar steeds meer zieltogende Ijzerbedevaart is daar het beste bewijs van. De kritiek dat 99% van de Vlaamse eisen reeds gerealiseerd is, is niet onterecht als verklaring, de binding van separatisme met radicaal-rechts al evenmin.

Alleszins spelen deze verschillende projecten zich aan het begin van de 21e eeuw in België af en is de afloop ervan nog steeds onduidelijk. Het lijkt wel zeker dat de zwaarste druk voor het overleven van België als Staat komt te liggen op de Sociale Zekerheid. In het Vlaams-separatistisch denken is de defederalisering van, delen van, de Sociale Zekerheid een oude eis. Immers, meer nog dan Brussel of het Koningshuis is deze zekerheid het kenmerk van de solidariteit van België. Er is nog een andere reden. Waar de wallinganten na 1945 allereerst bekommerd waren om economische autonomie, eiste de Vlaamse Beweging culturele autonomie. Over de oorsprong en het staatkundig streven van deze beweging straks meer. De constructie van de "Vlaamse natie" was jarenlang ondergedompeld in een fervent katholicisme dat het Latijnse element van België afwees als decadent, Frans en ingaand tegen de Vlaamse 'volksaard'. Vandaar ook dat velen in eerste instantie de persoonsgebonden materies voor "eigen volk" (eerst) willen. (men leze in dit verband ook "Secessie", oktober 2002, p. 31-32). Omdat vele waarnemers het parlementair systeem in een crisis achten, te wijten aan de emo- en telecratie, de partijtucht die het Parlement verzwakt, enz. kan de meest radicale vleugel van de Vlaamse Beweging hier van profiteren. Zij gebruikt deze argumenten, gekoppeld aan de radicale eis om een identiteitsbesef aan een staat te koppelen om zichzelf te profileren. In haar vijandbeeld klagen zij de linkse partijen, de Vlaamse "collaborateurs" met België, het Franstalig (economische) 'profitariaat', 'étatisme' en de "onrechtvaardige" transfers van noord naar zuid aan. Het recente (2004) debat over het vreemdelingenstemrecht, waar een meerderheid van de Nederlandstalige partijen tegenstander was, maar dat doorgevoerd werd door alle Franstalige partijen en de sp.a was zeker een catalysator tot de afbrokkeling van het cordon sanitaire rond het Vlaams Blok. Wanneer (politici uit) traditionele en andere partijen samenwerken met radicaal-rechts rond dit thema, is het niet ondenkbaar dat ze er mee zullen samenwerken rond communautaire dossiers. Het lijkt ook de tactiek van de grote, radicaal-rechtse separatistische partij om de schutskring rond haar te doorbreken om Vlaamse onafhankelijkheid te realiseren. Zij toont ook steeds meer tekenen van goodwill naar andere partijen toe: na de federale verkiezingen van 2003 reikte ze de (afgewezen) hand uit naar de separatistische N-VA en in januari 2004 stemde ze in de Vlaamse Raad samen met de meerderheid voor de provinciale kieskringen. CD&V heeft trouwens reeds aangekondigd dat ze niet meer a priori wetsvoorstellen van het VB zal afwijzen. De tanende Christen-democraten slagen er trouwens niet in de opmars van deze partij af te remmen en zijn bovendien nog meer geremd door de afgesprongen kartelonderhandelingen met de, thans impotente, N-VA. In die zin is het Vlaams Blok dus de enige partij die de dynamiek tot Vlaamse staatsvorming kan doorduwen, wat in het zuiden ongetwijfeld de eis tot een afscheiding van een "zwart" Vlaanderen zal versterken.
Terwijl de traditionele, Vlaamse partijen communautair offensief na offensief lanceren, onder druk van nationalistische zweeppartijen (waar de CVP indertijd de spits mee afbijt tov. de VU), verweren alle overige bewegingen zich vanuit een defensieve optiek.

Sedert de staatshervormingen van 1970 heeft er zich, als reactie op de federalisering van België, weliswaar zeer schuchter, een Belgische Beweging ontwikkeld. Men kan stellen dat deze pas gedurende het laatste decennium min of meer tot ontwikkeling kwam. Anders dan de Vlaamse wordt ze niet vertegenwoordigd door politieke partijen- zoals gezegd liep elke poging om het Belgische gedachtengoed in partijvorm te gieten faliekant af. De Belgische Beweging publiceert ook niet op grote schaal tijdschriften, pamfletten, brochures enz. zoals de Vlaamse dat wel doet. Op een paar uitzonderingen na gebeuren de debatten er in gesloten kring. De Belgische Beweging kent essentieel twee takken: de reactionaire, die een herstel wenst van het unitaire België en de federalistische. Deze laatste vindt haar vertegenwoordiging in BPlus. Deze beweging geeft soms
de neiging aan een soort schuldcomplex te lijden tegenover de onrechten die vroeger aan de Nederlandstaligen in België aangedaan zijn. "BPlus is niet tegen Vlaanderen en trekt het nut, noch de noodzaak van de Vlaamse Beweging in twijfel." (www.bplus.be). Het is datzelfde (misplaatst) schuldcomplex dat ook in bepaalde Franstalige kringen wordt aangetroffen wanneer men er beducht op is te verklaren dat men "niet terugwil naar la Belgique �* papa". In die zin schakelen groepen als BPlus zich (althans naar buitenuit toe) onvermijdelijk in in de logica van het federalisme, die vertrekt vanuit het gegeven dat België een multinationale Staat is waar twee volkeren, Vlamingen en Walen, met hun eigen politieke cultuur in een sfeer van multiculturalisme, solidariteit en samenhorigheid kunnen samenleven. Over hoe de Staat er dan wel moet uitzien, spreekt BPlus zich maar in zeer vage termen uit. Ondanks het aanwezige potentieel (topmensen als Pierre Chevalier, Willy Claes, Olivier de Clippele, enz.) weegt BPlus niet echt op het politieke leven. Het unitarisme leeft buiten BPlus ook nog in Pro Belgica, een sterk reactionaire en koningsgezinde beweging, die - weliswaar schoorvoetend- het federalisme aanvaardt. Ook Pro Belgica beperkt zich voornamelijk tot intern debatteren en ook deze beweging slaagt er niet in haar stempel op de Belgische politiek te kleven. Net zoals de Vlaamse Beweging, en zelfs veel meer, is de Belgische versnipperd en verdeeld. Een eensluidend project, een eensluidende visie op het Belgisch samenlevingsmodel is er niet. Wanneer het slechter zou gaan met België en de eenheid werkelijk in gevaar komt, valt het echter te verwachten dat deze bewegingen nog een voorname rol kunnen spelen.

De Waalse Beweging is een vormeloos geheel, bestaande uit een consortium van Franstalige partijen die als doel heeft de staatshervormingen te blokkeren of de Franstalige belangen in België te verdedigen. Door onhandige politieke manoeuvres van de Belgische Beweging slagen Vlaams-nationalisten erin de strijd voor België af te schilderen als een strijd voor Wallonië of, enger, voor de PS. Het lijkt erop dat bepaalde Franstalige politici zich inderdaad maar aan België vastklampen in zover ze de Staat voor hun belangen kunnen misbruiken. Terecht zet de soms wankele taalwetgeving (Brussel, de faciliteiten…) kwaad bloed bij vele Nederlandstaligen. Anderzijds doet wel de Franse Gemeenschap de meeste inspanningen om individuele tweetaligheid bij de leerlingen te promoten. Omwille van de diversiteit is het onmogelijk de Waalse Beweging vandaag onder één noemer te vatten. Men kan wel stellen dat zij géén separatisme wenst, wegens het besef dat Wallonië economisch (nog) niet alleen kan.

De Rattachistische Beweging lijkt op het eerste gezicht het zwakke broertje. Met zo'n 30.000 stemmen speelt ze geen rol van betekenis. Wel dient gezegd dat rattachisten (wellicht) in alle Franstalige, traditionele partijen te vinden zijn. Robert Collignon (PS), oud-voorzitter van de Waalse executieve bv. is een notoir rattachist. Om de doelen van de rattachistische beweging echter te verwezenlijken is er zowel onder de Franstalige bevolking als onder de Franstalige politici op geen draagvlak kan rekenen. Wanneer er echter vanuit het noorden een sterkere roep om verzelfstandiging zou komen dan zal naar alle waarschijnlijkheid het rattachisme, dat de aansluiting bij Frankrijk beoogt van Wallonië (en Brussel) wellicht zeer snel aan bijval winnen.


2. Succes en falen van de Vlaams-nationale beeldvorming over België

2.1 Welke beelden worden gevormd?

Beeld en taal vormen de gangbare opinie over de maatschappij. Daarom is het belangrijk om, bij wijze van case study, de impact van de spraak die de Vlaamse Beweging gebruikt kort na te gaan.
Voornamelijk in Vlaams-nationale beeldvorming over de Belgische beweging treft men trouwens een interessante paradox aan. Enerzijds wordt het Belgische regime of "establishment" als uitermate anti-Vlaams en oppermachtig voorgesteld en de staatshervormingen als opeenvolgende kaakslagen voor Vlaanderen. Vlaanderen beschikt aldus, zo zegt men, over een schijnautonomie in een stiefmoederlijke Belgische Staat. Anderzijds wordt regelmatig verklaard dat "België verdampt" en (op een natuurlijke) zal verdwijnen. Om dat te staven toont men aan dat steeds meer bevoegdheden enerzijds doorschuiven naar de deelstaten, en anderzijds naar de E.U.
Het is duidelijk dat men de eerste bewering vnl. naar binnen toe gebruikt, om de militanten als het ware nog meer op te zwepen, en de tweede (meestal) naar buiten toe om de eigen positie als quasi-onoverwinnelijk te schetsen. De twee verzoent men door te stellen dat het niet de Vlaams-nationale partijen zullen zijn die België gaan opheffen, maar wel de 'traditionele' partijen zelf. Dit dan door een onoplosbare crisis tussen de gemeenschappen. Vreemd genoeg delen zowel de Belgischgezinde Marc Reynebeau (in de Canvas-uitzending van "Nachtwacht",13-09-2003 en in zijn recente boek "een geschiedenis van België") als Vlaams Blok-voorman Filip Dewinter ("Vrij Vlaanderen",april-mei-juni 2003, p. 5) deze mening.
Een zeer grote verdienste van de Vlaamse Beweging is bovendien dat zij er (ten dele) in geslaagd is de Belgische als essentieel conservatief tot reactionair af te schilderen. Ondanks het pleidooi van vele Belgischgezinden tot openheid en verdraagzaamheid tussen taalgroepen, in se progressief. Wat reactionair is wordt dan onmiddellijk als oubollig en verwerpelijk beschouwd. Zo noemde Jaak Peeters bijvoorbeeld, partijraadslid van de Nieuw-Vlaamse Alliantie het pleidooi van de goede wil en de verdraagzaamheid tussen de gemeenschappen "oubollig" (opiniebijdrage Financieel Economische Tijd, 05-04-02). De assertieve houding van de Vlaams-nationalistische gezagsdragers heeft trouwens nog een belangrijk effect gehad: het defaitisme in de Belgische beweging en langs Franstalige kant van het politieke spectrum. Voor de ondertekening van de St-Michielsakkoorden zei trouwens Louis Michel reeds dat hij de "federalisering van de SZ" onontkoombaar achtte (Knack, mei 1993). Bij het uitkomen van zijn boek "nationalisme onder het mes" stelde Ludo Dierickx (Secretaris-generaal van Bplus) dat wat die organisatie nastreefde "utopisch" was (P-magazine, november 2002). Robert Deschamps, Naams professor en econoom stelde in Le Soir van vrijdag 29-11-2002 dat de "Franstaligen de splitsing van België, onontkoombaar wanneer de Vlaamse politici hun eis tot verdere autonomie zouden doorzetten, moesten voorbereiden".
De stoere, voornamelijk pre-electorale, verklaringen van bepaalde Vlaamse politici hebben hun effect niet gemist… Op die manier maakt men niet langer het essentieel onderscheid tussen Vlaming of Nederlandstalige en flamingant. Bij sommige opiniemakers langs Franstalige zijde is dit een oud zeer: Reeds sedert het begin van de 20e eeuw werden de Vlaams taaleisen weggehoond onder het mom dat ze "flamingantisch" waren en de Belgische eenheid als dusdanig bedreigden. In die zin staat deze vertekening in een lange traditie, in wezen geschraagd op de onwil tot aanvaarding van het feit dat België een meertalige Staat is. Terloops is dit ook één van de redenen die de - weliswaar bewuste- flamingantische beeldvorming over het "reactionaire België" voeden.
Het grootste succes van de Vlaamse Beweging is dat ze, door de media, de maatschappij heeft weten te "vervlaamsen". In een opzienbarend artikel van 13-12-2002 wees Mia Doornaert hierop in De Standaard ("Wat Vlaamsch is, soms valsch is"). Zelfs het weer is "Vlaams". Vrt i.p.v. Brt. Vlaamse in plaats van Belgische kust. Niet "Henin wint van Clijsters", maar "Clijsters verliest van Henin".België wordt bijna niet meer gebruikt in de media, tenzij het echt noodzakelijk is.
De teloorgang van de nationale media ontneemt België een publiek forum waarover gedebatteerd wordt over Belgische problemen, er ontstaat aldus een embryonale 'Vlaamse' en 'Waalse' publieke opinie. De media moedigen dit aan. Een debat tenslotte is niet gewenst. Over de staatshervormingen wordt bijna nooit gedebatteerd. Journalisten stellen bijna nooit de wenselijkheid ervan in vraag. Het Vlaams Blok wordt constant verketterd, maar de belangrijkste eis ervan wordt nooit in vraag gesteld. Toch bevestigen diverse opiniepeilingen dat het Belgisch natiebewustzijn ondanks alles nog veel sterker is dan het Vlaamse, Waalse of Brusselse. Volgens één zo'n peiling van J. Billiet heeft zo'n 80% van de Vlamingen geen moeite om zich te identificeren met België. (De communautaire items, ISPO, p. 1 . Voor degenen die een einde wensen te stellen aan België is dit natuurlijk een meer dan vervelend gegeven. Onmachtig om dit uit te leggen, beroept men zich vaak op het ingewikkelde karakter van de staatshervormingen. Op de politieke kloof tussen de taalgroepen die geen menselijke is. Op de "sentimentele aanhankelijkheid aan België". Volgens Senator Dedecker (VLD) "snappen de mensen niet (dat België moet barsten) omdat het te ingewikkeld is" (Dag Allemaal, januari 2004). In de aanloop van de verkiezingen gebruikte Stefaan Declerck (toenmalig voorzitter CD&V) het veelgehoorde argument dat "de mensen er niet van wakker liggen". Wat legitimatie betreft scoort Vlaanderen dus zeer slecht. De Vlaamse Gemeenschap compenseert dit door massale politieke propaganda (zoals bij 11 juli 2002 of de campagne "Vlaanderen leeft" van de jaren '90). Zonder succes evenwel. Typerend daarvoor was de niet bijster enthousiaste ontvangst van de bevolking voor de eerste, rechtstreeks verkozen, Vlaamse Raad in 1995.

2.2 Een eerste aanklacht: de transfers

3) Het sociaal-economische probleem

"Vlaanderen is de melkkoe van Wallonië. De geldstromen nemen onaanvaardbare vormen aan. Vlaanderen moet zelf solidair kunnen zijn met Europa & de wereld"... zegt men.

Is dat zo?

In elk land zijn er transfers
Ook al zouden de transfers van noord naar zuid zeer hoog liggen, dan nog is dit geen reden om tot een splitsing over te gaan. Solidariteit laat zich niet afmeten aan geld. Omgekeerd kan men ook zeggen: de transfers zijn onbestaand, dus is er niets meer dat de Gewesten tegenhoudt om hun eigen weg te gaan.
De berekeningswijzen voor de noord-zuid transfers zijn éénzijdig en worden vaak berekend door organisaties met een Vlaams-nationalistische inslag (KBC). Wanneer men spreekt van transfers, heeft men het ook steevast over transfers van VLA naar WAL, de echte situatie is veel complexer

(a). Het jongste KBC-rapport nuanceert de verschillen tussen noord en zuid en bevat géén pleidooi voor de splitsing van SZ:
"Volgens de theorie van het fiscale federalisme wordt de herverdelingsfunctie het best toevertrouwd aan het centrale overheidsniveau. Een herverdeling op regionaal niveau dreigt immers te worden doorkruist door de mobiliteit van personen. Een centralisatie van de sociale zekerheid biedt bovendien schaalvoordelen: hoe meer verzekerden, hoe breder de spreiding van de verzekerde risico's" (p. 1)
Bovendien zegt datzelfde rapport dat berekeningen over transfers slechts een "benaderend beeld" geven (idem). Interessant is ook de manier waarop aangegeven wordt hoe de transfers vanuit het VL Gewest plaatsvinden: naar de Federale Overheid (22,7%)- wat uiteraard normaal is, naar de financiering van Gemeenschappen en Gewesten (23,8%)- eigen aan het federale systeem zelf NB!, en tenslotte naar de SZ (53,6%). Inderdaad is deze laatste de voornaamste bron van "transfers", maar het aandeel neemt ervan sedert midden jaren '90 af, terwijl die naar de geldverslindende gewesten/gemeenschappen stabiel blijft (p.6)
Hierbij dient nog opgemerkt te worden dat

-Dit de kostprijs is inherent aan een uitmuntend systeem van SZ, opgebouwd door Belgen uit 3 taalgroepen (Anciaux: één van de beste ter wereld in zijn laatste boek)
-Bovendien gaan 50% van de transfers in de SZ naar Brussel (p. 3). De "geldstroom" naar het Waalse Gewest is dus in de grootste uitgavenpost éven groot als die naar Brussel... Of is Brussel enkel maar "Vlaams" wanneer het gaat om problemen (bv. Ziekenhuizen?)
-Tenslotte stelt het KBC-rapport: Er vindt inzake socialezekerheidsuitgaven m.a.w. een zekere convergentie tussen de gewesten plaats, die de regionale verschillen van het gemiddelde uitkeringsniveau in belangrijke mate heeft uitgevlakt. (p. 4)


=>(b) Waar de KBC de transfers op 5,3 miljard Euro berekende, kwam het VBO uit op 3 miljard Euro/jaar. Dat scheelt een slok op de borrel. Het VBO acht
- dat de transfers van West- naar Oost-Duitsland proportioneel groter zijn dan die van Noord- naar Zuid-België. Hetzelfde geldt voor de transfers van Ile de France naar de rest van Frankrijk en van Engeland naar Wales. Men kan daar ook de massale transfers van Noord- naar Zuid-Italië aan toevoegen en van de Amerikaanse Oost- en West-kust naar het binnenland
- dat de noord-zuid-transfers omkeerbaar zijn. Vooral op vlak van pensioenen doet zich een omgekeerde beweging voor. De vergrijzing slaat meer toe in het noorden van België zodat de kans groot is dat binnen een 20-tal jaar de Franstaligen de pensioenen van de Nederlandstaligen zullen betalen.

Dat laatste wordt ook door het recentste KBC-rapport bevestigd: De relatief snellere veroudering van de Vlaamse bevolking in vergelijking met de rest van het land weerspiegelde zich in een groeiend aandeel van Vlaanderen in de pensioenuitgaven (p.4). Dat geldt niet alleen voor de pensioenen: Zo lagen de uitgaven voor ziekte en invaliditeit (ZIV) in het jaar 1999 (KBC-rapport) in het Vlaams Gewest hoger dan het aandeel van dat gewest in de landsbevolking. Vandaag stelt de KBC: Ten slotte nam ook het Vlaamse aandeel in de grootste post van de sociale zekerheid, de uitgaven voor ziekte en invaliditeit (ZIV), verder toe. Dat aandeel ligt inmiddels al 3 procentpunten hoger dan het bevolkingsaandeel van Vlaanderen. De gemiddelde ZIV-uitkering per inwoner lag in 2002 5,2 % boven het landsgemiddelde (p.4)


=>(b) Er zijn ook transfers van arm naar rijk, tussen steden, tussen provincies, etc. Onderzoek (DS) toont aan dat m.n. Waals-Brabant het hoogste per capita inkomen heeft van België. (Brabant als economische eenheid) Omgekeerd is het zuiden van West-Vlaanderen even arm dan Henegouwen!
=>(c) Het aandeel van het Vlaamse Gewest in de federale begroting (p.5) zou inderdaad boven het landsgemiddelde liggen (maar maakt slechts 1/5 uit van de totale 'transfers', supra). Hiervoor, en voor eigenlijk alle "verschillen" tussen noord en zuid zijn allereerst enkele structurele problemen waarmee het Waalse Gewest kampt (sedert het einde van de jaren '60) aan te duiden:
-de afwezigheid van havens en luchthavens (=polen werkgelegenheid), waarvoor door de unitaire Belgische Staat veel geld in het noorden werd gestoken
-het faillisement van de steenkoolmijnen en de diepe economische crisis tot op de dag van vandaag voelbaar
-de grotere agrarische/natuurkundige diversiteit/aanwezigheid die in dit gebied aanwezig zijn
=>(d) Bovendien zou het Vlaams Gewest moeten weten dat het zelf alle baat heeft bij een economisch sterk Waals Gewest (zgn. Marshall-effect). Hoe meer koopkracht de Zuid-Belgen hebben, hoe meer zij ook in het noorden van België producten zullen kopen. In dezelfde zin heeft ook de Europese Unie tot streefdoel de economische verschillen tussen de lidstaten weg te werken. Het is dan moeilijk verdedigbaar op Belgisch vlak het omgekeerde te willen doen. Ook J. Sauwens (CD&V) onderschrijft deze stelling:
De recente cijfers over de omvang van de transfers van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel (DS 5 november) hebben veel reacties uitgelokt. Een opstoot van communautaire koorts die steeds terugkomt bij speciale gebeurtenissen: 11 juli-vieringen, nakende verkiezingen en regeringsonderhandelingen. Denk aan 'De Belgische ziekte' van Guy Verhofstadt (1997) en 'Ze leven op een andere planeet' van Karel De Gucht (2003). De vele reacties, ook de terechte, gaan voorbij aan de essentie. Het probleem ligt niet bij de (grote) transfers zelf, want zij zijn niet meer dan het symptoom van een ziekte. De kernvraag is: waarom zijn er grote transfers en wat maakt ze structureel? Ik beschuldig Wallonië niet van alle kwaad. Ik vertrek van objectieve vaststellingen. [...] De huidige transfers zijn louter inkomensondersteunend en kunnen het economisch zwakke Wallonië niet uit het slop halen. Het is een doodlopend straatje. De achterliggende oorzaak van de transfers is een ontwrichte Waalse arbeidsmarkt, het resultaat van een decennialang tekort aan economische dynamiek. [ ... ] Vlaanderen heeft alle belang bij een welvarend Wallonië. [...] Als Wallonië dezelfde werkgelegenheidsgraad als Vlaanderen kende, dan zouden ongeveer 150.000 mensen extra aan het werk zijn. Ze zouden mee sociale bijdragen betalen en er zouden minder uitkeringen moeten worden uitbetaald. [...]
(DS 21.11.03)

=>(e) In België is er sinds de creatie van de gewesten in 1980 en hun latere bevoegdheidsuitbreiding, ook op fiscaal vlak, veel minder economische solidariteit. De solidariteit op vlak van sociale zekerheid is slechts interpersoneel en lost de structurele economische problemen dus niet op. Zo riskeren de verschillen alleen maar groter te worden, wat trouwens de wens is van sommigen. De Staat moet m.a.w. in staat zijn niet alleen de macro-economische bevoegdheden te beheren, maar het gehele economische leven. Decentralisatie kan:
1) Territoriaal: naar de provincies (beter uitgerust om problemen op kleiner niveau aan te pakken, cf. FORD-Genk)
2) Decentralisatie locaal+sectorieel naar CAO-niveau
=> (f) Tenslotte: meer eenheid kadert ook in de Europese gedachte: harmonische economische ontwikkeling, Art. 2 Verdrag van Rome. The Community shall have as its task, by establishing a common market and an economic and monetary union and by implementing the common policies or activities referred to in Articles 3 and 3a, to promote throughout the Community a harmonious and balanced development of economic activities, sustainable and non-inflationary growth respecting the environment, a high degree of convergence of economic performance, a high level of employment and of social protection, the raising of the standard of living and quality of life, and economic and social cohesion and solidarity among Member States.

2.3 Vraag naar de Belgische meerwaarde

Men zegt weleens dat "België geen meerwaarde heeft".
Is dat zo?

De Belgische Staat schiep de mogelijkheidsvoorwaarden voor de ontwikkeling van de Nederlandstalige cultuur en maakte van het Vlaams Gewest in Belgisch institutioneel kader één der rijkste regio's ter wereld
Als het Vlaams Gewest onafhankelijk zou worden zou het rijker kunnen zijn. Wellicht niet (schaalverkleining). En dan nog? Brabant zou nog rijker zijn.
Ons land heeft ook een uitstekende reputatie opgebouwd wat het bedrijfsleven betreft. Vlaamse bedrijven floreren niet alleen in het Belgische kader, maar ook buitenlandse bedrijven investeren gretig. Dat is normaal, België, immers, ligt op het kruispunt van Europa en is toch een land met een dichte bebouwing, een stevig bevolkingsaantal, een hoge welvaartsstandaard en een uitstekend wegennet.
In nationalistische optiek zou een bepaalde groep mensen op één territorium een gemeenschappelijke geschiedenis hebben, eenzelfde taal spreken, aan een zelfde cultuur deelachtig zijn en - min of meer- dezelfde waarden delen. Het volk is dan soeverein en beslist wat het met andere volkeren wil samendoen (daarom zijn nationalisten a forteriori tegen grotere federale samenwerkingsverbanden zoals de E.U.). Los van de ethische waarde van deze definitie (behoren allochtonen wel tot het Vlaamse volk? Wat is de maatstaf om zich te integreren in een volk? Kan je als buitenstaander "echt" tot een volk behoren? Niet alle Nederlandstaligen hebben hetzelfde waardenpatroon, men kan tot verschillende culturen behoren etc…) zijn er ook praktische bezwaren.Immers, Limburg heeft met de rest van de zuidelijke Nederlanden geen gemeenschappelijke geschiedenis, Brabant wel. In de provincie Brabant anderzijds is er toch een splitsing, los van de historische affiniteiten, die bovendien ingaat tegen de economische logica. De taal lijkt dus doorslaggevend te zijn. Eén volk is één taal ("de tael is gansch het volk"- het begrip volk is een 18e eeuwse term ontstaan in de Duitse romantiek en gewoon een linguistische constructie.). Dat is nog problematischer. In dat geval kan enerzijds Antwerpen met evenveel rechten dan het Vlaams Gewest autonomie claimen. De spiraal van versnippering wordt dan oneindig. Nationalisten zullen dan stellen dat taal in regio's moet gebundeld worden. In dat geval vormen Vlaanderen en Nederland enerzijds en Duitsland en Oostenrijk anderzijds een regio. Maar die ruimtes zijn te groot om te beantwoorden aan de definitie van "regio"! Zijn Staten niet opgebouwd volgens het principe van bevolking? Volgens rechtsgelijkheid? Toegegeven, een ééntalige staat is makkelijker om te besturen, maar andere meertalige Staten (Zwitserland, Canada,…) blijken toch niet alleen te kunnen functioneren, maar hebben doorgaans een hoge welvaartsgraad.
Ook institutioneel biedt ons land een meerwaarde. Binnenlands: op het vlak van een enorme dossierkennis door jaren ernstig debat opgebouwd in zake bijvoorbeeld defensie, justitie en een traditie van enorme vrijheden voor de burger in alle omstandigheden. Jammer genoeg is een schat aan dossierkennis voor bijvoorbeeld ruimtelijke ordening door defederaliseringen verloren gegaan. Ook ecologisch biedt Wallonië een surplus aan Vlaanderen
De ultieme meerwaarde die België tenslotte biedt is Europa. Niet alleen is ons land oververtegenwoordigd in de Raad van Europa, maar onze stem wordt internationaal gerespecteerd. Als voorbeeld moge hier de crisis omtrent Irak in de lente van 2003 dienen. Grote Belgische staatsmannen zoals P.H. Spaak zijn bijna net even belangrijke grondleggers van de Europese Unie dan Churchill of Adenauer. Een onafhankelijk Vlaanderen heeft een eigen stem, juist. Maar wat voor één? En met welk gewicht? Naast de uitmuntende strategische ligging bezit ons land ook Brussel. Brussel is wellicht als metropool belangrijker dan de som van de twee andere "deelstaten" samen. Kan een onafhankelijk Vlaanderen Brussel met al zijn instellingen bewaren? Niet alleen de Europese, maar ook de zetel van de NAVO in Evere bijvoorbeeld. Men kan bovendien nog argumenteren wat de toekomst is van een federaal Europa (nationalisten willen een confederaal Europa van soevereine naties, de facto een terugkeer naar de periode van voor de EGKS) waarin een land met drie taalgroepen niet eens overleven kan. Sommigen hebben het in dit opzicht over het multiculturalisme van de Belgische maatschappij. Eerder een zwak argument: Ook Vlaanderen is multicultureel samengesteld. Maar dat laatste dekt toch niet alles. Ons land heeft bewezen dat drie taalgroepen (de Duitstaligen zijn trouwens de best beschermde minderheid ter wereld) in staat zijn op vreedzame wijze met elkaar samen te leven. En daar zal in de toekomst geen verandering in komen, waarom zou het ook?
Wat is eigenlijk de meerwaarde van Vlaanderen voor België? En dan hebben we het niet over de Nederlandstalige cultuurgemeenschap, maar wel over het federalisme dat ons in drie gewesten met talloze deelregeringen en -parlementen opzadelt. Federalisme was een eis van nationalistische bewegingen. Nu is het er. Maar worden we beter bestuurd? Niemand geraakt nog wijs uit het Belgisch labyrinth. Een veel redelijker oplossing lijkt de staat te ontdubbelen en multipolair te maken. (infra)
Tenslotte kunnen we ons afvragen wat de zin is van te redeneren in meerwaarde-theorieën. Zou Philips/Ford-Genk niet sluiten als Vlaanderen onafhankelijk wordt? Een economie gebaseerd op slavenarbeid biedt ook een relatieve meerwaarde maar wordt algemeen als inhumaan erkend. De toekomst is Europees.
Het Vlaams-nationalisme daarentegen is fundamenteel anti-Europees (cf. ook supra). Het wijst het bestaande Europa af, en wil een ethnisch Europa waarin staatsgrenzen samenvallen met "cultuurgrenzen". Als VL zonder België kan (en dat kan het niet, infra), dan kan het ook zonder Europa. Het is net dat denken dat tot twee Wereldoorlogen heeft geleid. Het Vlaams-nationalisme bekampt naast België het idee van kosmopolitisme in haar streven naar een cultuurhomogene staat. In de strijd tegen het VB wil men punt 1 van het VB, de eigenlijke bestaansreden ervan: separatisme op (veronderstelde) ethnische gronden verwezenlijken. In die zin is er een parallel tussen Vl-nationalisme en islamfundamentalisme of zelfs nazisme. Het constant hameren op de eigenheid en virulent afwijzen van andere be-volkingscomponenten (infra) opent de deuren naar een totalitaire staat. Europa is gebouwd op de krachtlijnen van samenwerking tussen onderlinge staten. Men kan niet België afbreken en Europa opbouwen. Het Europa der regio's of volkeren is een gevaarlijke dystopie:
De staten die we nu kennen zijn volgens nationalisten verouderd, 19e eeuws en zullen- en dit wordt voor België zelf vaak herhaald- enerzijds bevoegdheden afstaan aan de Europese Unie en anderzijds aan de gewesten. Zo zou het Europa van morgen een confederale structuur van monoculturele volkeren worden: de Vlamingen, de Welshmen, de Bretoenen, de Basken, de Friezen, de Schotten… Niets echter wijst erop dat een evolutie zich in deze richting zich voltrekken zal. Allereerst kent Europa maar enkele federale staten (Duitsland,Zwitserland,Oostenrijk- en dan nog!- en-gedeeltelijk-Spanje) en bovendien zijn deze staten centripedaal gevormd (in tegenstelling tot ons land waar het federalisme centrifugaal is; vandaar dat men de bewering als zou een "Vlaamse grondwet" of een "paritaire senaat" de normaalste zaken zijn in een federale staat voor ons land niet opgaat. Zij vormen er slechts de bron van nog meer middelpuntvliedende krachten, daar waar in een ander federaal land-bv. Duitsland- de federale grondwet als koepel is komen te staan op de grondwetten van de deelstaten). Niets wijst erop dat er een lidstaat van de Europese Unie in staat van ontbinding verkeert, de meesten zijn unitair -zoals gezegd- en dit geldt eveneens, en zelfs nog meer, voor kandidaat-lidstaten in het voormalige Oostblok. Het Europa der regio's is bijgevolg niets meer dan een leugen of een nationalistische utopie. Bovendien kan men zich afvragen of de Vlaams-nationalisten wel zo "Europees" gezind zijn. In een federale staat kunnen ze niet met Franstaligen samenleven, wat zouden ze dan doen in een (toekomstig) federaal Europa waar ze met verschillende entiteiten samenleven? Wordt Brussel, of Vlaams-Brabant immers niet bedreigd door het 'franskiljonisme'? Hoe gaan middelpuntvliedende krachten in eigen land plots middelpuntzoekend worden in Europa? Het Vlaams-nationalisme is een monoculturele ideologie die zich onmogelijk kan integreren in een meertalig geheel. Vlaams-nationalisme kan bijgevolg nooit op Europa rijmen.


Deze redenering gaat zeker op wanneer er over internationale verbanden zoals de NAVO of de VN gesproken wordt. Zowat alle conflicten vandaag zijn, niet voor niets overigens, nationalistisch van aard. De wereld wordt één. Nationalisme is dus ook antimundialistisch.

De aard van het nationalisme in Belgische context is er niet op gericht om Vlaanderen een beter bestuur te verschaffen. België kan (en mag!) als "meervolkerenstaat" niet werken. Ook wanneer Vlaanderen er op alle vlakken op zou achteruitgaan, zouden er nog nationalisten zijn (vgl. Deutschösterreich muß wieder zurück zum großen deutschen Mutterlande, und zwar nicht aus Gründen irgendwelcher wirtschaftlicher Erwägungen heraus. Nein, nein: Auch wenn diese Vereinigung, wirtschaftlich gedacht, gleichgültig, ja selbst wenn sie schädlich wäre, sie möchte dennoch stattfinden. Gleiches Blut gehört in ein gemeinsames Reich., A. Hitler) . (Duits-Oostenrijk moet weer aansluiting zoeken nij het grote Duitse moederland etc)
Het nationalisme is compromisloos ("rechtlijnig") en is voorlopig verankerd in het Belgische institutionele systeem. Sommigen menen dat 'het einde van België' nu reeds in de sterren staat geschreven. Zulke historische wetmatigheden zijn deterministisch en dus fout. Vlaams (of Waals-) nationalisme bestaat door de foutieve opvatting dat ons land essentieel uit 2 subnaties is opgebouwd. Dat is onjuist; de Belgen tonen zich bij grote gebeurtenissen (witte mars, overlijden Vorst enz) steeds als één volk dat de taalverschillen ruim overschrijdt (L. Van Der Kelen). En ook al waren er meer "volkeren" in één land, is dit nog geen bezwaar. Verschilt een allochtoon ook niet van een Nederlandstalige? En die komt (meestal) uit een niet-Westerse cultuur; Conclusie: het nationalisme (separatisme) moet worden afgewezen wegens ondemocratisch, onbelgisch, onvlaams, oneuropees, antimundialistisch. De flaminganten willen- zonder het te weten- trouwens ook VL kapot:
Bij het Koninkrijk NL (stelling o.a. Bourgeois, Vandenbrande)
Alleszins anti-Belgisch: "In onze strijd tegen België moeten wij van grenzen spreken. Wij moesten die grenzen bepalen en ervoor vechten. België was trouwens onze vijand. Duitsland is onze vijand niet. Wij hebben vertrouwen in de Führer." (S. Declerk)
In een Germaanse ruimte (Vlaams Blok); Overigens is geen enkele vorm van racisme mogelijk zonder nationalisme (er bestaat geen meertalig racisme). Hitler eiste delen van Polen, Oostenrijk, Sudetenland, Oostkantons enz. op op taalbasis; nationalisme vertrekt steeds van het "eigen volk eerst principe" en sluit vandaar steeds �*ndere groepen uit. Men wil wel samenwerken met Arabieren maar niet met "de Walen"?
Na separatisme wordt Wall. Onvermijdelijk bij Frankrijk gehecht (Eyskens). Zoiets zou voor de verfransing, de taalwetten etc. zeer nadelig zijn- op zijn zachtst gezegd…


3. Redenen om het Vlaams-nationalisme af te wijzen

3.1 Ter inleiding: De leugen van het confederalisme

Staatkundig heeft het Vlaams-nationalisme als doel, in eerste instantie, de verwezenlijking van een Vlaamse lidstaat van de Europese Unie. Ook binnen een confederaal België zou dit de facto het geval zijn. Confederalisme is immers separatisme daar het de oprichting nastreeft van twee soevereine staten die -weliswaar binnen een statenbond- nog beslissen wat ze samen verder willen doen. Een blik op de programmabrochure van CD&V (mei 2003, p. 78-80) toont aan dat deze confederaal-georiënteerde partij een einde wil stellen aan België. Ze eist immers de overheveling naar de deelstaten- in het kader van een confederaal model- van: het gezins- en gezondheidsbeleid, het hele werkgelegenheidsbeleid, de CAO's, de vennootschapsbelasting, delen van het veiligheids- en justitiebeleid, de huurwetgeving, de mobiliteit en de NMBS, het wetenschapsbeleid en het rampenfonds. Voorts eist de partij nog een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en een stem voor de deelstaten in Europa. Van alle traditionele partijen heeft CD&V het meest radicaal-Vlaamsgezinde. Het is duidelijk dat de uitvoering of het afdwingen van deze eisen onherroepelijk het einde van België zouden betekenen. Confederalisme is dus eigenlijk gewoon Wetstaat-taal voor "separatisme". Het is belangrijk dat deze woorden verklaard worden, wat overigens bijna niet gebeurt, teneinde te begrijpen waarover politici het hebben.

3.2 Waarom afwijzen?

Tot nog toe heeft dit betoog vrijwel louter een descriptief karakter gehad. Waarom moet eigenlijk het separatisme (confederalisme) worden afgewezen? Daarvoor is het nodig om een antwoord te geven op drie vragen:

1) Heeft Vlaanderen (Wallonië) recht op zelfbeschikking?

De Belgische regio's hebben uiteraard theoretisch recht op zelfbeschikking. Wanneer een voldoende aantal mensen erom vraagt een staatsverband op te richten, of een (ouder) staatsverband vrijwillig te verlaten is het een democratisch recht om dit te doen. Tot nader order echter, en er is geen reden dat hier in de toekomst verandering zou in komen, is er van de bevolking uit geen vraag naar secessie. De separatistische eisen zijn vooral die van de (noordelijke) politici. Voor de splitsing van milieu, landbouw, ziekteverzekeringen, NMBS, Sport enz. zijn nooit mensen op de been gekomen. Elke opiniepeiling toont bovendien aan dat de mensen in grote mate gehecht zijn aan België. Dat is trouwens, zoals eerder reeds opgemerkt, de reden dat zelfs partijen die België wensen op te doeken dit nooit expliciet in hun campagne vermelden. Hoog tijd dus voor een bindend referendum over deze materie.

2) Zullen onafhankelijkheid of andere scenario's de regio's ten goede komen?

Toen België in 1830 onafhankelijk werd heeft het grote delen aan grondgebied verloren: Nederlands Limburg en Luxemburg, waar nochtans ook opstandelingen vandaan kwamen. Nadien hebben Leopold I, die toch op een goed blaadje stond bij de toenmalige hoven en zijn opvolger, Leopold II er ongeveer een halve eeuw over gedaan om België op de Europese kaart te zetten. Waarom zou Vlaanderen dat sneller kunnen klaarspelen? Natuurlijk zijn Estland of Tsjechië ook nieuwe staten maar wat is het gewicht van deze twee landen versus België dat een trouwe EU-partner is en een bondgenoot van de VSA. Het is dus niet alleen de vraag of Vlaanderen onafhankelijk kan worden, maar ook in welke vorm (kan het Brussel behouden bv.?) alsook welke rol het internationaal kan spelen. Noch de merknamen Vlaanderen, Wallonië en/of Brussel genieten trouwens internationale bekendheid (Brussel nog het meest van de drie). Het is bovendien ten zeerste de vraag of de EU deze splitsing zal toelaten, daar zij niet het risico zal willen lopen dat andere groepen (de Basken, de Normandiërs…) separatisme in België als precedent zouden aangrijpen. Al bij al is separatisme een sprong in het duister. Waar er al geen vooropgezette, eenduidige strategie bestaat en bestond binnen de Vlaamse Beweging om de ontvoogdingsstrategie binnen België uit te tekenen lijkt het sterk betwistbaar dat Vlaanderen een prominente rol kan spelen in de EU, laat staan in de wereld.

3) Valt separatisme op ethische gronden te verwerpen? Een historisch essay

§1 Wording van België (1789-1830)

"Ik moet in Vlaanderen de eerste racist nog tegenkomen". Uitgerekend Filip Dewinter (VB) heeft ooit met deze boutade uitgehaald. De vraag of er een verband bestaat tussen de volksnationalismen in België en racisme is een moeilijke vraag die een uiterst gevoelige snaar raakt. Langs de ene zijde kan men niet elke vorm van nationalisme afkeuren: België ontstond immers ook door nationalisme, anderzijds zijn er door nationalistische excessen twee wereldoorlogen en vele regionale conflicten gecreërd. Het gaat dus niet op om "nationalisme" sine qua non gelijk te schakelen met racisme, maar dit zou weleens kunnen gelden voor (Vlaams) volksnationalisme. De Belgische natie is ontstaan door liberale en katholieke krachten die, in navolging van de Amerikaanse (1776) en Franse Revolutie (1789) inwerkten op de Zuidelijke Nederlanden, waar de verschillende vorstendommen, net als elders in Europa, onderhevig waren aan een centralisatie en unificatieproces, i.c. door het Huis van Bourgondië, en later door de Habsburgers. Zowel liberalisme als katholicisme waren prominent aanwezig in de Brabantse omwenteling (1789-1790) als in de Belgische Revolutie (1830). Wanneer het hen schikte werkten Clerus en de burgerij samen ('monsterverbond'), zoniet bestreden ze elkaar. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de Belgische Revolutie door de (hogere) middenklasse was begonnen. Een ééntalig Franse Staat werd gecrëerd. Dat hier verzet rees van Nederlandstaligen is niet opmerkelijk, dat het verzet reeds in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden aanwezig was is minder bekend. In de Zuidelijke Nederlanden werden verscheidene talen gesproken, met verschillende subdialecten: het Vlaams, het Brabants, het Limburgs, het Luxemburgs, het Waals en het Frans. Willem I wilde in deze het zuiden niet voor het hoofd stoten en schreef in 1818 in het werk van de hiermee belaste Grondwetscommissie: "Nationale taal Nederduits, zijnde: Hollands, Vlaams en Brabants". In 1822 berichtte de Franse gezant in Nederland aan zijn regering dat "de Koning in het zuiden het Vlaams bevoorechtte, maar dat de Hollandse aap mettertijd wel uit de mouw zou komen". (L. WILS, Vlaanderen, België en Groot-Nederland, mythen en geschiedenis, p.57-5 In 1834 verklaarde J.F. Willems, één der vaderen van de Vlaamse Beweging dat hij "het Vlaemsch verdedigd had tegen de bekrompenheid der Hollandsche spellingregels". (op. cit., p. 60). Na 1830 werden de Nederlandstaligen in België gediscrimineerd, omwille van hun taal- overigens niet zo uitzonderlijk in Europa, de Nederlandse universiteiten namen ook pas Nederlands aan in de universiteiten sedert 1876-, wat niet leidde tot rancunes tov. de Belgische Staat, maar wel tot een poging tot versterking van het Nederlands, een overstijgen der particularismen teneinde een bewijs te leveren dat het de Nederlandstalige component een essentieel onderdeel was van het nieuwe Koninkrijk. De opeenvolgende taalwetten (vanaf de jaren 1870) verbeterden weliswaar de situatie, maar brachten geen soelaas. Een reactie op de Vlaamse Beweging evenwel was de Waalse Beweging die ervoor vreesde dat Franstalig België geminoriseerd zou worden door een 'achterlijk' Vlaanderen. Zij was dan ook elitair, vrijzinnig en links. Daartegenover was de Vlaamse Beweging van in den beginne grotendeels katholiek en rechts- er waren uitzonderingen. Het is belangrijk om dit te weten, omdat deze twee krachten zich doorheen de geschiedenis, en met name vanaf 1945 steeds zouden verenigen tegen de Belgische Natie.

§2 De Vlaamse Beweging onder pangermaanse invloed (1914-1945)

Er is geen enkele divergentie te ontwaren tussen Belgisch nationalisme en flamingantisme voor 1914, integendeel: beiden vulden elkaar aan op één lappendeken. Het was de Duitse inval in 1914 die hierin verandering bracht. Niet zozeer de Vlaams-nationalistische, dan wel de Grootnederlandse idee werd door het Keizerrijk aangehangen. "België kapotmaken ter wille van Nederland, dat neutraal was" (men leze o.a. "Wereldoorlog I: geschiedenis, voorlopige nota's", Brussel, 2002 door L. DE VOS). Reeds rond de eeuwisseling droomden pangermanisten van een Duits Europa waarin vazalstaten zouden 'geluxemburgisiert' worden (Luxemburg was in de 19e eeuw toegetreden tot het Zollverein, sommige Duitsers hoopten, in navolging van 1870 hiervan dat Pruisen hierdoor ook België, Nederland, en Luxemburg althans economisch zouden kunnen opslorpen). Von Sandt, hoofd der Zivilverwantung in Brussel schreef op 2 september 1914 in navolging van Kanselier Betmann-Hollweg dat de Vlaamse Beweging moest ondersteund worden teneinde in Nederland "indruk te maken" ( Bescheiden, RGP, 137, nr. 123). Het weze voor de goede verstaander duidelijk dat het het Duitse Rijk maar in tweede instantie interesseerde hoe België of Vlaanderen eruit zou zien. Dat het verminkt uit de oorlog moest komen en dat met name Nederland samen met (minstens) Vlaanderen bij Duitsland moest worden gevoegd (een gelijkaardig plan werd voor het "soevereine" Koninkrijk Polen, losgerukt uit het Russische Tsarenrijk voorzien). Het Grootnederlands denken, dat tot op vandaag de Vlaamse beweging beïnvloedt is dus in een staatkundig, instrumenteel concept gegoten door de Duitse overheid. Heldere geesten zagen dit al naar het einde van de oorlog toe. Zo bijvoorbeeld L. du Castillon in het Belgisch Dagblad van 9 februari 1917 (p.1): "In andere woorden voorspelt men in het Duits blad - bedoeld wordt het Nederlandse blad 'De Toekomst', door Duits geld gesubsidieerd- in geval van Duitsche overwinning de vernieling van België, de verduitsching van ons land en een onderjukt en verslaafd Vlaanderen, dat wel zou mogen leven als het verlangt, maar onder de laars van den Pruis. De Vlaamsche activisten streven bewust of onbewust naar die Duitsche toekomst, hierin geholpen door de Vlaamsche partij en een zelfstandig Vlaanderen dat zij willen oprichten als een zelfstandig Polen." Natuurlijk waren er voornamelijk geo-politieke redenen die aan deze beslissing voorafgingen, met name het bezit van de Belgische (En Nederlandse) havens, zo belangrijk voor Duitsland dat geen toegang had tot de zee, tenminste niet voldoende toegang. Ook in Nederland pleitte Kuyper, voorman in de ARP, Hoofdredacteur van de (Nederlandse) Standaard, het partijblad, voor een een ontbinding van België in een federatie van twee koninkrijken (op. cit., p. 267). Hij was echter wel behoedzaam voor het "belgicisme" en waarschuwde om hier niet tegen in te gaan. (idem). Vandaar een in eerste instantie geleidelijke oplossing voor België. Dat de Vlaamsvoelendheid onder de bevolking zeer klein was, toont onder andere de "Catechismus der Vlaamsche Beweging", in 1917 aan het front uitgegeven was, aan: … "11° vraag: "Maar de Vlaming is tevreden en wenst geen verandering! '(zoo dat juist is) bewijst hem niets meer (dan dit) de dringende noodzakelijkheid der Vlaamsche beweeging: De veege tekenen in het Vlaamsche volk zelf: onwetendheid en ongevoeligheid" (Ze liggen er niet van wakker!) (uit: J. ANTHIERENS, "de Ijzertoren, onze trots en schande", p. 200). In 1918 werden Vlaanderen en Wallonië van elkaar gescheiden. Vlaanderen werd in haar "onafhankelijkheid" bestuurd door de 'Raad van Vlaanderen', met daarin Aktivistische topfiguren. Enkele maanden nadien echter was België weer vrij en zat de Vlaamse Beweging aan de grond.
Zo is het duidelijk dat in Wereldoorlog I twee visies met elkaar botsten en op elkaar inspeelden:
De Vlaamse Beweging enerzijds, met haar minimalistische eisen voor tweetaligheid in Vlaanderen en de Duitse beweging anderzijds. Uit deze symbiose groeide een verzet tegen de structuren van de Belgische Staat zelf, geëmaneerd door de Frontbeweging en de 15.000 Activisten in onbezet België (beiden stonden trouwens met elkaar in contact). Welk was dan deze breuklijn in België, die men sedert 1918 "communautair" noemt?


§2* Welke kwestie?

Was het een rassenkwestie, zoals de joden in Europa ondervonden? Hierop kan ontkennend worden geantwoord. Er is trouwens maar één menselijk ras. Een godsdienstkwestie was het ook al niet, heel België was katholiek, de industriële centra in het zuiden al minder, maar toch. Een nationaliteitenkwestie dan? Het is aanlokkelijk om dit aan te nemen. Joegoslavië, de Sovjetunie enz. werden vaak omschreven als "multinationale" staten. Het nationaliteitsbegrip echter is uiterst rekbaar en is bijna niet te beschrijven. Wanneer een voldoende aantal inwoners een nationaliteit aanvoelt kan men spreken van een "natie". Historische achtergronden kunnen daarin als katalysator spelen, desalniettemin is Duitsland gevormd door een samenvoeging van gebieden die eeuwenlang aparte vorstendommen vormden. Zo ook Spanje. Is taal een natievormende factor? Ontegensprekelijk wel. Al was het maar door het feit dat de centrale organen sedert de 18e eeuw in de nieuwe natiestaten professionalisering, centralisering en rationalisering nastreefden. Dat zoiets makkelijker in één taal gaat hoeft geen betoog. Tot op vandaag wordt in Nederland het Fries niet erkend als officiële taal en heeft de VSA waar zovele talen worden gesproken slechts één officiële taal: het Engels. Taal kan dus naties vormen, maar hoeft er geen te vormen. De Sovjetunie (communistisch regime), Joegoslavië (imperialisme, godsdienstverschillen) of Tsjechoslovakije (economische verschillen) zijn niét door taalverschillen uit elkaar gevallen. In Ierland prevaleerde een godsdienstverschil, in Israël ook. Zo heeft taal dus wel in de 18e en 19e eeuw naties gecreërd, maar schijnt dit niet het geval te zijn in de 20e eeuw. Wat vast staat is dat er in België trouwens geen sprake is van een nationaliteitenkwestie, maar louter en alleen van een taalkwestie.

Het Belgische "probleem" valt te reduceren tot een taalprobleem waarop meerdere "lagen" zijn aangebracht. Jules Destrée heeft in zijn Brief aan de Koning (1912) dan wel als eerste gepleit voor een bestuurlijke scheiding tussen Nederlands- en Franstaligen, maar het waren de flaminganten en de Duitsvoelenden onder hen meerbepaald die de "Germaanse" ideologie (Heim ins Reich) overnamen en tot een politiek instrument uitwerkten, ook en vooral na WO I, toen zowat de hele Vlaamse Beweging- niet toevallig dus- in Duits (fascistisch) vaarwater terechtkwam. Vandaar dat de Vlaamse (of Waalse) "identiteit" voor sommigen wel reël is, maar grotendeels gecrëerd is ter legitimatie van een soort subnationaliteit die het "Franse" België bestreed. Zij die in deze beweging sedert 1918 het voortouw hadden, en zij die het vandaag hebben kunnen dan ook nooit de democratische principes aanvaarden. De crisis van het parlementarisme in de jaren '20 en '30, toen zowat heel Europa ofwel autoritair, communistisch of fascistisch was heeft dan ook vrij snel de Vlaamse en Heel/Grootnederlandse beweging omarmd. In Wereldoorlog II koos het grootste deel van de Vlaamse Beweging onvoorwaardelijk de Duitse kaart. Nochtans hadden de Nederlandstaligen in de jaren '30 politiek een gelijke positie dan de Franstaligen: de gelijkheidswet (1898) had van het Nederlands reeds een staatstaal gemaakt. De territoriale eentaligheid van Vlaanderen werd in de periode 1932-1938, afgezien van Brussel en het vastleggen van de taalgrens (de talentellingen zouden na WO II op veel verzet stuiten), gewaarborgd. Toch radicaliseerde, zoals reeds gezegd, de Vlaamse Beweging verder. Het lijkt er een kenmerk van te zijn dat zij, ofschoon haar eisen grotendeels ingewilligd zijn, steeds blijft muteren en radicaliseren. Niet alleen in de jaren '30, maar ook vandaag nog.

De lijn van collaboratie die met name het VNV (onvoorwaardelijk, vanaf 10 november 1940) aannam moet dan ook niet als toevallig beschouwd worden, maar als een logisch vervolg van het verzet tegen het Belgisch-parlementair "establishment" (dat heeft Bruno DEWEVER in zijn prachtige studie "Greep naar de macht" trouwens overtuigend aangetoond). België kwam trouwens niet onder een - meer ideologische- 'Zivilverwaltung', zoals Nederland, maar onder een 'Militärverwaltung'. De doelen van de bezetter waren echter dezelfde dan in 1914, de collaboratie groter en ideologisch gekleurd. En net zoals in 1918 wordt België in het laatste jaar van de bezetting opgedeeld in een Reichsgau Flandern en in een Reichsgau Wallonien. De rol van het VNV is dan al grotendeels uitgespeeld ten voordele van de "eenheidspartijen" DeVlag (Duits-Vlaamsche Arbeidsgemeenschap) en "Rex" van Degrelle. De collaboratie viel in zeer slechte aarde en de gehele Vlaamse Beweging ei zo na uitgeroeid. Tot tweemaal toe werd de Ijzertoren (1945-1946) gedynamiteerd.

§3 Offensief tegen België (1950-2004)

Waarom dan is het unitaire België geëvolueerd tot een federale Staat? Alvorens de unitaire Staat zou hervormd worden, zouden eerst nog 25 moeilijke jaren (1945-1970) volgen. Zoals we eerder reeds zagen was langs Vlaams-radicale zijde het federalisme,het separatisme, het Grootnederlands denken etc. gegroeid uit een ongenoegen met de Belgische parlementaire democratie enerzijds en uit een groot-Germaans, Völkischer denken anderzijds. De taalwetten, het uitblijven daarvan of de slechte naleving ervan hebben deze wrevel enkel doen groeien. Maar deze laatsten kunnen niet aanzien worden als oorzaak van het streven naar autonomie, immers die konden ook een oplossing vinden binnen de Belgische context. De ware redenen om tot federalisme over te gaan waren een obsessie met culturele zuiverheid en een zeer grote haat en naijver tegenover de Belgische Staat. Natuurlijk kon een zo vernederde en gebrandmerkte Vlaamse Beweging niet weder opstaan na WO II zonder de hulp van andere, politieke krachten. Wat zal blijken is dat de (rechtse), Vlaamse Beweging haar objectieve bondgenoot zou vinden in (Waals) links. In de jaren '50 speelde de Vlaamse Beweging geen rol van betekenis. Wat echter wel plaatsvond was een hergroepering van de krachten. De Vlaamsche concentratie die in 1949 naar de stembus trok met als voornaamste eis 'amnestie' vond geen gehoor bij de kiezer. De CVP haalde wel, uit een soort angstreflex, enkele Vlaamsgezinden binnen. (E. WITTE, J. CRAEYBECKX et al., politieke geschiedenis van België, Antwerpen, 1997, p. 355-357). De talentelling van 1947, die het verfransingsproces rond de taalgrens aantoonde zette kwaad bloed. De traumatiserende Koningskwestie, die tot 1950 had geduurd toonde in veler ogen aan dat er binnen België een breuk bestond. Nationalistische organisaties en partijen werden langzaamaan (weder)opgericht: de VU, waarvan velen de Nieuwe Orde niet ongenegen waren, was de opvolger van het vooroorlogse VNV. Maar er waren er meer: Het VMO (1949), TAK (1958) en Were Di (1962). Dat de VU mikte op het katholieke kiezerspubliek, de kleine burgerij en middenklasse- hetzelfde kiezerspubliek als het VNV voordien- en er sedert 1960, mede door het uitblijven van een oplossing rond de taalgrensregeling succes mee wist te boeken, was voor de CVP hét signaal om te "vervlaamsen". De katholieke partij (CVP-PSC) was ipso facto in 1969 op taalbasis gebroken (Op. Cit, p. 358). Toch zou de Vlaamse Beweging er nooit in geslaagd zijn het federalisme in België door te duwen zonder steun van de Waalse. Sedert 1945 was het duidelijk dat de Nederlandstalige bevolking in België de Franstalige sterk minoriseerde en dit in de toekomst nog meer zou doen-de kreet "la Wallonie se suicide" was reeds in het interbellum te horen geweest. Reeds in 1945 pleitte een "Waals Congres" voor Waalse autonomie, eerst zelfs voor aanhechting bij Frankrijk. Toen bleek dat de crisis in de staal- en steenkoolnijverheid- mede voortgevloeid uit het feit dat grote holdings zoals de Société Générale in perioden van economische hoogconjunctuur verzuimd hadden om te investeren in nieuwe apparatuur-, zo dramatisch uitgekristalliseerd in de mijnramp bij Marcinelles (1956), steeds dieper werd, gingen meer en meer stemmen op in links Wallonië voor federalisme. Met name de Franstalige vleugel van de socialistische vakbond steunde dit, en dan vooral het Luikse FGTB. De oplossingen voor de sociale drama's waren volgens hen: etatisme en federalisme, waardoor Wallonië zelf de crisis zou kunnen aanpakken. (H. BALTAZAR, J. DE BRABANDER, et al. Culturele Geschiedenis van Vlaanderen, deel 4, Deurne, 1983, p. 134, Op. Cit, p. 360). Dit "renardisme" (genoemd naar de Waalse federalist A. Renard) ging ervan uit dat de Franstaligen in een 'Vlaams' België geminoriseerd zouden worden. De stakingen tegen de eenheidswet (om de deficitaire rijksfinancieën te saneren) van de katholiek-liberale regering waren hier het duidelijkste voorbeeld van (1960-1961) (Op. Cit., p. 118) Anderzijds vreesde de Nederlandstalige vleugel van de BSP in Vlaanderen geminoriseerd te worden door het katholieke kiezerspubliek, wat mede verklaart waarom de socialistische partij als langste (tot 1978) unitair gebleven is. In de jaren '60 zagen verschillende taalpartijen langs Franstalige kant het daglicht: de MPW, het FDF (te Brussel), het RW. Toch probeerden de Belgischgezinde krachten te pacificeren: in 1963 werd de taalgrens definitief vastgelegd (in 1961 waren talentellingen reeds verboden). België werd nu ook feitelijk opgedeeld in 4 taalgebieden: Een Nederlandstalig, een Franstalig, een Duits en een tweetalig (Brussel en de faciliteiten). Dat was een regeling waarvan de omtrek reeds 30 jaar eerder bepaald was, maar die nu pas in een wettelijk kader gegoten werd.

Na de oorlog stroomden meer mensen uit de primaire en secundaire sector en werd de tertiaire versterkt. Dit verklaart mede waarom er een grotere instroom was naar de universiteiten toe. Deze moesten dus uitbreiden. Leuven kende sedert het interbellum tweetalige leergangen. De uitbreiding van deze universiteit (over noord-Brabant?) was zowel voor flaminganten als voor vrijzinnigen een doorn in het oog. Rond de revolutionaire 1968-1970 (verzet tegen autoriteit) bereikten de taalpartijen zoals VU (18%) en RW (21%) anderzijds dan ook hun hoogtepunt. Wallinganten-van oudsher zoals aangetoond bevreesd voor minorisering- eisten federalisme en bescherming voor Franstaligen in het Parlement (grondwetswijzigingen slechts met 2/3 meerderheid in iedere goedkeuren) en flaminganten (in de eerste plaats) culturele autonomie. Onder zware druk werd de Leuvense universiteit ontdubbeld. De meest Belgische partij (PVV-PLP) spatte uiteen na een (relatieve) nederlaag na een enorm unitaristische campagne tegen het flamingantisme (1968). Twee jaar later kon de unitaire Staat opgedoekt worden. Het beruchte artikel 104quater zorgde voor een soort federalisme met niet-afgebakende gewesten (zeker niet wat Brussel betreft) en zonder fiscale autonomie. Ook werden er naast gewestraden cultuurraden opgericht. De dubieuze regeling zorgden voor een aantal crises in de jaren '70. Met verschillende regeringsvallen tot gevolg. Wallinganten en FDF-ers vormden trouwens een alliantie waardoor flaminganten enkel een afgelijnder federalisme konden doordrukken als ze toegaven aan de eis om Brussel ver buiten haar gewestgrenzen uit te breiden. Hetgeen ze niet deden. Het Egmontpact (1977) door rooms-rood en VU-die sinds 1968 stagneerde- uitgevoerd stuitte op fel flamingantisch verzet (omdat aan de pariteit in Brussel wordt opgegeven). Dat leidde tot nog een revival van extreem-rechts-Vlaams: Het Vlaams Blok. (Op. Cit., p.140-141, NEVB). Vanaf dan heeft het radicaal-Vlaams extremisme zich wederom openlijk kunnen manifesteren. De opmars van het VB gebeurde sedert de radicale migratiestandpunten (1984) in steile lijn. Het resultaat waren opgezweepte "democratische" partijen die meenden dat, door de Vlaamsgezindheid van het VB te copiëren, deze de wind uit te zeilen te nemen. Het draaide echter anders uit. Er werden weliswaar 3 gewesten en drie gemeenschappen gevormd (1980 en 1988), met vrij ruime bevoegdheden, te weten sinds de dubbele hervorming 1993-2001: sport, ruimtelijke ordening, milieu, toerisme, buitenlandse handel, verdragsrecht,waterbeleid,openbare werken, energie, onderwijs, verkeer, media,vervoer, landinrichting, huisvesting, landbescherming en jeugd. De persoonsgebonden materies komen de Gemeenschap toe, de plaatsgebonden het Gewest, maar de staatshervorming leek en lijkt de nationalistische revendicaties nog aan te wakkeren. In deze tweedeling merkt men zeer goed de sporen van de verschillende drijfveren van de twee kampen. Bij de Vlaams-nationalisten overheerste de wil tot een afgebakende cultuur, bij de wallinganten de wil tot economische zelfbeschikking. Beiden vonden elkaar in een vreemde, hybride staatsstructuur. In die zin is de staatsstructuur een compromis tussen links (SP-PS die elke staatshervorming heeft goedgekeurd) en rechts. Links heeft nooit gekozen voor België, en weigert te kiezen voor Vlaanderen, althans openlijk, omdat het geen vaderland kent. Daarom is links een gevaar in de handen van de meestbiedende, de nationalisten. Zo verklaarde de linkse Y. Desmedt in "Meervoud": Geef me een redelijke oplossing voor Brussel en ik teken voor een onafhankelijk Vlaanderen'. Het was sp.a-voorzitter Stevaert die, zo verklaart hij trouwens zelf in zijn boek ("Steve op de rooster gelegd", Brussel, 2003) als één van de eerste (grote) politici koos voor een regionalisering van de NMBS (p.50) En wie was de auteur van dat boek? Jawel, Yves Desmedt. Het was ook de linkse partij, Agalev die voor de noodzakelijke meerderheid in het St-Michielsakkoord zorgde. Paradoxaal genoeg hebben noch de N-VA, noch het Vlaams Blok ooit een staatshervorming goedgekeurd. Er zit trouwens ook geen enkele structuur in de staatshervormingen, ze leiden nergens naar. Tenzij naar minder België, hetgeen de flaminganten al wensen sinds 90 jaar. Zo gebiologeerd met "zuiverheid" van het "Vlaamse volk" ze zijn en zo vervuld met minachting voor "de Walen" is hun in het begin rechtvaardige eis tot zelfberechtiging omgeslagen naar een hypernationalistisch ondemocratisch denken. De eisen die tot de taal-emancipatie geleid hebben liggen straks een halve eeuw achter ons. Zogenaamd gematigd flamingantisme dat én Vlaams-nationalistisch én anti-Belgisch is heeft dan ook geen enkele kans om vandaag te overleven: van die gematigde stroming zijn alle eisen ingewilligd en van de radicale stroming blijft-in partijvorm althans- enkel het antiparlementaire Vlaams Blok over. Net als de N-VA huldigt deze partij wat B. Wezenbeek de "verrottingsstrategie" noemt: 'Een intellectueel fraaie, maar duivelse dialectiek (die) elk akkoord afwijst, in de hoop dat de democratie dan uiteindelijk barst' (Knack, 6-07-1994, p. 15).
Na het uiteenspatten van de VU staat het flamingantisme trouwens sterker dan ooit. De partij die onder die naam doorging wordt nu vertegenwoordigd door: de N-VA, het Vlaams Blok, Spirit (die openlijk voor een statenbondstelsel kiest en in kartel is met de sp.a die krachtens haar "toekomstverklaring" van 1998 uitdrukkelijk het confederalisme en separatisme afwijst!) en een aantal CD&V en VLD-parlementariërs.
Met deze, weliswaar korte, (historische) beschouwingen is het echter nog niet aangetoond dat de Vlaamse Beweging vandaag ondubbelzinnig als racistisch kan beschouwd worden. Hoogstens wijzen bepaalde signalen daarop, al was het maar in haar dubieuze ontstaansgeschiedenis. Het CGKR (Centrum voor Gelijke kansen en Racismebestrijding) onderscheidt drie vormen van racisme: Racisme op biologische grond claimt de erfelijke ongelijkheid tussen rassen; racisme op culturele basis de superioriteit van de eigen beschaving. Neo-racisme verhult het voorgaande door te stellen dat culturen homogeen moeten blijven en dat volkeren dus slechts naast en niet met elkaar kunnen leven.
Het is duidelijk dat de huidige Vlaamse Beweging zich niet zozeer in de eerste definitie laat omvatten, dan wel meer in de tweede en in de derde. Op de CD&V-conferentie van 8 juni 2002 sprak flamingant Prof. Dr. Wim Moesen over de mogelijkheid om de "verschillen tussen volkeren op een meer wetenschappelijke manier te onderbouwen" (L. Dierickx, nationalisme onder het mes, Antwerpen, 2002, p.95-96). Wanneer er geconstateerd wordt a/ dat volkeren bestaan b/ dat deze verschillen, c/ dat men deze verschillen wetenschappelijk kan onderbouwen, dan kan men ook wetenschappelijk onderbouwen welke volkeren Übermenschen zijn en welke Üntermenschen. Het is dit soort denken dat de nazi's gebruikten en het is ook dit, ethisch verwerpelijk determinisme, waarop de Vlaams-nationalisten steunen. België wordt gewoontegetrouw omschreven als "een meervolkerenstaat", zonder "(publieke) cultuur" met twee landsdelen die zo fundamenteel van mekaar verschillen dat de politieke leiders andere beslissingen nemen. Gezien de hierboven geschetste ontwikkeling van het pro-Belgisch flamingantisme dat geleidelijk, onder Duitse invloed, een evolutie kende naar een rabiaat (neo)-conservatief anti-Verlichtingsdenken, vaak met een minachting voor de parlementaire democratie, is dit niet verwonderlijk. De logica van het Belgische federalisme, zoals we gezegd hebben gecreërd door een alliantie tussen Vlaams-rechts en Waals-links heeft ook de deur opengezet om élke persoons- of plaatsgebonden materie te regionaliseren (er is immers geen normenhiërarchie). In die zin hoeft men niet eens een ideologisch- maar wel een pragmatisch (zoals Stevaert)- nationalist te zijn om in nationalistische staatshervormingen mee te stappen.
Het Belgisch federalisme is geschoeid op deze leest, tot falen gedoemd en dient dan ook vanuit humanistisch, Christelijk, socialistisch, liberaal, kortom vanuit het standpunt van de menselijke naastenliefde- die niet kijkt naar kenmerken waaraan het individu niet aan ontsnappen kan (zoals moedertaal)- resoluut afgewezen te worden.

3. Een noodlottige toekomst?

Is de toekomst in België, in dewelke het land verdeeld wordt, onontkoombaar? Zullen de Belgische regio's zoveel aan belang winnen dat zij uitgroeien tot Europese deelstaten? Die kans bestaat. Wij moeten niet verdedigen dat (bijna) geen enkele politicus uit de zgn. "democratische" partijen het opneemt voor België. Het stijgend electoraal succes van het Vlaams Blok doet onze hyperkinetische politici schijnbaar nog meer panikeren en nog meer opteren voor méér Vlaanderen. Zo spreekt de "coming generation" van de VLD, gegroepeerd in "generatie 2016" nu reeds: "In het federale Europa moet Vlaanderen verder uitgroeien tot de belangrijkste bestuurslaag, die over alle hefbomen beschikt om de toekomst voor te bereiden.". Dit is separatisme, verhuld in een wollig discours. Duidelijkheid is noodzakelijk, en mere dan ooit wenselijk. Laten we eens veronderstellen dat België "op een goede dag" inderdaad uiteenvalt. Wat moeten we ons daar dan concreet bij voorstellen? Vermoedelijk zullen het de Franstalige partijen zijn, die in reactie op een Vlaams "dictaat" (een Vlaamse Grondwet gekoppeld aan een gedeeltelijke "defederalisering" van de ziekteverzekering) de federale Unie opsplitsen. Vermoedelijk zullen de beide staten voogdij uitoefenen op Brussel, dat een 'Europees district' wordt. Het valt te verwachten dat Limburg zich aansluit, vroeg of laat, bij Nederland en dat Luxemburg en het Groothertogdom, wellicht ook met de Oostkantons één staat zullen vormen. Rompvlaanderen en romp-Wallonië zullen dan resp. bij Nederland en Frankrijk aansluiten. Dat dit de Europese stabiliteit op losse schroeven zet is duidelijk. Staten zoals Frankrijk (Corsica, Bretagne) en Spanje (Baskenland, Catalonië), het Verenigd Koninkrijk (Schotland, Wales) enz. zullen wellicht in een nationalistische golf worden meegesleurd. De Europese Unie kan, dat is duidelijk, dit nooit overleven. Daarom zal ze ook druk leggen op België om niet te splitsen. In die zin is wat er zich vandaag in ons land afspeelt een gebeuren van wereldhistorische betekenis. Valt België uiteen, dan vervalt Europa in één der meest duistere periodes uit zijn geschiedenis, kunnen we echter van België een harmonische modelstaat maken, dan is een voorbeeld voor Europa, ja zelfs voor de wereld gesteld. Er staat dus veel meer op het spel dan een louter binnenlands probleem.


Bruno Yammine

Vlaamse Leeuw 18 januari 2005 21:36

Op zulke lange stukken tekst "copy-past" reageer ik niet hoor. Probeer liever zelf met argumenten aan te komen en deze in je eigen woorden weer te geven. Indien niet, lijkt het me duidelijk...

Patriot! 18 januari 2005 21:48

Ons welpke heeft geen argumentjes :lol:

Luister slimme: als ik voor de 85ste keer hetzelfde topic zie ga ik daar NIET elke keer weer een nieuw antwoord op verzinnen. Dank.

Distel 18 januari 2005 22:01

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Patriot!
Ons welpke heeft geen argumentjes :lol:

Luister slimme: als ik voor de 85ste keer hetzelfde topic zie ga ik daar NIET elke keer weer een nieuw antwoord op verzinnen. Dank.

Vraag dan ook niet om "argumentjes" tegen een tekst die hier al voor de 85e keer gekopieerd wordt.

Vlaams-nationalist 18 januari 2005 22:12

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Distel
Vraag dan ook niet om "argumentjes" tegen een tekst die hier al voor de 85e keer gekopieerd wordt.

Inderdaad, trouwens voor zover ik de tekst diagonaal heb doorgenomen zie ik eigenlijk alleen anti-seperatistische dingen, geen dingen wat echt zo goed is aan dit land. Als ik fout zit laat het dan zien aan de hand van een paar zinnen. Geen teksten waar U toch van weet dat ze niet gelezen zullen worden.

Patriot! 18 januari 2005 22:16

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Distel
Vraag dan ook niet om "argumentjes" tegen een tekst die hier al voor de 85e keer gekopieerd wordt.

Er werd nooit op geantwoord.

Distel 18 januari 2005 22:17

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Patriot!
Er werd nooit op geantwoord.

Wellicht niet met argumenten die in uw kraam passen.

Koning Pinteman 18 januari 2005 23:02

De laatste tekst is van Bruno ":roll: " Yammine, de "historicus", errug geloofwaardig.

Rudy Van Nespen 18 januari 2005 23:51

Eén argument?

U leeft in een land (België) dat wereldwijd gerespecteerd wordt en aanzien wordt als een volwaardige natie die het vertrouwen geniet van alle naties en instellingen ter wereld.

Enkel de Vlaams-nationalisten weigeren deze realiteit te aanvaarden...

Argument genoeg? Tuurlijk niet, want eender wat ik ook zal aanvoeren, het zal nooit genoeg zijn voor hen die Vlaanderen onafhankelijk willen zien.

Koning Pinteman 18 januari 2005 23:59

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Rudy Van Nespen
Eén argument?

U leeft in een land (België) dat wereldwijd gerespecteerd wordt en aanzien wordt als een volwaardige natie die het vertrouwen geniet van alle naties en instellingen ter wereld.
.

Bijzonder vaag om als argument te dienen, niet? Als ik hier stel: België wordt wereldwijd gezien als een prutsland, dat men achter zijn rug om graag uitlacht, en dat wegens haar slabbakende economie evenveel vertrouwen van 'naties en instellingen (?!?)" ter wereld geniet als de gemeente Erps-Kwerps, dan heeft dat evenveel argumentatiewaarde als uw 'argument'.

Patriot! 19 januari 2005 09:47

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Koning Pinteman
De laatste tekst is van Bruno ":roll: " Yammine, de "historicus", errug geloofwaardig.

Ge moet dat niet tussen aanhalingstekens zetten, Bruno is nu eenmaal Historicus, face it.

Patriot! 19 januari 2005 09:55

http://access.libis.kuleuven.ac.be/l...ac_ini/ipac-/&

Document : 9994133 1
Naam : Yammine, Bruno
KUL. Faculteit letteren. Departement geschiedenis. Geschiedenis van de Nieuwste Tijd
Titel(s) : Duitse anti-Sovjetpropaganda in de Belgische pers (1941-1944)
Publ Jaar : 2003
Bevat : IV, 141 bl. + Bijl.
Auteursvermelding : Yammine, Bruno
Dissertatie : Diss. Lic. Geschiedenis
Noot : KUL. Fac. Letteren. Dep. Geschiedenis. Gesch. van de Nieuwste Tijd
exemplaar : 9994151 K.U.Leuven BIBC :THL80277 Aanvraag
Aanwezig

Momenteel aan zijn doctoraat bezig.

Koning Pinteman 19 januari 2005 12:13

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Patriot!
Ge moet dat niet tussen aanhalingstekens zetten, Bruno is nu eenmaal Historicus, face it.

Bruno is licenciaat in de geschiedenis. Als Bruno historicus is, dan wil ik over 4 maanden ook met historicus aangesproken worden, en heeft ook zorroaster aanspraak op de titel 'historicus in wording'.

Koning Pinteman 19 januari 2005 12:15

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Patriot!
http://access.libis.kuleuven.ac.be/l...ac_ini/ipac-/&

Document : 9994133 1
Naam : Yammine, Bruno
KUL. Faculteit letteren. Departement geschiedenis. Geschiedenis van de Nieuwste Tijd
Titel(s) : Duitse anti-Sovjetpropaganda in de Belgische pers (1941-1944)
Publ Jaar : 2003
Bevat : IV, 141 bl. + Bijl.
Auteursvermelding : Yammine, Bruno
Dissertatie : Diss. Lic. Geschiedenis
Noot : KUL. Fac. Letteren. Dep. Geschiedenis. Gesch. van de Nieuwste Tijd
exemplaar : 9994151 K.U.Leuven BIBC :THL80277 Aanvraag
Aanwezig

Momenteel aan zijn doctoraat bezig.

Bruno heeft inderdaad een thesis moeten schrijven om gepromoveerd te worden tot licenciaat in de geschiedenis, maar nogmaals, dat maakt hem in mijn ogen nog geen "historicus".

rodeo 19 januari 2005 12:48

Citaat:

Als ik hier stel: België wordt wereldwijd gezien als een prutsland, dat men achter zijn rug om graag uitlacht, en dat wegens haar slabbakende economie evenveel vertrouwen van 'naties en instellingen (?!?)" ter wereld geniet als de gemeente Erps-Kwerps, dan heeft dat evenveel argumentatiewaarde als uw 'argument'.
Citaat:

dat men achter zijn rug om graag uitlacht
(*) u en ik lachen met de hollanders vanwege hun gierigheid... maakt dat de nederlanders slechter?

Citaat:

en dat wegens haar slabbakende economie evenveel vertrouwen van 'naties en instellingen (?!?)" ter wereld geniet als de gemeente Erps-Kwerps,
(*)slabbakkende economie?
1- het is slabakkende economie
2- B is een van de enige EU-landen, met een economie die nog groeit
3- het is wereldwijd crisis (kijk maar naar de VS: hoeveel is hun schuld?)


Citaat:

dan heeft dat evenveel argumentatiewaarde als uw 'argument'.
(*) Gelukkig, anders was u post ook maar nutteloos geweest



tips voor BUB'ers:
als ge nog eens iets post, zet de titels in het vet, of wat groter,
als ge erover scrollt zie je dan tenmiste wat er ongeveer bedoelt wordt
;-)
[size=1](als ge met LaTeX kunt werken, kunde er hier toch een titelke bij steken zeker)[/size]


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 21:57.

Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be