Politics.be

Politics.be (https://forum.politics.be/index.php)
-   Staatsinrichting (https://forum.politics.be/forumdisplay.php?f=17)
-   -   Academische Elite voor België (https://forum.politics.be/showthread.php?t=29054)

Patriot! 4 februari 2005 11:01

Academische Elite voor België
 
[size=5][font=Verdana][size=3]De academische Elite van ons land kiest duidelijk voor België. Hier een opiniestuk van 10 academici die pleiten voor de onverwijlde uitvoering van een BUB-programmapunt: één Belgische kieskring. Naar mijn mening kunt ge daar enkel tegen zijn als ge tegen België of tegen de democratie zijt.[/size]

Een kieskring voor alle Belgen
[/font][/size][font=Verdana]


[size=2]Een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde komt er niet door oeverloos communautair gekissebis dat eindigt in een onwerkbaar compromis. Er moet drastisch aan de instellingen worden gesleuteld. Tien Vlaamse en Franstalige academici doen een voorstel: een federale kieskring.
[/size]




[size=2]DE democratie die wij vandaag kennen is in essentie een vertegenwoordigende democratie. De dialoog tussen het bestuur en de bevolking die bestuurd wordt, verloopt via het tussenstation van de verkozen volksvertegenwoordigers. Daarom zijn verkiezingen belangrijk, en is de manier waarop ze georganiseerd worden dat ook. Die bepaalt niet zozeer wie de verkiezingen wint (tenzij er erg grof aan de regels geprutst wordt), maar wel de manier waarop die zo belangrijke dialoog kan verlopen.

In België werd in 2003 de kieswetgeving gewijzigd. De samenvoeging van de kleinere kieskringen tot provinciale kieskringen heeft niet bepaald wie er meer kans maakte om de verkiezingen te winnen, maar had wel meteen een effect op de manier waarop de lijsten werden samengesteld. In combinatie met het systeem van de opvolgers en van de dubbele kandidaturen heeft de hervorming ook gezorgd voor een grotere greep van de partijleiding op de gekozenen en voor beduidend meer vrouwelijke gekozenen. Dat zijn geen onbelangrijke effecten.

Eén stukje van die kieshervorming werd door het Arbitragehof geschorst: de ingewikkelde en asymmetrische oplossing voor de kieskringen in de oude provincie Brabant. Daar bleef dus de oude situatie bestaan, met de inmiddels beruchte kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Het Arbitragehof stelde dat die toestand hoogstens nog tot aan de parlementsverkiezingen van 2007 kan behouden blijven. Zolang zal dat allicht niet duren, want vanuit de Vlaamse regering wordt heel hard aangedrongen op een snellere regeling, en dan wel eentje die de kieskring B-H-V splitst, liefst met behoud van een band tussen de Vlaams-Brabanders en de kiezers van de Vlaamse partijen in Brussel.

[/size]Opjutten



[size=2] De manier waarop het debat daarover gevoerd wordt, illustreert perfect hoezeer een kiessysteem bepaalt hoe het politieke spel gespeeld wordt. De debatten van de jongste weken en maanden hebben een hoge graad van herkenbaarheid. Ze verlopen keurig volgens het klassieke scenario van de communautaire debatten. Aan Vlaamse kant wordt gesteld dat het Arbitragehof de splitsing gevraagd heeft en dat die kieskring na veertig jaar Vlaams vragen en zagen nu eindelijk moet gesplitst worden. Er is aan die Vlaamse kant niemand om dat tegen te spreken. Aan Franstalige kant wordt van de weeromstuit de eis voor de uitbreiding van de grenzen van Brussel uit de kast gehaald. Dat is ook een eis die al veertig jaar op de tafel ligt, en er is niemand in het Franstalige debat die deze vanzelfsprekendheid zal tegenspreken. Wat over de andere gemeenschap beweerd wordt, wordt evenmin in de eigen taalgroep tegengesproken. Na elk compromis groeit snel weer het wantrouwen. De Franstaligen denken dat de Vlamingen (als één hecht blok) meteen toch weer meer zullen vragen, de Vlamingen denken dat de Franstaligen (als één hecht blok) het akkoord wel weer niet zullen respecteren.

Wat hier te lande een communautair debat genoemd wordt, is eigenlijk geen debat. Het is veeleer een spel waarin politieke vertegenwoordigers van een van beide taalgroepen elkaar opjutten, met als publiek de kiezers van diezelfde eigen taalgroep. Het is immers alleen maar aan die kiezers dat zij enige verantwoording moeten afleggen. Hoewel die hele dynamiek bijzonder voorspelbaar is, blijken de spelers toch telkens weer te vergeten dat het doek alleen maar kan vallen als er een oplossing gevonden is. En die oplossing is uiteraard altijd een compromis. Het regelen en sturen van een samenleving waarin verschillende vragen en botsende belangen bestaan, is de essentie van de politiek. En het zoeken en vinden van onderhandelde oplossingen daarvoor, is de essentie van democratische politiek.

Maar democratie kan alleen naar behoren functioneren, als de bevolking haar ook als legitiem ervaart. Als het onderhandelde compromis pas volgt nadat de beide kampen eerst met luide stem aan hun achterban beloofd hebben dat ze nooit ofte nimmer zullen buigen of barsten, lopen de politieke vertegenwoordigers veel kans om als regelrechte verraders te worden beschouwd, als spelers van een dubbel spel, als slechte vertegenwoordigers dus. Meteen na het gesloten compromis verklaren dat de slechte aspecten ervan vroeg of laat wel zullen moeten verdwijnen, is niet meteen een zinvolle uitweg. Het bereidt alleen het volgende dovemansgesprek voor.

Democratisch deficit
[/size]


[size=2] Het debat over Brussel-Halle-Vilvoorde gaat over de organisatie van verkiezingen. Of beter: het zou daarover moeten gaan. Het zou de aanleiding kunnen of moeten zijn om na te denken over deze vraag: is het in een land met twee taalgroepen die geografisch grotendeels gescheiden zijn wel zinvol is om ervan uit te gaan dat Nederlandstaligen en Franstaligen alleen maar door taalgenoten kunnen vertegenwoordigd worden? Als dat zo is, moeten we weten dat het Belgische bestel zal blijven lijden aan een democratisch deficit. Federale politici maken immers regels voor alle inwoners van het land, maar kunnen niet door alle inwoners daarvoor beoordeeld worden. Het lijkt ons evident dat wie dit principe verdedigt, zich niet moet verliezen in futiele debatten over de splitsing van een kieskring, maar eerder de onderhandelingen over het einde van België moet aanknopen.

Wie meent dat de Belgische federale staat behouden moet blijven, moet op zoek naar manieren om dit democratisch deficit te repareren. De wijze waarop de verkiezing van de vertegenwoordigers georganiseerd wordt aanpakken, is een van de meest voor de hand liggende manieren om dat te doen. Als er in België (grote) politieke partijen zouden bestaan die kiezers aan beide kanten van de taalgrens proberen aan te trekken, zou het democratisch deficit al een stuk kleiner zijn. Maar die partijen zijn er niet, en ze zullen ook morgen niet plots uit de hemel komen vallen. Alle partijen kunnen in principe overal opkomen, maar ze doen dat niet. Dat in de huidige Belgische grondwet staat dat alle volksvertegenwoordigers de hele natie vertegenwoordigen, is immers een theoretisch principe dat - vanwege het kiessysteem en vanwege de keuze van de partijen - niet in de praktijk omgezet wordt.

Dit is Belgisch
[/size]


[size=2] Er is echter wel een relatief eenvoudige oplossing die zou toelaten dat minstens een deel van de gekozenen aandacht zou besteden aan kiezers die uit meer dan één taalgroep komen: een kieskring die de taalgrens overschrijdt. Bij federale verkiezingen zou een deel (bijvoorbeeld één derde) van de 150 kamerzetels kunnen verdeeld worden in één enkele kieskring die het hele Belgische grondgebied bestrijkt, en de andere zetels in provinciale kieskringen. Vlaamse en Franstalige partijen kunnen dan - apart of als zij dat zelf wensen in onderlinge samenwerking - voor de zetels van die federale kieskring politici naar voren schuiven die niet alleen bij de eigen taalgroep wensen te scoren, maar ook aan de andere kant van de taalgrens. De Belgische bevolking heeft in een democratisch bestel het recht om Belgische volksvertegenwoordigers te kiezen.

Met een dergelijke federale kieskring voor een deel van de kamerzetels kan men tegelijkertijd een indeling van het land in zuivere provinciale kieskringen realiseren, zoals de Vlaamse partijen dat vragen, en de mogelijkheid geven aan kiezers die dat wensen, en waar ze ook wonen, te kiezen voor kandidaten van hun eigen taalgroep, zoals de Franstalige partijen dat vragen.

Het is ongetwijfeld mogelijk om het probleem van Brussel-Halle-Vilvoorde op te lossen met een ingewikkeld compromis dat het democratisch deficit nog erger maakt en meteen de kiemen zaait voor een volgend conflict. Maar het is ook mogelijk om eruit te geraken langs de grote poort, door een wijze aanpassing van onze instellingen die ze beter geschikt maakt voor de democratische vertegenwoordiging in onze federale staat.







Kris Deschouwer

(VUB & Lausanne), Philippe Van Parijs (UCL & Harvard), Rik Coolsaet (UGent) , Pascal Delwit (ULB), Koen Raes (UGent), Marco Martiniello (Ulg), Benoît Rihoux (UCL), Toon Vandevelde (KULeuven), Pierre Verjans (Ulg), Stefaan Walgrave (UA)



[/size]04/02/2005
Kris Deschouwer


[/font]

Herr Flick 4 februari 2005 11:19

en in wat mogen die eminenties dan wel prof zijn ? ...

eentje valt al direct op natuurlijk koolzaadje, ... jaja, wat een referentie, ...

En hoeveel emminenties die echt emminent zijn hebben er niet getekend, ... ?

james 4 februari 2005 11:45

1 belgische kieskring? waarom niet? dan ook wel evenredige vertegenwoordiging natuurlijk? niet een of ander regeltje dat zegt dat een partij met 800000 kiezers toch maar evenveel zetels haalt als een partij met 1000000 kiezers?

lievendr 4 februari 2005 11:52

inhoudelijk geen onlogische keuze eigenlijk.
alleen gaat het in tegen de evolutie die al jaren en decennia bezig is.
het zal dus niet veel uithalen.

zijn ze dan voor een splitsing van bhv voor het deel van de kamer dat wordt verkozen per provincie ? :D

hier vindt u een heel lange lijst mensen voor de splitsing:

http://www.haviko.org/teksten/lijst_..._21_8_2004.pdf
ook de 'academische en intellectuele elite' :)
wel niet allemaal walen of rug'ers.


Het volgende 'lentemanifest' werd ondertekend door domme kloten zoals Ludo Abicht, Raoul Bauer, Roger Blanpain, Carine Boonen, Herman Candries, Guy Celen, Richard Celis, Jos Daniëls, Eric Defoort, Peter Degadt, Luc Delanghe, An De Moor,Antoon Dieusaert, Norbert D'hulst, Kristien De Cannière-Meerts, Marc De Clercq, Roger Dillemans, Koen Geens, Willy Geysen, Georges Heeren, Dirk Heremans, Jan Kerkhofs, Emiel Lamberts, Godfried Lannoo, Katlijn Malfliet, Vic Nachtergaele, Herman Nys, Danny Pieters, Karel Rimanque, Jef Roos, Tine Ruysschaert, Paul Schoukens, Annick Schramme, Robert Stouthuysen, Hugo Vandamme, Herman Van der Wee, Dirk Van de Voorde, Paul Van Orshoven, Carlos Van Peteghem, Josse Van Steenberge, Rudy Verhoeven, Remi Vermeiren.
2-1 ;)





De mondialisering van de economie, de internationalisering van de arbeidsmarkt en de vergrijzing zetten onze welvaartsstaat onder druk. In het nabije verleden beschikte Vlaanderen over een aantal troeven om hiermee om te gaan. Voorbeelden hiervan zijn onze centrale ligging in Europa, onze havens, de aanwezigheid van Europese instellingen in Brussel, een goed geschoolde bevolking en een intens sociaal overleg. Dat totaalpakket lokte buitenlandse investeringen, technologie en know how naar Vlaanderen, veel meer dan naar andere Europese landen. Dat comparatieve voordeel dreigt verloren te gaan, al was het maar omdat het zwaartepunt van Europa naar het oosten verschuift. Bovendien bouwden we een aantal structurele handicaps op zoals hoge loonkosten en een gebrekkige overheidsadministratie. Het is dan ook geen toeval dat Vlaanderen in 2001 in de lijst van welvarende Europese lidstaten en regio's (volgens bbp per inwoner) een middenpositie innam. In 1995 kwam Vlaanderen nog net na de top-drie.

Maar er zijn ook andere dan materiële problemen. De welvaartsstaat staat onder druk, en ook de staat van het welzijn roept vragen op. Veel mensen hebben vandaag het gevoel er alleen voor te staan, geen greep te hebben op hun omgeving, op hun toekomst. Twaalf procent van de Vlamingen kampt met ernstige psychische problemen. De wachtlijsten in de zorg nemen toe. Betaalbare kinderopvang vinden is niet vanzelfsprekend. De wachtlijsten voor een sociale huurwoning blijven lang. Dit is niet het Vlaanderen waarnaar wij streven. Wij kunnen en willen ons niet neerleggen bij een samenleving waar mensen uit de boot vallen wegens geen werk, onbetaalbare woningen, psychische klachten of medische problemen.

De komende jaren worden op vele vlakken beslissende jaren voor Vlaanderen. De opgesomde knelpunten vragen om institutionele hervormingen. Het is onze overtuiging dat we nood hebben aan meer Vlaanderen (Wallonië) om tot een beter Vlaanderen (Wallonië) te komen. Aan de ene kant moet door decentralisatie de kwaliteit van de overheidswerking erop vooruitgaan. Aan de andere kant moeten beleidsdomeinen waar schaalvoordelen spelen, naar een hoger (idealiter Europees) niveau worden getild. Maar dan wel vanuit Vlaanderen.

Tijdens de afgelopen jaren werd dat zo noodzakelijke proces van subsidiariteit eerder afgeremd dan gestimuleerd. Er is zelfs een beweging aan de gang waarbij de federale regering systematisch ingrijpt in Vlaamse bevoegdheden en het Vlaamse beleid recupereert. Zo bevat het federale regeerakkoord van 8 juli 2003 meer dan twintig maatregelen die Vlaamse bevoegdheden betreffen. Wij noemen slechts het stedelijk beleid, de begeleiding van werklozen, het preventieve gezondheidsbeleid en het gezinsbeleid. Internationaal (zeker in de internationale culturele betrekkingen) heeft Vlaanderen zich te weinig geprofileerd. Vlaanderen weegt ook niet langer op de Belgische besluitvorming. Dat geldt zowel voor een aantal zuiver communautaire materies zoals bijvoorbeeld de faciliteitenregeling, de toegevoegde rechters of de bescherming van de nationale minderheden, als voor belangrijke sociaal-economische aangelegenheden, zoals de premies voor tijdskrediet, de zorgverzekering, een goed treinaanbod, efficiënte maatregelen inzake mobiliteit en verkeersveiligheid. Het Lambermont-akkoord ten slotte realiseerde geen echte fiscale autonomie. Het droeg wel middelen, maar geen wezenlijke bevoegdheden over naar de regio's.

Het is daarom essentieel dat Vlaanderen op een aantal cruciale domeinen zoals welzijns- en gezondheidszorg, werkgelegenheid, justitie of gezinnen, een eigen, geïntegreerd beleid kan voeren dat blijk geeft van duidelijke keuzes, visie en bestuurskracht. De noodzakelijke defederalisering vereist ook financiële verantwoordelijkheid. Maar dat betekent niet dat voor solidariteit tussen gemeenschappen en solidariteit binnen gemeenschappen verschillende ethische principes gelden. Het doel is en blijft solidariteit tussen personen op een zo breed mogelijk niveau te organiseren. Maar vermits beleidsbeslissingen van de regio's de kostprijs van de solidariteit beïnvloeden, is het niet meer dan normaal de regio's financieel meer verantwoordelijk te maken of in elk geval de solidariteit transparant te maken. Laten wij dit toepassen op enkele cruciale domeinen.

WIJ pleiten ervoor om de deelstaten integraal bevoegd te maken voor het gezins- en gezondheidsbeleid. De deelstaten moeten over alle hefbomen kunnen beschikken om een gezinsvriendelijke samenleving tot stand te brengen. Net zo impliceert een geïntegreerde zorg dat de bevoegdheid voor het milieu-, huisvestings-, welzijns- en het gezondheidsbeleid op één en hetzelfde niveau liggen.

De wettelijke ziekteverzekering moet een volksverzekering worden die een volwaardige bescherming biedt voor iedereen. De financiering van de ziekteverzekering uit algemene middelen is aangewezen omdat het gaat over kostencompenserende uitgaven voor risico's van de burger, los van zijn professionele of familiale status. Gemeenschappen worden gecompenseerd voor factoren die een invloed op de uitgaven hebben, maar waarvoor de gemeenschappen zelf geen verantwoordelijkheid dragen (zoals leeftijdssamenstelling of inwoneraantal).

Op analoge wijze moet het werkgelegenheidsbeleid gestalte krijgen op een niveau dat economisch en sociaal een duidelijke samenhang vertoont. Er zijn grote regionale verschillen in de werkgelegenheidsgraad, net zoals er ook grote intraregionale verschillen zijn. Er moet meer ruimte komen voor een werkgelegenheidsbeleid dat uitgaat van een streekvisie, gebaseerd op een sterkte-zwakteanalyse van de regio. In het kader van de vergrijzing zijn volgende beslissingen cruciaal: lagere lasten op arbeid, een betere sociale zekerheid, een aanzienlijke vermindering van de overheidsschuld en een verhoging van de werkgelegenheidsgraad. Dat vereist onder meer een snelle aanpak van de Waalse problemen. Als solidariteit niet mag stoppen aan de taalgrens, dan kan ook verantwoordelijkheid daar niet stoppen. Het ene kan niet zonder het andere. De regionale situatie op de arbeidsmarkt moet weerspiegeld worden in de loonvorming. Zoals de lonen in Vlaams-Limburg en Nederlands-Limburg niet dezelfde zijn, zo is er niets dat gebiedt dat de lonen in Vlaanderen en Wallonië dezelfde zijn. Binnen één deelstaat bestaan er trouwens ook grote loonverschillen voor dezelfde functie naargelang van de sector-cao. Daar kan iedereen blijkbaar mee leven.



De regio's moeten ook mee financiële verantwoordelijkheid dragen voor het stelsel van de werkloosheidsverzekering. In Vlaanderen, maar nog veel meer in Wallonië, is de controle op werkwilligheid in aanzienlijke mate weggevallen, juist omdat de instelling die voor de arbeidsbemiddeling zorgt regionaal is (VDAB in Vlaanderen, FOREM in Wallonië) en omdat de instelling die de werklozen uitbetaalt en mag schorsen (RVA) federaal is gebleven. Pas als de deelstaten financiële verantwoordelijkheid dragen voor het stelsel en een onvoldoende werkwillige werkloze hen zelf geld kost, hebben ze er belang bij om de controle op de werkwilligheid ernstig te nemen.

De problemen op het domein van veiligheid en justitie zijn in grote mate terug te brengen tot een probleem van bestuurskracht. De huidige federale organisatie van het veiligheids- en justitiebeleid maakt het vaak onmogelijk om tijdig degelijke en correct uitgevoerde oplossingen uit te werken voor de vele concrete verwachtingen van mensen, zoals bijvoorbeeld de aanpak van de jeugdcriminaliteit of de meer resultaatgerichte en prestatiegebonden organisatie en werking van politie en justitie als overheidsdiensten. De oorzaak van de gebrekkige werking van justitie is veelal terug te brengen tot een fundamenteel verschil in visie tussen Vlaanderen en Wallonië. Bijvoorbeeld op de aanpak van en het omgaan met fenomenen zoals jeugddelinquentie, verkeerscriminaliteit en sociale, economische en fiscale fraude. Behalve de visie op handhaving loopt ook die op de inrichting, organisatie, samenstelling en de werking van politie en justitie sterk uiteen. Dat verschil in visie is op zich geen probleem, voor zover we aan de deelstaten de mogelijkheden bieden om - binnen precies te omlijnen grenzen - zelf vorm te geven aan een veiligheids- en justitiebeleid.



In de meeste (con)federale staten is de basisbevoegdheid voor politie, veiligheid en justitie een deelstaatmaterie. Een coherente defederalisering heeft niet alleen betrekking op de inrichting van de rechtbanken, van politie en parket, maar ook op de wetgevende bevoegdheid over de rechterlijke organisatie en de bevoegdheden van en de procedure bij de deelstaatrechtbanken. De confederale overheid krijgt de bevoegdheid toegewezen om een aantal minimum- en randvoorwaarden te bepalen waaraan de deelstaatwetgeving voor justitie en politie moet voldoen. Er zijn voldoende technieken voorhanden om erover te waken dat de eenheid van rechtsmacht wordt gewaarborgd of te verhinderen dat het confederaal recht niet correct meer zou worden toegepast.

De doorgedreven communautarisering van het onderwijs was een weldaad voor Vlaanderen. Ook de 'culturele autonomie' maakte voorheen reeds een eigen cultuurbeleid mogelijk. Inzake wetenschappelijk onderzoek is tot dusver niet eenzelfde duidelijke stap gezet. De primaire bevoegdheid is wel overgegaan naar de gemeenschappen en de gewesten, maar de federale overheid behoudt een aantal restbevoegdheden met aanzienlijke budgetten. Ruim een derde van de publieke gelden voor wetenschappelijk onderzoek in België wordt nog federaal toegewezen, en niet altijd op de gepaste manier of volgens de beste criteria. De omvang van die budgetten is groter dan de federale bevoegdheid en de federale overheid beweegt zich regelmatig op de bevoegdheidsdomeinen van gemeenschappen en gewesten. Het beleid voor ruimteonderzoek bijvoorbeeld is ondoorzichtig en rond het ESA-programma wordt een rookgordijn opgetrokken. Vlaanderen moet hier veel waakzamer zijn.

De situatie, ambities en prioriteiten zijn erg verschillend tussen Vlaanderen en Wallonië. Vlaanderen sluit beter aan bij de internationale groei terzake. De Vlaamse strategieën voor wetenschappelijk onderzoek moeten rekening houden met de eigen context en uitgesproken gericht zijn op de internationale dimensie. We staan rechtstreekse internationale netwerking en samenwerking voor, zonder de vaak belastende tussenweg van federale instanties.

Er blijven ook niet te veronachtzamen aandachtspunten zoals de nood aan meer onderzoekers en wetenschappelijk-technisch geschoolden, de achterstelling van de humane wetenschappen, de genderproblematiek, het evenwicht tussen de verschillende vormen van wetenschappelijk onderzoek, de ondersteuning van de hele innovatieketen en een wereldwijde kennisdeling.

WE pleiten dus voor meer bevoegdheden op lokaal en deelstaatniveau. Brussel blijft daarbij de opdracht vervullen van tweetalig gebied en hoofdstad van Vlaanderen, België en Europa en waar Vlamingen op alle niveaus volwaardig aan het bestuur deelnemen. Tezelfdertijd moet die gedecentraliseerde overheid bescheiden, degelijk en betrouwbaar zijn. Een overheid die te veel hooi op de vork neemt, creëert haar eigen teleurstellingen. Politici worden dan geconfronteerd met niet ingeloste verwachtingen en burgers en ondernemingen met een gebrekkige publieke dienstverlening. De natuurlijke neiging van politici en beleidsmakers is hierop te reageren met nieuw beleid en meer regels. De overheid belandt hiermee in een vicieuze cirkel waarbij de kloof tussen beleid en uitvoering steeds groter wordt. Een overheid, die zich bewust is van haar beperkingen, durft burgers, ondernemingen en organisaties op hun eigen verantwoordelijkheden te wijzen en voert een beleid met en niet tegen het middenveld. Dat is de meest duurzame manier om het sociale kapitaal, het vertrouwen van mensen zowel in elkaar als in de publieke instellingen, aan te scherpen. Sociaal kapitaal is een belangrijke gangmaker voor welvaart en welzijn.

De overheid moet bescheiden zijn door het primaat van het particulier initiatief, ook in de social-profit, te waarborgen. De overheid moet de instellingen en organisaties die non-profit activiteiten ontplooien in de gezondheidszorg, de cultuur, het onderwijs of het welzijnswerk, voluit ondersteunen. Tegelijkertijd moet de overheid die instituties maximale ruimte geven voor ondernemerschap. De overheid mag scholen met eigen pedagogische opvattingen en zorginstellingen met hun specifieke zorgvisie dus niet ontmantelen of degraderen tot onderaannemers. De overheid moet gelijke kansen bieden en vooral toezien op de financiële, geografische en kwalitatieve toegankelijkheid van die essentieel geachte voorzieningen. Elke mens heeft tenslotte recht op een volwaardige participatie in de samenleving.

Het kan voor ons niet dat, onder druk van Europese regelgeving en rechtspraak of onder impuls van de Wereldhandelsorganisatie in het kader van Gats, de eigen socio-economische dynamiek van het Vlaamse middenveld zou verdwijnen. We willen niet dat belangrijke sectoren zoals de gezondheidszorg, het onderwijs, de welzijnssector en de sociale woningbouw zonder meer worden onderworpen aan de regels van de vrije markt. Wij moeten vermijden dat ziekenfondsen of scholen zich enkel zouden bekommeren om de meest gezonde mensen of de beste leerlingen. Daarom kiezen we resoluut voor strikte regels en een zichtbare hand want anders dreigt een publieke dienstverlening met twee snelheden te ontstaan. De Europese Unie mag dus geen louter economische ruimte zijn. Europa moet een sociaal Europa zijn, een gemeenschap waar mensen en volkeren in erkenning van ieders eigenheid solidair samenleven. Die solidariteit moet eveneens een wezenskenmerk zijn van elk constitutief bestanddeel van de Unie, en dus ook van Vlaanderen. Solidariteit betekent opkomen voor een democratische multiculturele samenleving en bereid zijn te betalen voor risico's waarmee men zelf niet of minder geconfronteerd wordt. De solidariteit die wij voorstaan, verbindt ook alle delen van de Unie, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel. De solidariteit die Vlaanderen ook morgen met Wallonië wil opbrengen, zien we zo uiteindelijk opgaan in een solidariteit tussen alle constitutieve bestanddelen van de Unie: transparant en op alle domeinen.



Het is nodig dat de Vlamingen hun lot in eigen handen nemen wat hun gezondheid, hun jobs en hun veiligheid aangaat. Alleen door wetenschappelijk onderzoek volledig te beheren, kan Vlaanderen er staan in het Europa en de wereld van morgen, maar niet in zichzelf gekeerd noch egoïstisch. Het Vlaanderen waarnaar wij streven is solidair zowel binnenin, als naar zijn buren dichtbij (Wallonië en de andere regio's van de Unie) en ver weg. Vlaanderen wordt een betere plaats voor al wie er leeft, en een betrouwbare partner met een warm hart in een globaliserende wereld. De tijd van studie is voorbij. Moedige politici moeten nu resoluut de daad bij het woord voegen.

Tegendradigaard 4 februari 2005 11:55

Allez we kennen de namen van de personen die volgend jaar in aanmerking zullen komen voor een titeltje van baron of zo iets...

ago 4 februari 2005 12:14

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Tegendradigaard
Allez we kennen de namen van de personen die volgend jaar in aanmerking zullen komen voor een titeltje van baron of zo iets...

Die zit!
:thumbsup: :thumbsup:

ago 4 februari 2005 12:18

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Patriot!
[size=5][font=Verdana][size=3]De academische Elite van ons land kiest duidelijk voor België. Hier een opiniestuk van 10 academici die pleiten voor de onverwijlde uitvoering van een BUB-programmapunt: één Belgische kieskring. Naar mijn mening kunt ge daar enkel tegen zijn als ge tegen België of tegen de democratie zijt.[/size]

Een kieskring voor alle Belgen
[/font][/size][font=Verdana]


[size=2]Een oplossing voor Brussel-Halle-Vilvoorde komt er niet door oeverloos communautair gekissebis dat eindigt in een onwerkbaar compromis. Er moet drastisch aan de instellingen worden gesleuteld. Tien Vlaamse en Franstalige academici doen een voorstel: een federale kieskring.
[/size]




[size=2]DE democratie die wij vandaag kennen is in essentie een vertegenwoordigende democratie. De dialoog tussen het bestuur en de bevolking die bestuurd wordt, verloopt via het tussenstation van de verkozen volksvertegenwoordigers. Daarom zijn verkiezingen belangrijk, en is de manier waarop ze georganiseerd worden dat ook. Die bepaalt niet zozeer wie de verkiezingen wint (tenzij er erg grof aan de regels geprutst wordt), maar wel de manier waarop die zo belangrijke dialoog kan verlopen.

In België werd in 2003 de kieswetgeving gewijzigd. De samenvoeging van de kleinere kieskringen tot provinciale kieskringen heeft niet bepaald wie er meer kans maakte om de verkiezingen te winnen, maar had wel meteen een effect op de manier waarop de lijsten werden samengesteld. In combinatie met het systeem van de opvolgers en van de dubbele kandidaturen heeft de hervorming ook gezorgd voor een grotere greep van de partijleiding op de gekozenen en voor beduidend meer vrouwelijke gekozenen. Dat zijn geen onbelangrijke effecten.

Eén stukje van die kieshervorming werd door het Arbitragehof geschorst: de ingewikkelde en asymmetrische oplossing voor de kieskringen in de oude provincie Brabant. Daar bleef dus de oude situatie bestaan, met de inmiddels beruchte kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Het Arbitragehof stelde dat die toestand hoogstens nog tot aan de parlementsverkiezingen van 2007 kan behouden blijven. Zolang zal dat allicht niet duren, want vanuit de Vlaamse regering wordt heel hard aangedrongen op een snellere regeling, en dan wel eentje die de kieskring B-H-V splitst, liefst met behoud van een band tussen de Vlaams-Brabanders en de kiezers van de Vlaamse partijen in Brussel.

[/size]Opjutten



[size=2]De manier waarop het debat daarover gevoerd wordt, illustreert perfect hoezeer een kiessysteem bepaalt hoe het politieke spel gespeeld wordt. De debatten van de jongste weken en maanden hebben een hoge graad van herkenbaarheid. Ze verlopen keurig volgens het klassieke scenario van de communautaire debatten. Aan Vlaamse kant wordt gesteld dat het Arbitragehof de splitsing gevraagd heeft en dat die kieskring na veertig jaar Vlaams vragen en zagen nu eindelijk moet gesplitst worden. Er is aan die Vlaamse kant niemand om dat tegen te spreken. Aan Franstalige kant wordt van de weeromstuit de eis voor de uitbreiding van de grenzen van Brussel uit de kast gehaald. Dat is ook een eis die al veertig jaar op de tafel ligt, en er is niemand in het Franstalige debat die deze vanzelfsprekendheid zal tegenspreken. Wat over de andere gemeenschap beweerd wordt, wordt evenmin in de eigen taalgroep tegengesproken. Na elk compromis groeit snel weer het wantrouwen. De Franstaligen denken dat de Vlamingen (als één hecht blok) meteen toch weer meer zullen vragen, de Vlamingen denken dat de Franstaligen (als één hecht blok) het akkoord wel weer niet zullen respecteren.

Wat hier te lande een communautair debat genoemd wordt, is eigenlijk geen debat. Het is veeleer een spel waarin politieke vertegenwoordigers van een van beide taalgroepen elkaar opjutten, met als publiek de kiezers van diezelfde eigen taalgroep. Het is immers alleen maar aan die kiezers dat zij enige verantwoording moeten afleggen. Hoewel die hele dynamiek bijzonder voorspelbaar is, blijken de spelers toch telkens weer te vergeten dat het doek alleen maar kan vallen als er een oplossing gevonden is. En die oplossing is uiteraard altijd een compromis. Het regelen en sturen van een samenleving waarin verschillende vragen en botsende belangen bestaan, is de essentie van de politiek. En het zoeken en vinden van onderhandelde oplossingen daarvoor, is de essentie van democratische politiek.

Maar democratie kan alleen naar behoren functioneren, als de bevolking haar ook als legitiem ervaart. Als het onderhandelde compromis pas volgt nadat de beide kampen eerst met luide stem aan hun achterban beloofd hebben dat ze nooit ofte nimmer zullen buigen of barsten, lopen de politieke vertegenwoordigers veel kans om als regelrechte verraders te worden beschouwd, als spelers van een dubbel spel, als slechte vertegenwoordigers dus. Meteen na het gesloten compromis verklaren dat de slechte aspecten ervan vroeg of laat wel zullen moeten verdwijnen, is niet meteen een zinvolle uitweg. Het bereidt alleen het volgende dovemansgesprek voor.

Democratisch deficit
[/size]


[size=2]Het debat over Brussel-Halle-Vilvoorde gaat over de organisatie van verkiezingen. Of beter: het zou daarover moeten gaan. Het zou de aanleiding kunnen of moeten zijn om na te denken over deze vraag: is het in een land met twee taalgroepen die geografisch grotendeels gescheiden zijn wel zinvol is om ervan uit te gaan dat Nederlandstaligen en Franstaligen alleen maar door taalgenoten kunnen vertegenwoordigd worden? Als dat zo is, moeten we weten dat het Belgische bestel zal blijven lijden aan een democratisch deficit. Federale politici maken immers regels voor alle inwoners van het land, maar kunnen niet door alle inwoners daarvoor beoordeeld worden. Het lijkt ons evident dat wie dit principe verdedigt, zich niet moet verliezen in futiele debatten over de splitsing van een kieskring, maar eerder de onderhandelingen over het einde van België moet aanknopen.

Wie meent dat de Belgische federale staat behouden moet blijven, moet op zoek naar manieren om dit democratisch deficit te repareren. De wijze waarop de verkiezing van de vertegenwoordigers georganiseerd wordt aanpakken, is een van de meest voor de hand liggende manieren om dat te doen. Als er in België (grote) politieke partijen zouden bestaan die kiezers aan beide kanten van de taalgrens proberen aan te trekken, zou het democratisch deficit al een stuk kleiner zijn. Maar die partijen zijn er niet, en ze zullen ook morgen niet plots uit de hemel komen vallen. Alle partijen kunnen in principe overal opkomen, maar ze doen dat niet. Dat in de huidige Belgische grondwet staat dat alle volksvertegenwoordigers de hele natie vertegenwoordigen, is immers een theoretisch principe dat - vanwege het kiessysteem en vanwege de keuze van de partijen - niet in de praktijk omgezet wordt.

Dit is Belgisch
[/size]


[size=2]Er is echter wel een relatief eenvoudige oplossing die zou toelaten dat minstens een deel van de gekozenen aandacht zou besteden aan kiezers die uit meer dan één taalgroep komen: een kieskring die de taalgrens overschrijdt. Bij federale verkiezingen zou een deel (bijvoorbeeld één derde) van de 150 kamerzetels kunnen verdeeld worden in één enkele kieskring die het hele Belgische grondgebied bestrijkt, en de andere zetels in provinciale kieskringen. Vlaamse en Franstalige partijen kunnen dan - apart of als zij dat zelf wensen in onderlinge samenwerking - voor de zetels van die federale kieskring politici naar voren schuiven die niet alleen bij de eigen taalgroep wensen te scoren, maar ook aan de andere kant van de taalgrens. De Belgische bevolking heeft in een democratisch bestel het recht om Belgische volksvertegenwoordigers te kiezen.

Met een dergelijke federale kieskring voor een deel van de kamerzetels kan men tegelijkertijd een indeling van het land in zuivere provinciale kieskringen realiseren, zoals de Vlaamse partijen dat vragen, en de mogelijkheid geven aan kiezers die dat wensen, en waar ze ook wonen, te kiezen voor kandidaten van hun eigen taalgroep, zoals de Franstalige partijen dat vragen.

Het is ongetwijfeld mogelijk om het probleem van Brussel-Halle-Vilvoorde op te lossen met een ingewikkeld compromis dat het democratisch deficit nog erger maakt en meteen de kiemen zaait voor een volgend conflict. Maar het is ook mogelijk om eruit te geraken langs de grote poort, door een wijze aanpassing van onze instellingen die ze beter geschikt maakt voor de democratische vertegenwoordiging in onze federale staat.







Kris Deschouwer

(VUB & Lausanne), Philippe Van Parijs (UCL & Harvard), Rik Coolsaet (UGent) , Pascal Delwit (ULB), Koen Raes (UGent), Marco Martiniello (Ulg), Benoît Rihoux (UCL), Toon Vandevelde (KULeuven), Pierre Verjans (Ulg), Stefaan Walgrave (UA)



[/size]04/02/2005
Kris Deschouwer

[/font]

[font=Times New Roman][size=3]Uw titel zegt al genoeg!:shit: [/size][/font]

[font=Times New Roman][size=3]Een bende boven het volk vergeven blaaskikkers!:boo: [/size][/font]

Tegendradigaard 4 februari 2005 12:28

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door ago
Die zit!
:thumbsup: :thumbsup:

Ik zou zeggen : knip het lijstje uit en vergelijk dat de volgende jaren met de "gelinte" personen ...

Tja ze kunnen de Princen ook geen eredoctoraten blijven geven om een lintje te krijgen he...

ancapa 4 februari 2005 13:09

voor de nationale kieskring :

1. voor elke Belg zowel in Vlaanderen, Brussel en Wallonië
2. voor een vast quota = een vast aantal stemmen per zetel vb 100.000 = 1 zetel
3. enkel voor Parlement & Senaat en voor Europees Parlement

Tegendradigaard 4 februari 2005 13:15

dien 2 wil dat zeggen Vlaams Belang 100.000 = 1 zetel ?

Herr Flick 4 februari 2005 13:19

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Tegendradigaard
Allez we kennen de namen van de personen die volgend jaar in aanmerking zullen komen voor een titeltje van baron of zo iets...


Ah ja, dat heeft koolzaadje nog niet, ... da is just, ... dat zal al serieus in zijn emminent gat gebeten hebben dat juist hij dat nog niet heeft...


Mij zullen ze dat wel nooit geven, maar moesten ze toch zo debiel zijn dat ooit te overwegen, zal ik een beleefd briefje schrijven, aan de vorst om zijn titeltje te stoppen daar waar de zon nooit schijnt.

Herr Flick 4 februari 2005 13:19

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Tegendradigaard
Ik zou zeggen : knip het lijstje uit en vergelijk dat de volgende jaren met de "gelinte" personen ...

Tja ze kunnen de Princen ook geen eredoctoraten blijven geven om een lintje te krijgen he...


Die zit nog beter, !

Pelgrim 4 februari 2005 15:10

De BUB profileert zich weer eens als een elitaristische partij zoals gewoonlijk :)

Distel 4 februari 2005 15:35

Tien grotendeels onbekende mensen worden meteen tot "de Academische Elite" gebombardeerd. Zo weten we meteen ook waar die magische 95% (if is het weer gezakt naar 80%?) vandaan komt: eigenlijk gaat het slechts om Jef Patat en zijn overbuur.

Opvallend overigens hoe graag Patriot met een "elite" komt pronken. Niet dat het als verrassing komt van een lid van een monarchistische franskiljonpartij.

instromaniac 4 februari 2005 15:39

Zeg BUB'ers, pleiten jullie nu voor democratie of één of andere dictatuur van de elite? Misschien zouden jullie beter jullie verborgen agenda wat meer verbergen ;)
Wat een verrassing trouwens dat Coolsaet en Deschouwer die tekst hebben ondertekend, de meest mediageile (naast de pastoor kerkelijk recht) proffen in Vlaanderen.

ingenious 4 februari 2005 16:20

ook iets over de inhoud te zeggen of kunnen jullie enkel op de boodschappers schieten?

of je nu voor of tegen onafhankelijkheid bent, feit is dat we in belgië leven, en dat dat nog wel een tijdje zo zal zijn. en ons federaal model zoals het vandaag bestaat werkt niet naar behoren. ik, als vlaming, kan mij bij verkiezingen over een groot deel van de parlementairen en ministers niet uitspreken. je kan dus wel liggen mekkeren dat een di rupo geen rekening houdt met de vlamingen, maar met ons huidig systeem is dat eigenlijk niet meer dan logisch. een belgische kieskring is dus echt niet onlogisch. nu hebben we een premier, waar een groot deel van ons landgenoten gewoon weg niet voor kan stemmen. ze kunnen zich pro noch contra uitspreken. aan de andere kant zitten wij bv. met een europese commisaris waar wij vlamingen niks aan te zeggen hebben. democratisch kan je dat niet noemen.

Distel 4 februari 2005 16:27

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door ingenious
ook iets over de inhoud te zeggen of kunnen jullie enkel op de boodschappers schieten?

of je nu voor of tegen onafhankelijkheid bent, feit is dat we in belgië leven, en dat dat nog wel een tijdje zo zal zijn. en ons federaal model zoals het vandaag bestaat werkt niet naar behoren. ik, als vlaming, kan mij bij verkiezingen over een groot deel van de parlementairen en ministers niet uitspreken. je kan dus wel liggen mekkeren dat een di rupo geen rekening houdt met de vlamingen, maar met ons huidig systeem is dat eigenlijk niet meer dan logisch. een belgische kieskring is dus echt niet onlogisch. nu hebben we een premier, waar een groot deel van ons landgenoten gewoon weg niet voor kan stemmen. ze kunnen zich pro noch contra uitspreken. aan de andere kant zitten wij bv. met een europese commisaris waar wij vlamingen niks aan te zeggen hebben. democratisch kan je dat niet noemen.

"dat een di rupo geen rekening houdt met de vlamingen"

Zo is dat. Alvast veel succes toegewenst met het aanpraten van de unitaire kieskring, laat staan het unitaire België.

ancapa 4 februari 2005 16:46

Goed patriot... en Fhilippe komt de lont aansteken in plaats van het lint door te knippen :-P lint of lont... slechts één lettertje verschil :?

dat zal een knalfeest worden :lol: :lol: :lol:

lievendr 4 februari 2005 16:49

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door ingenious
ook iets over de inhoud te zeggen of kunnen jullie enkel op de boodschappers schieten?

of je nu voor of tegen onafhankelijkheid bent, feit is dat we in belgië leven, en dat dat nog wel een tijdje zo zal zijn. en ons federaal model zoals het vandaag bestaat werkt niet naar behoren. ik, als vlaming, kan mij bij verkiezingen over een groot deel van de parlementairen en ministers niet uitspreken. je kan dus wel liggen mekkeren dat een di rupo geen rekening houdt met de vlamingen, maar met ons huidig systeem is dat eigenlijk niet meer dan logisch. een belgische kieskring is dus echt niet onlogisch. nu hebben we een premier, waar een groot deel van ons landgenoten gewoon weg niet voor kan stemmen. ze kunnen zich pro noch contra uitspreken. aan de andere kant zitten wij bv. met een europese commisaris waar wij vlamingen niks aan te zeggen hebben. democratisch kan je dat niet noemen.

inhoudelijk klopt je analyse 100%.
dat zegt de n-va ook altijd.

ik weet alleen niet of het realistisch is naar belgische kieskringen te gaan; gana vlamingen effectief op walen stemmen en omgekeerd ?
bovendien, hoe gaan we di rupo dan afstraffen? je kan alleen 'landgenoten van de andere kant' belonen lijkt mij.
afstraffen gebeurt al: door vb te stemmen, of n-va, of cd&v...

ingenious 4 februari 2005 16:50

Citaat:

Oorspronkelijk geplaatst door Distel
"dat een di rupo geen rekening houdt met de vlamingen"

Zo is dat. Alvast veel succes toegewenst met het aanpraten van de unitaire kieskring, laat staan het unitaire België.

en met zo'n simplistische oneliner wordt de discussie gesloten?

wat heeft het pleiten voor een federale kieskring met een unitair belgie te maken?


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 08:06.

Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be