Oorspronkelijk geplaatst door Dimitri
(...)
Net als Nederland is België ingedeeld in kieskringen. Het verschil is, dat in Nederland de partijlijsten in alle kieskringen hetzelfde zijn (op hooguit de laatste plaatsen van de drie grote partijen na) en de zetelverdeling nationaal gebeurt, terwijl in België de zetelverdeling per kieskring gebeurt en er dus ook in elke kieskring aparte lijsten zijn met alleen regionale kandidaten. Het is dus een soort districtenstelsel, maar dan met meerdere zetels per district (kieskring). Er geldt binnen de kieskringen ook een kiesdrempel van 5% om een zetel te halen.
Toen België nog een eenheidsstaat was, was het ingedeeld in dertig kiesarrondissementen (kieskringen). Een daarvan was het arrondissement Brussel, dat naast de agglomeratie Brussel ook het hele westelijke deel van de provincie Brabant omvatte.
Toen in 1962 de taalgrens werd vastgelegd, werden alle Nederlandstalige gemeentes naar Nederlandstalige provincies en Nederlandstalige kieskringen en Franstalige gemeentes naar Franstalige provincies en Franstalige kieskringen overgeheveld. Er bleef één uitzondering over: de kieskring Brussel, dat het westelijke Nederlandstalige deel van de provincie Brabant omvatte én het tweetalige Brussel.
In de jaren zeventig werden alle nationale partijen (christen-democraten, liberalen en sociaal-democraten) gesplitst in een Vlaamse en een Franstalige partij. In de Nederlandstalige kieskringen deden alleen de Vlaamse partijen mee, in de Franstalige kieskringen alleen de Franstalige partijen. Behalve in de kieskring Brussel: daar deden zowel de Vlaamse als de Franstalige partijen mee. Zo deden de Franstalige partijen dus ook mee in de Nederlandstalige gemeentes.
Door suburbanisatie zijn veel Franstaligen in het Vlaamse gebied rondom Brussel gaan wonen, waar de meesten zich nogal arrogant opstellen: ze blijven hun eigen taal gebruiken en weigeren Nederlands te spreken. En ze blijven op hun eigen Franstalige partijen stemmen.
Ondertussen is er een Vlaams, Waals en Brussels gewest (deelstaat) opgericht en is de provincie Brabant vervangen door de provincies Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Maar nog steeds is de kieskring Brussel, die inmiddels Brussel-Halle-Vilvoorde heet, niet gesplitst. Nu zijn voor de laatste parlementsverkiezingen de dertig oude kieskringen samengevoegd tot provinciale kieskringen. Behalve in de provincie Vlaams-Brabant, omdat Vlamingen en Franstaligen nog steeds geen overeenstemming kunnen bereiken over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde in een Nederlandstalige kieskring Vlaams-Brabant (Leuven-Halle-Vilvoorde) en een tweetalige kieskring Brussel. De Franstalige partijen willen immers niet hun achterban in Halle-Vilvoorde opgeven. Natuurlijk zouden de Franstalige partijen ook na een splitsing mee kunnen doen in een kieskring Vlaams-Brabant, maar dan niet met hun Brusselse kopstukken en bovendien zouden ze apart nooit de 5%-kiesdrempel kunnen halen. Alleen als ze allemaal samenwerken in één lijst lukt dat. Bij de Vlaamse parlementsverkiezingen, waarvoor er wel een kieskring Vlaams-Brabant bestaat, doet er al zo'n Franstalige eenheidslijst mee, maar die haalt veel minder stemmen dan de Franstalige partijen bij de Belgische Kamerverkiezingen halen als ze met aparte lijsten meedoen.
Nu heeft het Belgische Arbitragehof vorig jaar gezegd dat de huidige kieskringindeling oneerlijk is, omdat alle kieskringen samenvallen met de provincies behalve in Vlaams-Brabant. Het Arbitragehof eist dat die ongelijkheid voor de volgende Belgische Kamerverkiezingen (normaal gesproken in 2007) wordt opgelost, anders worden die verkiezingen ongeldig verklaard. De Vlamingen willen dus nu eindelijk na 40 jaar de kieskring splitsen. Maar de Franstaligen blijven weigeren of stellen absurde eisen als het vergroten van Brussel met Vlaamse gemeentes of het erkennen van de Franstaligen als minderheid in Vlaanderen, met alle bijkomende taalrechten vandien. Dat is natuurlijk onaanvaardbaar voor de Vlamingen, die vinden dat de kieskring gewoon gesplitst moet worden zoals de rechter heeft bevolen.
De vraag is nu wat er gaat gebeuren. Sommige Vlaamse partijen (het christen-democratische/Vlaams-nationalistische kartel CD&V/N-VA en het Vlaams Belang) willen dat de Vlamingen hun meerderheid in de Belgische Kamer gebruiken om de splitsing er door te duwen. De liberale VLD en de sociaal-democratische SP.A durven dat niet aan, omdat zij in de Belgische regering zitten en bang zijn dat de Belgische regering valt als de Vlamingen eenzijdig hun zin doordrijven. Zij hebben alleen wel in het regeerakkoord voor de Vlaamse deelstaatregering (van CD&V/N-VA, SP.A en VLD) afgesproken dat die splitsing er zo snel mogelijk zou moeten komen en dat ze daarvoor met z'n drieën in de Kamer een wetsvoorstel zouden indienen en steunen. Inmiddels is de behandeling van dat wetsvoorstel uitgesteld om de Belgische regering de mogelijkheid te geven een oplossing te vinden. Maar dat wordt heel moeilijk, omdat de standpunten van Vlamingen en Franstaligen heel ver uit elkaar liggen en ze beide geen toegevingen willen doen.
Maar goed, als de VLD en SP.A echt willen, kan het heel snel afgehandeld worden, door gewoon het wetsvoorstel goed te keuren. De Vlaamse partijen hebben immers samen een meerderheid in de Belgische Kamer. Ze hebben gewoon het lef niet om door te zetten. Dat is ook de reden voor het grote succes van het Vlaams Belang: steeds meer Vlaamse kiezers vinden de grote Vlaamse partijen onbetrouwbaar.
|