Oorspronkelijk geplaatst door Paul Belien
De zaak Nabholz bewees nog maar eens dat de Vlamingen slecht zijn in internationale public-relations. Ze hechten weinig belang aan hun internationale relaties. Mag ik dit illustreren met een persoonlijke ervaring? Tot in het begin van de jaren negentig was ik een columnist van zowel The Wall Street Journal als NRC-Handelsblad. Ik had met beide kranten een afspraak om op geregelde basis (minstens eens per maand) een artikel te leveren over de Belgische binnenlandse politieke en economische situatie. Daarin legde ik uit dat België een immorele constructie is die een democratische meerderheid berooft van zijn economische welvaart ten gunste van een parasiterende minderheid. Die artikels hadden tot gevolg dat de in Brussel gevestigde Amerikaanse journalisten van de WSJ lid werden van de Vlaamse sectie van de journalistenbond in plaats van de Franstalige. Ook mocht ik meemaken dat de Amerikaanse president Ronald Reagan bij een bezoek aan Brussel vooraf gebriefd werd aan de hand van mijn artikels en dat de Britse minister Norman Tebbit in een speech België omschreef als een artificieel land.
Ik werkte toen als beroepsjournalist bij Gazet van Antwerpen. Om een degelijk artikel te kunnen schrijven moet een journalist niet alleen een vlotte pen hebben, maar hij moet voor zijn opzoekingswerk ook beroep kunnen doen op een documentatiedienst (er bestond toen nog geen internet). Ik kon terecht bij de documentatiedienst van mijn krant. Toen ik, na een conflict over journalistieke deontologie door de "Frut" ontslagen werd (de sterk aan Wilfried Martens en Jean-Luc Dehaene gelieerde hoofdredactie ergerde zich aan mijn artikels in de buitenlandse pers en wilde me de mond snoeren), en ik wegens mijn "te scherpe" opvattingen ook bij andere Vlaamse kranten ongewenst was, voelde ik mij gehandicapt. Ik stuurde een brief naar het Vlaams Economisch Verbond met kopie van mijn Engelstalige artikels en het verhaal over Reagan. Ik schreef dat mijn werk in het Vlaamse, en dus ook in het VEV-belang was, en vroeg om logistieke hulp. Ik kreeg nooit antwoord. Sindsdien beschouw ik het VEV als een onderdeel van het Belgische establishment. De VEV-voorzitter die mijn brief nooit beantwoordde, werd korte tijd later tot baron benoemd.
Flemish Institute
Het is onbegrijpelijk dat de Vlaamse Beweging nooit een Flemish Institute for International Relations heeft opgericht om het buitenland in te lichten over de Belgische situatie en internationale steun te werven voor onze bevrijdingsstrijd.
De geschiedenis leert dat opdat een land onafhankelijk kan worden, buitenlandse steun vaak van groter belang is dan binnenlandse. Kijk naar België. Het aantal voorstanders van Belgische onafhankelijkheid in de jaren 1830 was klein: in Vlaanderen was de burgerij overwegend Orangistisch, in Wallonië rattachistisch. Niemand wenste een Belgische staat. Die kwam er slechts omdat de internationale grootmachten daartoe besloten.
De leidende grootmachten van de voorbije eeuw waren Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Toch ontbreken beide landen als lemma in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, terwijl datzelfde werk wel ruime aandacht besteedt aan de betrekkingen van de Vlaams-Nationalisten met Nederland, Frankrijk, Duitsland en Zuid-Afrika. De conclusie is dat de Vlaamse betrekkingen met de Angelsaksische wereld grotendeels ontbraken, hetgeen niet getuigt van het politiek-strategisch inzicht van de Flaminganten.
Men merkt het ook aan onze symboliek. Zo hangen wij (zoals recent nog op de Leuvense meeting voor een splitsing van de Sociale Zekerheid) onze vlag graag naast die van minderheidsvolkeren, zoals Friezen, Catalanen, Bretoenen, zelfs Walen. Ik zie dit als een teken van Vlaamse onvolwassenheid. De leeuw moet klauwen naast de Britse en Amerikaanse vlag. D�*n pas zal België schrik van ons beginnen krijgen.
Impact
Brussel is de standplaats van een massa correspondenten van Britse en Amerikaanse media. Naast nieuws over EU en NAVO, nemen die er ook de berichtgeving over België bij. Waarom worden deze mensen nooit uitgenodigd op meetings van de Vlaamse Beweging? Het is, zelfs al daagt er maar één Engelstalige journalist op, de moeite om te investeren in een tolk. De impact van een pro-Vlaams artikel in een buitenlands blad is, zoals ik meermaals kon ondervinden, zelfs binnen België groter dan een artikel in de Vlaamse pers. Bovendien, en ook dat weet ik uit ervaring, kan men in de Angelsaksische pers meer waarheden over België kwijt dan in de Vlaamse.
Onbegrijpelijk is eveneens dat er geen Engelstalige nieuwsbrief bestaat ten behoeve van de internationale pers, de buitenlandse ambassades en politici. Het is belangrijk om de individuele Vlamingen te overtuigen van de noodzaak der Vlaamse zelfstandigheid. Maar het is, meen ik, nog belangrijker om buitenlandse journalisten, diplomaten of politici daarvan te overtuigen. De Vlaamse zaak is rechtvaardig, onze strijd is legitiem. Maar de wereld weet het niet. België zal Vlaanderen pas vrezen wanneer het Engels gaat spreken.
|