Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door sinan123
...
|
In Mattheus (bestemd voor een joods publiek), in tegenstelling tot hetzelfde verhaal in Lucas en Marcus (het oudste van de evangelies), gaat de figuur Jezus er inderdaad nogal serieus tegenaan, hij lijkt op den duur wat te gaan raaskallen. Gegrepen als door een waan.
Maar dat "zwaard" is dan beeldspraak voor ruzie en dat zwaard staat niet voor strijd tegen buitenstaanders maar staat expliciet voor "Israel" dus voor tweedracht onder de joden. Als we Mattheus zo lezen lijkt Jezus op dat moment eigelijk bijna zuiver voor de Joden gepreekt te hebben. Zijn leerlingen die hij wegzendt mogen niet naar de Heidenen en evenmin naar de Samaritanen trekken, maar moeten zich met de verdwaalde schapen van Israel wenden, en die zullen dan door met zijn "woord" geconfronteerd te worden geweldige ruzies gaan krijgen met elkaar totdat ze mekaar zelfs beginnen te vermoorden... Was hij hier nu een beetje aan het doorslaan of meende hij wat hij zei?
Zending van de twaalf
[
5] Deze twaalf zond Jezus uit met de opdracht: ‘
Sla de weg naar de heidenen niet in, en ga een stad van de Samaritanen niet binnen. [6] Maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. [
7] Verkondig op je tocht: “Het koninkrijk der hemelen is ophanden!” [
8] Genees zieken, wek doden op, maak melaatsen rein, drijf demonen uit. Voor niets hebben jullie gekregen, voor niets moet je geven. [
9] Neem geen goud-, zilver- of kopergeld mee in je beurs, [
10] neem geen reistas mee voor onderweg, geen twee stel kleren,
geen sandalen en geen stok. Want de arbeider is zijn levensonderhoud waard. [
11] Als je een stad of dorp binnenkomt, onderzoek dan wie het waard is jullie daar te ontvangen. Blijf daar tot je verder reist. [
12] Als je een huis binnengaat, wens het dan vrede. [
13] Als het huis die waard is, moge jullie vrede dan daarop neerdalen, en als het die niet waard is, moge jullie vrede dan naar jullie terugkeren. [
14] Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten. [
15] Ik verzeker jullie, voor het land van Sodom en Gomorra zal het draaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad.
[
16] Bedenk wel: Ik stuur jullie als schapen tussen de wolven. Wees dus slim als slangen en eenvoudig als duiven. [
17] Pas op voor de mensen, want ze zullen je uitleveren aan rechtbanken, en in hun synagogen zullen ze je geselen. [
18] Men zal jullie voor landvoogden en koningen brengen omwille van Mij, als een getuigenis voor hen en de heidenen. [
19] Wanneer ze jullie uitleveren, maak je dan geen zorgen over hoe je zult spreken en wat je zult zeggen. Want op dat uur zal jullie ingegeven worden wat je moet zeggen. [
20] Want jullie zijn het niet die spreken, maar het is de Geest van je Vader die in jullie spreekt. [
21] De ene broer zal de andere aan de dood uitleveren, en een vader zijn kind, en kinderen zullen tegen hun ouders in verzet komen en hen ter dood brengen. [
22] Jullie zullen door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam. Wie volhardt tot het einde, die zal gered worden. [
23] Wanneer ze jullie vervolgen in deze stad, vlucht dan naar de volgende. Want Ik verzeker je, jullie zullen de steden van Israël nog niet rond zijn voordat de Mensenzoon komt. [
24] Een leerling staat niet boven zijn meester en een slaaf niet boven zijn heer. [
25] Voor de leerling is het voldoende dat hij wordt als zijn meester, en voor de slaaf dat hij wordt als zijn heer. Als men de heer des huizes al Beëlzebul
* genoemd heeft, hoeveel te meer dan zijn huisgenoten. [
26] Word dus niet bang voor hen. Want niets is verhuld dat niet onthuld zal worden, en niets is verborgen dat niet bekend zal worden. [
27] Wat Ik jullie zeg in het donker, zeg dat in het licht. Wat jullie in het oor gefluisterd krijgen, verkondig dat vanaf de daken. [
28] Wees niet bang voor hen die het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden. Wees eerder bang voor hem die en ziel en lichaam kan ombrengen in de hel. [
29] Twee mussen kosten toch maar een stuiver? En daarvan zal er niet één op de grond vallen buiten jullie Vader om. [
30] Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. [
31] Wees dus niet bang. Jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. [
32] Als iemand partij kiest voor Mij bij de mensen, zal ook Ik partij kiezen voor hem bij mijn Vader in de hemel. [
33] Wie Mij verloochent tegenover de mensen, die zal Ik ook verloochenen tegenover mijn Vader in de hemel.
[
34] Denk niet dat Ik op aarde vrede ben komen brengen. Ik ben geen vrede komen brengen, maar een zwaard. [
35] Want Ik ben gekomen om een wig te drijven tussen zoon en vader, tussen dochter en moeder, tussen schoondochter en schoonmoeder; [
36] ja, huisgenoten worden vijanden. [
37] Wie meer houdt van zijn vader of moeder dan van Mij, is Mij niet waard. Wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. [
38] Wie zijn kruis niet opneemt en Mij niet volgt, is Mij niet waard. [
39] Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden. [
40] Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. [
41] Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, krijgt het loon van een profeet, en wie een rechtvaardige opneemt omdat het een rechtvaardige is, krijgt het loon van een rechtvaardige. [
42] Wie één van deze kleinen een beker koud water geeft omdat het een leerling is, Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan.’
Even ter vergelijking Marcus en Lucas:
Lucas:
Uitzending van de twaalf
[
1] Hij riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen. [
2] Daarna zond hij hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. [
3] Hij zei tegen hen: ‘Neem niets mee voor onderweg,
geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren. [
4] Blijf in het huis waar je onderdak hebt gevonden tot je van daar weer verdergaat. [
5] Als ze jullie niet willen ontvangen, schud dan het stof van je voeten ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ [
6] Ze gingen op weg en trokken van de ene plaats naar de andere, terwijl ze het goede nieuws verkondigden en overal zieken genazen.
Marcus:
Uitzending van de twaalf leerlingen
[
7] Hij riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. [
8] Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld,
alleen een stok. [
9]
Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei hij, ‘trek geen extra kleren aan.’ [
10] En ook zei hij: ‘Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je verder reist. [
11] Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ [
12] Ze gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend om de mensen tot inkeer te brengen, [
13] en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.
En bij Johannes heb ik het niet kunnen vinden.
Gek is ook dat in het oudste evangelie Marcus ze een stok en sandalen mogen dragen, bij Lucas niets over sandalen, maar de stok is nu verboden, en bij Mattheus is zowel de stok als de sandalen uit den boze.
Wie heeft er hier nu de klok horen luiden maar de klepel niet zien hangen (of zoiets).[edit]
[size=1]
Edit:[/size]
[size=1]After edit by Wreker on 27-07-2005 at 23:26
Reason:
--------------------------------
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door sinan123
...
|
In Mattheus (bestemd voor een joods publiek), in tegenstelling tot hetzelfde verhaal in Lucas en Marcus (het oudste van de evangelies), gaat de figuur Jezus er inderdaad nogal serieus tegenaan, hij lijkt op den duur wat te gaan raaskallen. Gegrepen als door een waan.
Maar dat "zwaard" is dan beeldspraak voor ruzie en dat zwaard staat niet voor strijd tegen buitenstaanders maar staat expliciet voor "Israel" dus voor tweedracht onder de joden. Als we Mattheus zo lezen lijkt Jezus op dat moment eigelijk bijna zuiver voor de Joden gepreekt te hebben. Zijn leerlingen die hij wegzendt mogen niet naar de Heidenen en evenmin naar de Samaritanen trekken, maar moeten zich met de verdwaalde schapen van Israel wenden, en die zullen dan door met zijn "woord" geconfronteerd te worden geweldige ruzies gaan krijgen met elkaar totdat ze mekaar zelfs beginnen te vermoorden... Was hij hier nu een beetje aan het doorslaan of meende hij wat hij zei?
Zending van de twaalf
[5] Deze twaalf zond Jezus uit met de opdracht: ‘Sla de weg naar de heidenen niet in, en ga een stad van de Samaritanen niet binnen. [6] Maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. [7] Verkondig op je tocht: “Het koninkrijk der hemelen is ophanden!” [8] Genees zieken, wek doden op, maak melaatsen rein, drijf demonen uit. Voor niets hebben jullie gekregen, voor niets moet je geven. [9] Neem geen goud-, zilver- of kopergeld mee in je beurs, [10] neem geen reistas mee voor onderweg, geen twee stel kleren, geen sandalen en geen stok. Want de arbeider is zijn levensonderhoud waard. [11] Als je een stad of dorp binnenkomt, onderzoek dan wie het waard is jullie daar te ontvangen. Blijf daar tot je verder reist. [12] Als je een huis binnengaat, wens het dan vrede. [13] Als het huis die waard is, moge jullie vrede dan daarop neerdalen, en als het die niet waard is, moge jullie vrede dan naar jullie terugkeren. [14] Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten. [15] Ik verzeker jullie, voor het land van Sodom en Gomorra zal het draaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad.
[16] Bedenk wel: Ik stuur jullie als schapen tussen de wolven. Wees dus slim als slangen en eenvoudig als duiven. [17] Pas op voor de mensen, want ze zullen je uitleveren aan rechtbanken, en in hun synagogen zullen ze je geselen. [18] Men zal jullie voor landvoogden en koningen brengen omwille van Mij, als een getuigenis voor hen en de heidenen. [19] Wanneer ze jullie uitleveren, maak je dan geen zorgen over hoe je zult spreken en wat je zult zeggen. Want op dat uur zal jullie ingegeven worden wat je moet zeggen. [20] Want jullie zijn het niet die spreken, maar het is de Geest van je Vader die in jullie spreekt. [21] De ene broer zal de andere aan de dood uitleveren, en een vader zijn kind, en kinderen zullen tegen hun ouders in verzet komen en hen ter dood brengen. [22] Jullie zullen door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam. Wie volhardt tot het einde, die zal gered worden. [23] Wanneer ze jullie vervolgen in deze stad, vlucht dan naar de volgende. Want Ik verzeker je, jullie zullen de steden van Israël nog niet rond zijn voordat de Mensenzoon komt. [24] Een leerling staat niet boven zijn meester en een slaaf niet boven zijn heer. [25] Voor de leerling is het voldoende dat hij wordt als zijn meester, en voor de slaaf dat hij wordt als zijn heer. Als men de heer des huizes al Beëlzebul* genoemd heeft, hoeveel te meer dan zijn huisgenoten. [26] Word dus niet bang voor hen. Want niets is verhuld dat niet onthuld zal worden, en niets is verborgen dat niet bekend zal worden. [27] Wat Ik jullie zeg in het donker, zeg dat in het licht. Wat jullie in het oor gefluisterd krijgen, verkondig dat vanaf de daken. [28] Wees niet bang voor hen die het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden. Wees eerder bang voor hem die en ziel en lichaam kan ombrengen in de hel. [29] Twee mussen kosten toch maar een stuiver? En daarvan zal er niet één op de grond vallen buiten jullie Vader om. [30] Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. [31] Wees dus niet bang. Jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. [32] Als iemand partij kiest voor Mij bij de mensen, zal ook Ik partij kiezen voor hem bij mijn Vader in de hemel. [33] Wie Mij verloochent tegenover de mensen, die zal Ik ook verloochenen tegenover mijn Vader in de hemel.
[34] Denk niet dat Ik op aarde vrede ben komen brengen. Ik ben geen vrede komen brengen, maar een zwaard. [35] Want Ik ben gekomen om een wig te drijven tussen zoon en vader, tussen dochter en moeder, tussen schoondochter en schoonmoeder; [36] ja, huisgenoten worden vijanden. [37] Wie meer houdt van zijn vader of moeder dan van Mij, is Mij niet waard. Wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. [38] Wie zijn kruis niet opneemt en Mij niet volgt, is Mij niet waard. [39] Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden. [40] Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. [41] Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, krijgt het loon van een profeet, en wie een rechtvaardige opneemt omdat het een rechtvaardige is, krijgt het loon van een rechtvaardige. [42] Wie één van deze kleinen een beker koud water geeft omdat het een leerling is, Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan.’
Even ter vergelijking Marcus en Lucas:
Lucas:
Uitzending van de twaalf
[1] Hij riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen. [2] Daarna zond hij hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. [3] Hij zei tegen hen: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren. [4] Blijf in het huis waar je onderdak hebt gevonden tot je van daar weer verdergaat. [5] Als ze jullie niet willen ontvangen, schud dan het stof van je voeten ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ [6] Ze gingen op weg en trokken van de ene plaats naar de andere, terwijl ze het goede nieuws verkondigden en overal zieken genazen.
Marcus:
Uitzending van de twaalf leerlingen
[7] Hij riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. [8] Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok. [9] Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei hij, ‘trek geen extra kleren aan.’ [10] En ook zei hij: ‘Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je verder reist. [11] Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ [12] Ze gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend om de mensen tot inkeer te brengen, [13] en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.
En bij Johannes heb ik het niet kunnen vinden.
Gek is ook dat in het oudste evangelie Marcus ze een stok en sandalen mogen dragen, bij Lucas niets over sandalen, maar de stok is nu verboden, en bij Mattheus is zowel de stok als de sandalen uit den boze.
Wie heeft er hier nu de klok horen luiden maar de klepel niet zien hangen (of zoiets).[/size] |
[size=1]Before any edits, post was:
--------------------------------
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door sinan123
...
|
In Mattheus (bestemd voor een joods publiek), in tegenstelling tot hetzelfde verhaal in Lucas en Marcus (het oudste van de evangelies), gaat de figuur Jezus er inderdaad nogal serieus tegenaan, hij lijkt op den duur wat te gaan raaskallen. Gegrepen als door een waan.
Maar dat "zwaard" is dan beeldspraak voor ruzie en dat zwaard staat niet voor strijd tegen buitenstaanders maar staat expliciet voor "Israel" dus voor tweedracht onder de joden. Als we Mattheus zo lezen lijkt Jezus op dat moment eigelijk bijna zuiver voor de Joden gepreekt te hebben. Zijn leerlingen die hij wegzendt mogen niet naar de Heidenen en evenmin naar de Samaritanen trekken, maar moeten zich met de verdwaalde schapen van Israel wenden, en die zullen dan door met zijn "woord" geconfronteerd te worden geweldige ruzies gaan krijgen met elkaar totdat ze mekaar zelfs beginnen te vermoorden... Was hij hier nu een beetje aan het doorslaan of meende hij wat hij zei?
Zending van de twaalf
[5] Deze twaalf zond Jezus uit met de opdracht: ‘Sla de weg naar de heidenen niet in, en ga een stad van de Samaritanen niet binnen. [6] Maar ga liever naar de verloren schapen van het huis van Israël. [7] Verkondig op je tocht: “Het koninkrijk der hemelen is ophanden!” [8] Genees zieken, wek doden op, maak melaatsen rein, drijf demonen uit. Voor niets hebben jullie gekregen, voor niets moet je geven. [9] Neem geen goud-, zilver- of kopergeld mee in je beurs, [10] neem geen reistas mee voor onderweg, geen twee stel kleren, geen sandalen en geen stok. Want de arbeider is zijn levensonderhoud waard. [11] Als je een stad of dorp binnenkomt, onderzoek dan wie het waard is jullie daar te ontvangen. Blijf daar tot je verder reist. [12] Als je een huis binnengaat, wens het dan vrede. [13] Als het huis die waard is, moge jullie vrede dan daarop neerdalen, en als het die niet waard is, moge jullie vrede dan naar jullie terugkeren. [14] Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten. [15] Ik verzeker jullie, voor het land van Sodom en Gomorra zal het draaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor die stad.
[16] Bedenk wel: Ik stuur jullie als schapen tussen de wolven. Wees dus slim als slangen en eenvoudig als duiven. [17] Pas op voor de mensen, want ze zullen je uitleveren aan rechtbanken, en in hun synagogen zullen ze je geselen. [18] Men zal jullie voor landvoogden en koningen brengen omwille van Mij, als een getuigenis voor hen en de heidenen. [19] Wanneer ze jullie uitleveren, maak je dan geen zorgen over hoe je zult spreken en wat je zult zeggen. Want op dat uur zal jullie ingegeven worden wat je moet zeggen. [20] Want jullie zijn het niet die spreken, maar het is de Geest van je Vader die in jullie spreekt. [21] De ene broer zal de andere aan de dood uitleveren, en een vader zijn kind, en kinderen zullen tegen hun ouders in verzet komen en hen ter dood brengen. [22] Jullie zullen door iedereen gehaat worden vanwege mijn naam. Wie volhardt tot het einde, die zal gered worden. [23] Wanneer ze jullie vervolgen in deze stad, vlucht dan naar de volgende. Want Ik verzeker je, jullie zullen de steden van Israël nog niet rond zijn voordat de Mensenzoon komt. [24] Een leerling staat niet boven zijn meester en een slaaf niet boven zijn heer. [25] Voor de leerling is het voldoende dat hij wordt als zijn meester, en voor de slaaf dat hij wordt als zijn heer. Als men de heer des huizes al Beëlzebul* genoemd heeft, hoeveel te meer dan zijn huisgenoten. [26] Word dus niet bang voor hen. Want niets is verhuld dat niet onthuld zal worden, en niets is verborgen dat niet bekend zal worden. [27] Wat Ik jullie zeg in het donker, zeg dat in het licht. Wat jullie in het oor gefluisterd krijgen, verkondig dat vanaf de daken. [28] Wees niet bang voor hen die het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden. Wees eerder bang voor hem die en ziel en lichaam kan ombrengen in de hel. [29] Twee mussen kosten toch maar een stuiver? En daarvan zal er niet één op de grond vallen buiten jullie Vader om. [30] Bij jullie zijn zelfs alle haren op je hoofd geteld. [31] Wees dus niet bang. Jullie zijn meer waard dan een hele zwerm mussen. [32] Als iemand partij kiest voor Mij bij de mensen, zal ook Ik partij kiezen voor hem bij mijn Vader in de hemel. [33] Wie Mij verloochent tegenover de mensen, die zal Ik ook verloochenen tegenover mijn Vader in de hemel.
[34] Denk niet dat Ik op aarde vrede ben komen brengen. Ik ben geen vrede komen brengen, maar een zwaard. [35] Want Ik ben gekomen om een wig te drijven tussen zoon en vader, tussen dochter en moeder, tussen schoondochter en schoonmoeder; [36] ja, huisgenoten worden vijanden. [37] Wie meer houdt van zijn vader of moeder dan van Mij, is Mij niet waard. Wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van Mij, is Mij niet waard. [38] Wie zijn kruis niet opneemt en Mij niet volgt, is Mij niet waard. [39] Wie zijn leven vindt, zal het verliezen, en wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het vinden. [40] Wie jullie ontvangt, ontvangt Mij, en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die Mij gezonden heeft. [41] Wie een profeet ontvangt omdat het een profeet is, krijgt het loon van een profeet, en wie een rechtvaardige opneemt omdat het een rechtvaardige is, krijgt het loon van een rechtvaardige. [42] Wie één van deze kleinen een beker koud water geeft omdat het een leerling is, Ik verzeker jullie, zijn loon zal hem niet ontgaan.’
Even ter vergelijking Marcus en Lucas:
Lucas:
Uitzending van de twaalf
[1] Hij riep de twaalf bij zich en gaf hun macht en gezag over alle demonen, en de kracht om ziekten te genezen. [2] Daarna zond hij hen uit om het koninkrijk van God te verkondigen en zieken te genezen. [3] Hij zei tegen hen: ‘Neem niets mee voor onderweg, geen stok, geen reistas, geen brood en geen geld, en ook geen extra kleren. [4] Blijf in het huis waar je onderdak hebt gevonden tot je van daar weer verdergaat. [5] Als ze jullie niet willen ontvangen, schud dan het stof van je voeten ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ [6] Ze gingen op weg en trokken van de ene plaats naar de andere, terwijl ze het goede nieuws verkondigden en overal zieken genazen.
Marcus:
Uitzending van de twaalf leerlingen
[7] Hij riep de twaalf bij zich en zond hen twee aan twee uit, en gaf hun macht over de onreine geesten. [8] Hij droeg hun op niets mee te nemen voor onderweg, geen brood, geen reistas en geen geld, alleen een stok. [9] Sandalen mochten ze wel dragen. ‘Maar,’ zei hij, ‘trek geen extra kleren aan.’ [10] En ook zei hij: ‘Als jullie ergens onderdak krijgen, moet je daar blijven tot je verder reist. [11] Maar als jullie ergens niet welkom zijn en de mensen niet naar jullie willen luisteren, moet je daar weggaan en het stof van je voeten schudden ten teken dat je niets meer met hen te maken wilt hebben.’ [12] Ze gingen op weg en maakten het goede nieuws bekend om de mensen tot inkeer te brengen, [13] en ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen.
En bij Johannes heb ik het niet kunnen vinden.[/size] |
[/edit]