Guderian |
1 september 2005 00:16 |
175 jaar belgische misdaden, Vlaamse slachtoffers. DEEL 2
[size=4]Deel 2: de Grievencommissie en de eerste Vlaamse organisatie[/size]
1855, belgië vierde z’n 25-jarig bestaan en de regering vroeg alle dichters om een huldedicht te schrijven over belgië en de vorst. Uit Vlaanderen kwam geen enkele inzending van betekenis, maar wel een open brief waarin ze duidelijk maakten dat één en ander moest veranderen ten voordele van de Vlamingen alvorens de lof van belgië te bezingen. De regering beloofde een onderzoekscommissie maar kon haar woord niet houden. Een jaar later was er opnieuw belgisch feest, voor Leopold I z’n 25-jarig koningsschap. Opnieuw met een dichtwedstrijd en opnieuw weigerden de Vlaamsgezinde dichters mee te doen. In een open brief schreven ze aan eerste minister Pieter de Decker waarin ze hun grieven verkondigen. Een uittreksel, omgezet in hedendaags Nederlands: “Sinds vijfentwintig jaar is de Waal het bevoorrechte, verwende kind van de regering en wordt de Vlaming verstoten en miskend. Voor de een is alles te verkrijgen omdat hij door zijn geboorte alleen Frans kent; voor de ander is niets te bekomen, omdat hij uit een Vlaamse moeder geboren is. Wees Frans, roept men ons toe, en alles zal gedaan zijn! Wees Frans! Verbaster u! Verbrand uw geschiedenis, verloochen uw voorgeslacht! (…) Verkoop het vaderland van uw ziel! Vergeet uw afkomst en de roem die ge in vorige eeuwen als Vlamingen gewonnen hebt, en alles zal gedaan zijn! En wat zouden wij dan meer zijn dan negers in een plantage, dan de Indianen in een Engelse kolonie? …”
De brief maakte grote indruk en werd in de pers, de regering en parlement besproken. Hij leidde tot de oprichting van een Grievencommissie met de bedoeling maatregelen uit te zoeken die kunnen leiden tot de ontwikkeling van de Nederduitse (=Vlaamse) letterkunde en het gebruik van de Nederduitse (=Vlaamse) taal te verzekeren in relaties met de overheid. De commissieleden vroegen ondermeer dat het lager onderwijs in het hele Vlaamse land ééntalig Vlaams zou zijn, en voor Brussel een speciale regeling met Vlaamse en Franse klassen. Voorts voorzag men ook in vernederlandsing van de eerste twee klassen van het middelbaar onderwijs, voor hogere klassen zou de leraar de taal mogen kiezen. Voor de universiteiten werd enkel geëist dat er verplichte colleges over Nederlandse taal- en letterkunde zouden komen. Wat het landsbestuur betrof eiste de Commissie dat er Nederlandstalige vertalingen van de besprekingen in het parlement beschikbaar zouden zijn. Dat de besprekingen zelf volledig in het Frans verliepen werd toen zelfs stilzwijgend aanvaard! Wetten, decreten en kb’s zouden ook in het Nederlands in het staatsblad moeten verschijnen en de briefwisseling tussen de centrale overheid en Vlaamse gemeenten en provincies diende in het Nederlands te gebeuren. Inzake rechtspraak stelde de Commissie dat iedereen in het Vlaamse land aanspraak moest kunnen maken op Nederlandstalige rechtspraak. Voor het leger drong de Commissie aan op de inrichting van Vlaamse en Waalse regimenten zodat men bevelen in de eigen taal kon krijgen, eraan gekoppeld dat de Vlaamse regimenten in Wallonië zouden gelegerd worden en Waalse regimenten in Vlaanderen, om zo elkaars taal te kunnen leren. Allemaal stuk voor stuk redelijke eisen. Maar… 10 dagen na indiening van het rapport viel de regering de Decker en kwam de belgicist Rogier aan het bewind. Rogier was de man die in 1830 al stelde dat het Frans het belgisch bindmiddel bij uitstek moest zijn, dus de aanklachten van de Commissie stierven een stille dood. De regering stelde in een rapport dat de Vlaamse eisen als onmogelijk en onvaderlands voor, en bestempelde de ganse Vlaamse Beweging als het werk van slechte vaderlanders die belgië desnoods ten onder zouden doen gaan.
Hoewel de eisen van de Grievencommissie in een onderste lade verdwenen, hadden ze toch één grote verdienste: het was een basisprogramma geworden voor de opkomende Vlaamse Beweging die nieuwe vooraanstaande leden mocht verwelkomen, ondermeer Emile Moyson, Julius Vuylsteke,… Gaandeweg was nu ook het idee gerijpt dat de Vlaamse strijd niks kon winnen zonder mannen in het parlement. De wijze waarop bleef onbeantwoord want een eigen Vlaamsgezinde partij was onhaalbaar en het cijnskiesstelsel bestond nog steeds. De meeste Vlaamsgezinden hadden uiteenlopende ideologische sympathieën. Pas in 1861 komt een eigen Vlaamsgezinde organisatie tot stand met enerzijds de Nederduitse Bond die zowel katholieke als liberalen bevatte en die zich richtte op de “verdediging van de Nederduitse volksstam”. Anderzijds werd in hetzelfde jaar de Meetingpartij gesticht, Jan de Laet werd twee jaar later voor de Meetingpartij verkozen in het belgisch parlement. Hij werd de eerste(!) persoon die de eed in het Nederlands aflegde. Terwijl de eerste ideeën over bestuurlijke scheiding opborrelden en men uitging van het feit dat een volk niet tweetalig kon zijn zonder dat één van de talen zou verdwijnen; werden er verder gedichten geschreven die de Belgische wantoestanden aanklaagden. Een uittreksel uit een gedicht van Emile Moyson:
“Gij zijt gemaakt met Franse steen.
Wat Frans is, is recommandable;
D’inscripties zijn in’t Frans alleen,
Wij vinden dat zeer convenable.”
Het slot van het gedicht luidt:
“Adieu, Colonn’, uw steen en brons
Zijn Frans tot in hun ornamenten,
Maar toch zit er iets in van ons:
Zij zijn betaald met onze centen.”[edit]
[size=1] Edit:[/size] [size=1]After edit by Guderian on 01-09-2005 at 01:19
Reason:
--------------------------------
[size=4]Deel 2: de Grievencommissie en de eerste Vlaamse organisatie[/size]
1855, belgië vierde z’n 25-jarig bestaan en de regering vroeg alle dichters om een huldedicht te schrijven over belgië en de vorst. Uit Vlaanderen kwam geen enkele inzending van betekenis, maar wel een open brief waarin ze duidelijk maakten dat één en ander moest veranderen ten voordele van de Vlamingen alvorens de lof van belgië te bezingen. De regering beloofde een onderzoekscommissie maar kon haar woord niet houden. Een jaar later was er opnieuw belgisch feest, voor Leopold I z’n 25-jarig koningsschap. Opnieuw met een dichtwedstrijd en opnieuw weigerden de Vlaamsgezinde dichters mee te doen. In een open brief schreven ze aan eerste minister Pieter de Decker waarin ze hun grieven verkondigen. Een uittreksel, omgezet in hedendaags Nederlands: “Sinds vijfentwintig jaar is de Waal het bevoorrechte, verwende kind van de regering en wordt de Vlaming verstoten en miskend. Voor de een is alles te verkrijgen omdat hij door zijn geboorte alleen Frans kent; voor de ander is niets te bekomen, omdat hij uit een Vlaamse moeder geboren is. Wees Frans, roept men ons toe, en alles zal gedaan zijn! Wees Frans! Verbaster u! Verbrand uw geschiedenis, verloochen uw voorgeslacht! (…) Verkoop het vaderland van uw ziel! Vergeet uw afkomst en de roem die ge in vorige eeuwen als Vlamingen gewonnen hebt, en alles zal gedaan zijn! En wat zouden wij dan meer zijn dan negers in een plantage, dan de Indianen in een Engelse kolonie? …”
De brief maakte grote indruk en werd in de pers, de regering en parlement besproken. Hij leidde tot de oprichting van een Grievencommissie met de bedoeling maatregelen uit te zoeken die kunnen leiden tot de ontwikkeling van de Nederduitse (=Vlaamse) letterkunde en het gebruik van de Nederduitse (=Vlaamse) taal te verzekeren in relaties met de overheid. De commissieleden vroegen ondermeer dat het lager onderwijs in het hele Vlaamse land ééntalig Vlaams zou zijn, en voor Brussel een speciale regeling met Vlaamse en Franse klassen. Voorts voorzag men ook in vernederlandsing van de eerste twee klassen van het middelbaar onderwijs, voor hogere klassen zou de leraar de taal mogen kiezen. Voor de universiteiten werd enkel geëist dat er verplichte colleges over Nederlandse taal- en letterkunde zouden komen. Wat het landsbestuur betrof eiste de Commissie dat er Nederlandstalige vertalingen van de besprekingen in het parlement beschikbaar zouden zijn. Dat de besprekingen zelf volledig in het Frans verliepen werd toen zelfs stilzwijgend aanvaard! Wetten, decreten en kb’s zouden ook in het Nederlands in het staatsblad moeten verschijnen en de briefwisseling tussen de centrale overheid en Vlaamse gemeenten en provincies diende in het Nederlands te gebeuren. Inzake rechtspraak stelde de Commissie dat iedereen in het Vlaamse land aanspraak moest kunnen maken op Nederlandstalige rechtspraak. Voor het leger drong de Commissie aan op de inrichting van Vlaamse en Waalse regimenten zodat men bevelen in de eigen taal kon krijgen, eraan gekoppeld dat de Vlaamse regimenten in Wallonië zouden gelegerd worden en Waalse regimenten in Vlaanderen, om zo elkaars taal te kunnen leren. Allemaal stuk voor stuk redelijke eisen. Maar… 10 dagen na indiening van het rapport viel de regering de Decker en kwam de belgicist Rogier aan het bewind. Rogier was de man die in 1830 al stelde dat het Frans het belgisch bindmiddel bij uitstek moest zijn, dus de aanklachten van de Commissie stierven een stille dood. De regering stelde in een rapport dat de Vlaamse eisen als onmogelijk en onvaderlands voor, en bestempelde de ganse Vlaamse Beweging als het werk van slechte vaderlanders die belgië desnoods ten onder zouden doen gaan.
Hoewel de eisen van de Grievencommissie in een onderste lade verdwenen, hadden ze toch één grote verdienste: het was een basisprogramma geworden voor de opkomende Vlaamse Beweging die nieuwe vooraanstaande leden mocht verwelkomen, ondermeer Emile Moyson, Julius Vuylsteke,… Gaandeweg was nu ook het idee gerijpt dat de Vlaamse strijd niks kon winnen zonder mannen in het parlement. De wijze waarop bleef onbeantwoord want een eigen Vlaamsgezinde partij was onhaalbaar en het cijnskiesstelsel bestond nog steeds. De meeste Vlaamsgezinden hadden uiteenlopende ideologische sympathieën. Pas in 1861 komt een eigen Vlaamsgezinde organisatie tot stand met enerzijds de Nederduitse Bond die zowel katholieke als liberalen bevatte en die zich richtte op de “verdediging van de Nederduitse volksstam”. Anderzijds werd in hetzelfde jaar de Meetingpartij gesticht, Jan de Laet werd twee jaar later voor de Meetingpartij verkozen in het belgisch parlement. Hij werd de eerste(!) persoon die de eed in het Nederlands aflegde. Terwijl de eerste ideeën over bestuurlijke scheiding opborrelden en men uitging van het feit dat een volk niet tweetalig kon zijn zonder dat één van de talen zou verdwijnen; werden er verder gedichten geschreven die de Belgische wantoestanden aanklaagden. Een uittreksel uit een gedicht van Emile Moyson:
“Gij zijt gemaakt met Franse steen.
Wat Frans is, is recommandable;
D’inscripties zijn in’t Frans alleen,
Wij vinden dat zeer convenable.”
Het slot van het gedicht luidt:
“Adieu, Colonn’, uw steen en brons
Zijn Frans tot in hun ornamenten,
Maar toch zit er iets in van ons:
Zij zijn betaald met onze centen.”[/size] |
[size=1]Before any edits, post was:
--------------------------------
[font=Arial]Deel 2: de Grieven commissie en de eerste Vlaamse organisatie[/font]
[font=Arial][/font]
[font=Arial]1855, belgië vierde z’n 25-jarig bestaan en de regering vroeg alle dichters om een huldedicht te schrijven over belgië en de vorst. Uit Vlaanderen kwam geen enkele inzending van betekenis, maar wel een open brief waarin ze duidelijk maakten dat één en ander moest veranderen ten voordele van de Vlamingen alvorens de lof van belgië te bezingen. De regering beloofde een onderzoekscommissie maar kon haar woord niet houden. Een jaar later was er opnieuw belgisch feest, voor Leopold I z’n 25-jarig koningsschap. Opnieuw met een dichtwedstrijd en opnieuw weigerden de Vlaamsgezinde dichters mee te doen. In een open brief schreven ze aan eerste minister Pieter de Decker waarin ze hun grieven verkondigen. Een uittreksel, omgezet in hedendaags Nederlands: “Sinds vijfentwintig jaar is de Waal het bevoorrechte, verwende kind van de regering en wordt de Vlaming verstoten en miskend. Voor de een is alles te verkrijgen omdat hij door zijn geboorte alleen Frans kent; voor de ander is niets te bekomen, omdat hij uit een Vlaamse moeder geboren is. Wees Frans, roept men ons toe, en alles zal gedaan zijn! Wees Frans! Verbaster u! Verbrand uw geschiedenis, verloochen uw voorgeslacht! (…) Verkoop het vaderland van uw ziel! Vergeet uw afkomst en de roem die ge in vorige eeuwen als Vlamingen gewonnen hebt, en alles zal gedaan zijn! En wat zouden wij dan meer zijn dan negers in een plantage, dan de Indianen in een Engelse kolonie? …”[/font]
[font=Arial][/font]
[font=Arial]De brief maakte grote indruk en werd in de pers, de regering en parlement besproken. Hij leidde tot de oprichting van een Grievencommissie met de bedoeling maatregelen uit te zoeken die kunnen leiden tot de ontwikkeling van de Nederduitse (=Vlaamse) letterkunde en het gebruik van de Nederduitse (=Vlaamse) taal te verzekeren in relaties met de overheid. De commissieleden vroegen ondermeer dat het lager onderwijs in het hele Vlaamse land ééntalig Vlaams zou zijn, en voor Brussel een speciale regeling met Vlaamse en Franse klassen. Voorts voorzag men ook in vernederlandsing van de eerste twee klassen van het middelbaar onderwijs, voor hogere klassen zou de leraar de taal mogen kiezen. Voor de universiteiten werd enkel geëist dat er verplichte colleges over Nederlandse taal- en letterkunde zouden komen. Wat het landsbestuur betrof eiste de Commissie dat er Nederlandstalige vertalingen van de besprekingen in het parlement beschikbaar zouden zijn. Dat de besprekingen zelf volledig in het Frans verliepen werd toen zelfs stilzwijgend aanvaard! Wetten, decreten en kb’s zouden ook in het Nederlands in het staatsblad moeten verschijnen en de briefwisseling tussen de centrale overheid en Vlaamse gemeenten en provincies diende in het Nederlands te gebeuren. Inzake rechtspraak stelde de Commissie dat iedereen in het Vlaamse land aanspraak moest kunnen maken op Nederlandstalige rechtspraak. Voor het leger drong de Commissie aan op de inrichting van Vlaamse en Waalse regimenten zodat men bevelen in de eigen taal kon krijgen, eraan gekoppeld dat de Vlaamse regimenten in Wallonië zouden gelegerd worden en Waalse regimenten in Vlaanderen, om zo elkaars taal te kunnen leren. Allemaal stuk voor stuk redelijke eisen. Maar… 10 dagen na indiening van het rapport viel de regering de Decker en kwam de belgicist Rogier aan het bewind. Rogier was de man die in 1830 al stelde dat het Frans het belgisch bindmiddel bij uitstek moest zijn, dus de aanklachten van de Commissie stierven een stille dood. De regering stelde in een rapport dat de Vlaamse eisen als onmogelijk en onvaderlands voor, en bestempelde de ganse Vlaamse Beweging als het werk van slechte vaderlanders die belgië desnoods ten onder zouden doen gaan. [/font]
[font=Arial][/font]
[font=Arial]Hoewel de eisen van de Grievencommissie in een onderste lade verdwenen, hadden ze toch één grote verdienste: het was een basisprogramma geworden voor de opkomende Vlaamse Beweging die nieuwe vooraanstaande leden mocht verwelkomen, ondermeer Emile Moyson, Julius Vuylsteke,… Gaandeweg was nu ook het idee gerijpt dat de Vlaamse strijd niks kon winnen zonder mannen in het parlement. De wijze waarop bleef onbeantwoord want een eigen Vlaamsgezinde partij was onhaalbaar en het cijnskiesstelsel bestond nog steeds. De meeste Vlaamsgezinden hadden uiteenlopende ideologische sympathieën. Pas in 1861 komt een eigen Vlaamsgezinde organisatie tot stand met enerzijds de Nederduitse Bond die zowel katholieke als liberalen bevatte en die zich richtte op de “verdediging van de Nederduitse volksstam”. Anderzijds werd in hetzelfde jaar de Meetingpartij gesticht, Jan de Laet werd twee jaar later voor de Meetingpartij verkozen in het belgisch parlement. Hij werd de eerste(!) persoon die de eed in het Nederlands aflegde. Terwijl de eerste ideeën over bestuurlijke scheiding opborrelden en men uitging van het feit dat een volk niet tweetalig kon zijn zonder dat één van de talen zou verdwijnen; werden er verder gedichten geschreven die de Belgische wantoestanden aanklaagden. Een uittreksel uit een gedicht van Emile Moyson: [/font]
[font=Arial]“Gij zijt gemaakt met Franse steen.[/font]
[font=Arial]Wat Frans is, is recommandable;[/font]
[font=Arial]D’inscripties zijn in’t Frans alleen,[/font]
[font=Arial]Wij vinden dat zeer convenable.”[/font]
[font=Arial]Het slot van het gedicht luidt:[/font]
[font=Arial]“Adieu, Colonn’, uw steen en brons[/font]
[font=Arial]Zijn Frans tot in hun ornamenten,[/font]
[font=Arial]Maar toch zit er iets in van ons:[/font]
[font=Arial]Zij zijn betaald met onze centen.”[/font][font=Arial] [/font][/size] |
[/edit]
|