Guderian |
6 september 2005 20:57 |
"Op gewijde bodem"
Uittreksel uit het artikel 'Op gewijden bodem' uit het maandblad 'Hamer', januari 1943, Uitgeverij Hamer, Amsterdam, pp. 23-25
Het geeft eigenlijk een schitterend beeld van het völkische gedachtengoed dat voor een deel het nationaal-socialisme schraagde.
"De volksche mensch voelt zich door sterke banden met zijn geboortegrond verbonden, in het bijzonder wanneer vele voorgaande geslachten hoeve, land of streek reeds bewoonden. Gaan we echter verder en verder terug in de geschiedenis van onze sibbe en ons volk, dan vinden we steeds meer takken, die over de tegenwoordige staatsgrenzen hun oorsprong nemen. Meestal verliezen deze zich in een grijs verleden in Duitschland, soms ook in Vlaanderen of de vroeger Germaansche deelen van Noord-Frankrijk. Toch houdt de geschiedenis onzer sibbe ook niet daar op, waar voor vele eeuwen de eerste berichten werden opgeteekend in de familiebijbels en oude kronieken. Ook daarvóór bericht de vaderlandsche historie van volksstammen, die uit het Oosten ons land binnentrokken, dat toen reeds door Germaansche stammen bewoond werd. Hunnebedden en grafheuvels in het Oosten des lands vertellen ons van deze boerenstammen, die ruim 4000 jaar geleden de toen met uitgestrekte eikebosschenbegroeide zandstreken van Drenthe, Overijsel en Gelderland in bezit namen, om er een nieuwe bestaansmogelijkheid te vinden.
Waar kwamen nu al deze menschen en volken vandaan, die in vroeger of later tijd hier binnenkwamen en wier afstammelingen wij 20e eeuwsche Nederlanders zijn? Kwamen ze uit het Zuiden of Zuid-Oosten, zooals een langen tijd geliefde veronderstelling leerde - en was de spreuk "Ex oriente lux", "de wijsheid komt uit het Oosten" dus toch juist?
Neen - serdert geruimen tijd weten we, hoe alle Indo-Germaansche, Arische kultuur haar oorsprong niet nam in heete, tropische landen, niet in Mesopotamië of op de hoogvlakten van Binnen-Azië, niet aan de oevers van den Indus of aan de Grieksche kust, maar in het Noorden, in een boschrijk vaderland dicht bij de zee; dat leerde ook de vergelijkende taalwetenschap. Tussen Noord- en Oostzee stond van Skandinavië tot in Noord-Duitschland de wieg van de Germaansche stammen, de wieg van het Noordras.
Geen wonder, dat ons hart sneller klopte, toen wij in Sleeswijk-Holstein voor het eerst binnenkwamen in het gebied, dat uiteindelijk ook de geboortegrond van ons en ons volk is. Gespannen zagen we uit naar de getuigenissen uit lang voorbije tijden, toen de voorouders van Duitschers en Denen, Vlamingen en Zweden, Nederlanders en Noren hier nog als één volk woonden, toen het Noordras zijn zegetocht over de wereld nog beginnen moest, die in zoovele bloeiende kulturen in Italië en Voor-Indië, in Perzië, Griekenland en vooral in de Germaansche landen zijn sporen achter liet.
(...)"
|