Pelgrim |
16 september 2005 21:11 |
“Nationalisme is oorlog" : zin en onzin
Een argument dat ik al heel vaak ben tegengekomen wanneer antinationalisten, eurofederalisten en mondialisten fulmineren tegen de onafhankelijke nationale staten is dat het bestaan van die onafhankelijke staten tot oorlogen leidt. Op het eerste zicht lijkt dat een zinnig verhaal. Maar eigenlijk zitten er een paar merkwaardige fouten in deze redeneringen. Meer zelfs: wanneer antinationalisten hun argumenten proberen te staven met voorbeelden uit de geschiedenis, bewijzen zij eigenlijk het tegendeel.
Nationalisme is oorlog. De eerste grote voorbeelden die dan worden aangehaald zijn vanzelfsprekend de twee wereldoorlogen. Lichtjes gebaseerd op het marxistische internationalisme (hoewel de meeste antinationalisten niet eens weten wat dat precies betekent): onafhankelijke staten verdelen, zetten bevolkingsgroepen tegen elkaar op, vormen de bodem voor racisme en etnische conflicten. Voor de doorsnee toehoorder lijken dat zinnige zaken. Het is dan ook bon ton in de zelfverklaarde progressieve kringen om de soevereine nationale staat terzijde te schuiven als voorbijgestreefd, gevaarlijk en bekrompen. Dat zijn dan diezelfde burgerlijk progressieve intellectuelen die niet eens meer weten wat Marx bedoelde met zijn ‘proletariërs aller landen verenigt u’.
Curieus genoeg merken zij die zichzelf ‘slim’ en ‘intellectueel’ noemen zelf niet dat er een paradox zit in hun redenering.
Om te beginnen moeten we de vraag stellen, als ‘het nationalisme’ verantwoordelijk is voor oorlog en racisme, wat dan wel ‘het nationalisme’ precies is. Hier maken de antinationalisten al een eerste fout: er bestaat niet zoiets als ‘het’ nationalisme. Nationalisme is op zich een lege doos, het betekent niet anders dan het streven naar een nationale een gemaakte en soevereine staat. Het is pas wanneer die nationale staat een concrete invulling krijgt dat het nationalisme een bepaalde politieke kleur krijgt. Het nationalisme van de Nazis is duidelijk van een geheel andere soort dan het nationalisme van pakweg de Basken. De Nazis hadden een imperialistische inslag, hun nationalisme bestond uit de verheerlijking van het eigen volk (of ras) en de ambitie om andere volkeren te onderwerpen. Niet alleen het joodse volk of het zigeunervolk, maar ook zowat alle europese buurvolkeren. Daartegenover staat het nationalisme van de Basken, dat geen enkel superioriteitsgevoel aanhangt (toch zeker niet in extreme zin) en al helemaal niet de ambitie heeft landen te gaan bezetten. Integendeel, de Basken wensen in meer of mindere mate af te scheuren van een staat die hén bezet houdt. Het zelfbeschikkingsrecht, waar deze nationalisten zich op baseren, zegt dat elk volk (dus een groep mensen dat zich als een volk ziet) zelf zijn toekomst moet kunnen bepalen. Sleutelelement bij het zelfbeschikkingsrecht is dus, jawel, de democratie.
Dit zijn twee ‘nationalismes’ die overduidelijk diametraal tegenover elkaar staan. Het ene streeft een imperium na (al dan niet met genocides), het andere nationalisme streeft enkel een soevereine staat na. ‘Hét’ nationalisme bestaat dus niet.
En dan de fameuze ‘voorbeelden’. Indien de stelling is dat zelfbeschikking van de naties de oorzaak is van oorlog zouden alle oorlogen dus veroorzaakt moeten zijn geweest door volkeren die de onafhankelijkheid nastreefden. Het volstaat om zich te beperken tot de twee klassieke voorbeelden om aan te tonen dat het omgekeerde waar is.
Belangrijke vraag: wie waren degenen die de oorlog voerden, en waarom werden die oorlogen gevoerd? Beide wereldoorlogen waren territoriale veroveringsoorlogen, waarbij de inzet was het grondgebied van andere staten in te palmen. Uiteraard werd dit door de heersende politieke machten overgoten met een nationalistisch sausje, om het volk gewillig naar het front te krijgen. Zoals eerder uitgelegd, is dat slechts één vorm van nationalisme. Imperialistisch nationalisme.
Hoe staat dat imperialistisch nationalisme nu tegenover het zelfbeschikkingsrecht van volkeren (dus tegenover soevereinistisch nationalisme)? Het antwoord is wel duidelijk: ze zijn tegengestelden. Imperialisme is een directe schending van het zelfbeschikkingsrecht van de bezette volkeren en gebieden. Notoire imperialistisch nationalistische dictators als Hitler, Napoleon of Saddam Hoessein hebben het zelfbeschikkingsrecht van een pak volkeren geschonden door hen manu militari te gaan onderwerpen. Zowat alle oorlogen zijn net begonnen omdat een of ander regime het zelfbeschikkingsrecht van een volk niet erkende! Een soeverinistische nationalist zou dus net de strijd aangaan met deze dictators! Eigenaardig, verwijten de antinationalisten de soevereinisten niet net datgene waar de soevereinisten zelf tegen strijden?
Het mooiste van al is dat zowat alle regimes die oorlogen voerden dit deden omdat zij allerhande unitaristische ambities hadden. Napoleon en Hitler streefden een verenigd Europa na. Menig totalitaire doctrine draagt in zich de wens om te komen tot één verenigd europa of een verenigde wereld. De eurofederalisten en de mondialisten bevinden zich dus in heel mooi gezelschap.
Enkel het recht op zelfbeschikking en de onafhankelijke nationale staten zijn een garantie voor de wereldvrede. [edit]
[size=1] Edit:[/size] [size=1]After edit by Pelgrim on 16-09-2005 at 22:17
Reason:
--------------------------------
Een argument dat ik al heel vaak ben tegengekomen wanneer antinationalisten, eurofederalisten en mondialisten fulmineren tegen de onafhankelijke nationale staten is dat het bestaan van die onafhankelijke staten tot oorlogen leidt. Op het eerste zicht lijkt dat een zinnig verhaal. Maar eigenlijk zitten er een paar merkwaardige fouten in deze redeneringen. Meer zelfs: wanneer antinationalisten hun argumenten proberen te staven met voorbeelden uit de geschiedenis, bewijzen zij eigenlijk het tegendeel.
Nationalisme is oorlog. De eerste grote voorbeelden die dan worden aangehaald zijn vanzelfsprekend de twee wereldoorlogen. Lichtjes gebaseerd op het marxistische internationalisme (hoewel de meeste antinationalisten niet eens weten wat dat precies betekent): onafhankelijke staten verdelen, zetten bevolkingsgroepen tegen elkaar op, vormen de bodem voor racisme en etnische conflicten. Voor de doorsnee toehoorder lijken dat zinnige zaken. Het is dan ook bon ton in de zelfverklaarde progressieve kringen om de soevereine nationale staat terzijde te schuiven als voorbijgestreefd, gevaarlijk en bekrompen. Dat zijn dan diezelfde burgerlijk progressieve intellectuelen die niet eens meer weten wat Marx bedoelde met zijn ‘proletariërs aller landen verenigt u’.
Curieus genoeg merken zij die zichzelf ‘slim’ en ‘intellectueel’ noemen zelf niet dat er een paradox zit in hun redenering.
Om te beginnen moeten we de vraag stellen, als ‘het nationalisme’ verantwoordelijk is voor oorlog en racisme, wat dan wel ‘het nationalisme’ precies is. Hier maken de antinationalisten al een eerste fout: er bestaat niet zoiets als ‘het’ nationalisme. Nationalisme is op zich een lege doos, het betekent niet anders dan het streven naar een nationale een gemaakte en soevereine staat. Het is pas wanneer die nationale staat een concrete invulling krijgt dat het nationalisme een bepaalde politieke kleur krijgt. Het nationalisme van de Nazis is duidelijk van een geheel andere soort dan het nationalisme van pakweg de Basken. De Nazis hadden een imperialistische inslag, hun nationalisme bestond uit de verheerlijking van het eigen volk (of ras) en de ambitie om andere volkeren te onderwerpen. Niet alleen het joodse volk of het zigeunervolk, maar ook zowat alle europese buurvolkeren. Daartegenover staat het nationalisme van de Basken, dat geen enkel superioriteitsgevoel aanhangt (toch zeker niet in extreme zin) en al helemaal niet de ambitie heeft landen te gaan bezetten. Integendeel, de Basken wensen in meer of mindere mate af te scheuren van een staat die hén bezet houdt. Het zelfbeschikkingsrecht, waar deze nationalisten zich op baseren, zegt dat elk volk (dus een groep mensen dat zich als een volk ziet) zelf zijn toekomst moet kunnen bepalen. Sleutelelement bij het zelfbeschikkingsrecht is dus, jawel, de democratie.
Dit zijn twee ‘nationalismes’ die overduidelijk diametraal tegenover elkaar staan. Het ene streeft een imperium na (al dan niet met genocides), het andere nationalisme streeft enkel een soevereine staat na. ‘Hét’ nationalisme bestaat dus niet.
En dan de fameuze ‘voorbeelden’. Indien de stelling is dat zelfbeschikking van de naties de oorzaak is van oorlog zouden alle oorlogen dus veroorzaakt moeten zijn geweest door volkeren die de onafhankelijkheid nastreefden. Het volstaat om zich te beperken tot de twee klassieke voorbeelden om aan te tonen dat het omgekeerde waar is.
Belangrijke vraag: wie waren degenen die de oorlog voerden, en waarom werden die oorlogen gevoerd? Beide wereldoorlogen waren territoriale veroveringsoorlogen, waarbij de inzet was het grondgebied van andere staten in te palmen. Uiteraard werd dit door de heersende politieke machten overgoten met een nationalistisch sausje, om het volk gewillig naar het front te krijgen. Zoals eerder uitgelegd, is dat slechts één vorm van nationalisme. Imperialistisch nationalisme.
Hoe staat dat imperialistisch nationalisme nu tegenover het zelfbeschikkingsrecht van volkeren (dus tegenover soevereinistisch nationalisme)? Het antwoord is wel duidelijk: ze zijn tegengestelden. Imperialisme is een directe schending van het zelfbeschikkingsrecht van de bezette volkeren en gebieden. Notoire imperialistisch nationalistische dictators als Hitler, Napoleon of Saddam Hoessein hebben het zelfbeschikkingsrecht van een pak volkeren geschonden door hen manu militari te gaan onderwerpen. Zowat alle oorlogen zijn net begonnen omdat een of ander regime het zelfbeschikkingsrecht van een volk niet erkende! Een soeverinistische nationalist zou dus net de strijd aangaan met deze dictators! Eigenaardig, verwijten de antinationalisten de soevereinisten niet net datgene waar de soevereinisten zelf tegen strijden?
Het mooiste van al is dat zowat alle regimes die oorlogen voerden dit deden omdat zij allerhande unitaristische ambities hadden. Napoleon en Hitler streefden een verenigd Europa na. Menig totalitaire doctrine draagt in zich de wens om te komen tot één verenigd europa of een verenigde wereld. De eurofederalisten en de mondialisten bevinden zich dus in heel mooi gezelschap.
Enkel het recht op zelfbeschikking en de onafhankelijke nationale staten zijn een garantie voor de wereldvrede. [/size] |
[size=1] Edit:[/size] [size=1]After edit by Pelgrim on 16-09-2005 at 22:15
Reason:
--------------------------------
Een argument dat ik al heel vaak ben tegengekomen wanneer antinationalisten, eurofederalisten en mondialisten fulmineren tegen de onafhankelijke nationale staten is dat het bestaan van die onafhankelijke staten tot oorlogen leidt. Op het eerste zicht lijkt dat een zinnig verhaal. Maar eigenlijk zitten er een paar merkwaardige fouten in deze redeneringen. Meer zelfs: wanneer antinationalisten hun argumenten proberen te staven met voorbeelden uit de geschiedenis, bewijzen zij eigenlijk het tegendeel.
Nationalisme is oorlog. De eerste grote voorbeelden die dan worden aangehaald zijn vanzelfsprekend de twee wereldoorlogen. Lichtjes gebaseerd op het marxistische internationalisme (hoewel de meeste antinationalisten niet eens weten wat dat precies betekent): onafhankelijke staten verdelen, zetten bevolkingsgroepen tegen elkaar op, vormen de bodem voor racisme en etnische conflicten. Voor de doorsnee toehoorder lijken dat zinnige zaken. Het is dan ook bon ton in de zelfverklaarde progressieve kringen om de soevereine nationale staat terzijde te schuiven als voorbijgestreefd, gevaarlijk en bekrompen. Dat zijn dan diezelfde burgerlijk progressieve intellectuelen die niet eens meer weten wat Marx bedoelde met zijn ‘proletariërs aller landen verenigt u’.
Curieus genoeg merken zij die zichzelf ‘slim’ en ‘intellectueel’ noemen zelf niet dat er een paradox zit in hun redenering.
Om te beginnen moeten we de vraag stellen, als ‘het nationalisme’ verantwoordelijk is voor oorlog en racisme, wat dan wel ‘het nationalisme’ precies is. Hier maken de antinationalisten al een eerste fout: er bestaat niet zoiets als ‘het’ nationalisme. Nationalisme is op zich een lege doos, het betekent niet anders dan het streven naar een nationale een gemaakte en soevereine staat. Het is pas wanneer die nationale staat een concrete invulling krijgt dat het nationalisme een bepaalde politieke kleur krijgt. Het nationalisme van de Nazis is duidelijk van een geheel andere soort dan het nationalisme van pakweg de Basken. De Nazis hadden een imperialistische inslag, hun nationalisme bestond uit de verheerlijking van het eigen volk (of ras) en de ambitie om andere volkeren te onderwerpen. Niet alleen het joodse volk of het zigeunervolk, maar ook zowat alle europese buurvolkeren. Daartegenover staat het nationalisme van de Basken, dat geen enkel superioriteitsgevoel aanhangt (toch zeker niet in extreme zin) en al helemaal niet de ambitie heeft landen te gaan bezetten. Integendeel, de Basken wensen in meer of mindere mate af te scheuren van een staat die hén bezet houdt. Het zelfbeschikkingsrecht, waar deze nationalisten zich op baseren, zegt dat elk volk (dus een groep mensen dat zich als een volk ziet) zelf zijn toekomst moet kunnen bepalen. Sleutelelement bij het zelfbeschikkingsrecht is dus, jawel, de democratie.
Dit zijn twee ‘nationalismes’ die overduidelijk diametraal tegenover elkaar staan. Het ene streeft een imperium na (al dan niet met genocides), het andere nationalisme streeft enkel een soevereine staat na. ‘Hét’ nationalisme bestaat dus niet.
En dan de fameuze ‘voorbeelden’. Indien de stelling is dat zelfbeschikking van de naties de oorzaak is van oorlog zouden alle oorlogen dus veroorzaakt moeten zijn geweest door volkeren die de onafhankelijkheid nastreefden. Het volstaat om zich te beperken tot de twee klassieke voorbeelden om aan te tonen dat het omgekeerde waar is.
Belangrijke vraag: wie waren degenen die de oorlog voerden, en waarom werden die oorlogen gevoerd? Beide wereldoorlogen waren territoriale veroveringsoorlogen, waarbij de inzet was het grondgebied van andere staten in te palmen. Uiteraard werd dit door de heersende politieke machten overgoten met een nationalistisch sausje, om het volk gewillig naar het front te krijgen. Zoals eerder uitgelegd, is dat slechts één vorm van nationalisme. Imperialistisch nationalisme.
Hoe staat dat imperialistisch nationalisme nu tegenover het zelfbeschikkingsrecht van volkeren (dus tegenover soevereinistisch nationalisme)? Het antwoord is wel duidelijk: ze zijn tegengestelden. Imperialisme is een directe schending van het zelfbeschikkingsrecht van de bezette volkeren en gebieden. Notoire imperialistisch nationalistische dictators als Hitler, Napoleon of Saddam Hoessein hebben het zelfbeschikkingsrecht van een pak volkeren geschonden door hen manu militari te gaan onderwerpen. Zowat alle oorlogen zijn net begonnen omdat een of ander regime het zelfbeschikkingsrecht van een volk niet erkende! Een soeverinistische nationalist zou dus net de strijd aangaan met deze dictators! Eigenaardig, verwijten de antinationalisten de soevereinisten niet net datgene waar de soevereinisten zelf tegen strijden?
Het mooiste van al is dat zowat alle regimes die oorlogen zijn begonnen dit deden omdat zij allerhande unitaristische ambities hadden. Napoleon en Hitler streefden een verenigd Europa na. Menig totalitaire doctrine draagt in zich de wens om te komen tot één verenigd europa of een verenigde wereld. De eurofederalisten en de mondialisten bevinden zich dus in heel mooi gezelschap.
Enkel het recht op zelfbeschikking en de onafhankelijke nationale staten zijn een garantie voor de wereldvrede. [/size] |
[size=1]Before any edits, post was:
--------------------------------
Een argument dat ik al heel vaak ben tegengekomen wanneer antinationalisten, eurofederalisten en mondialisten fulmineren tegen de onafhankelijke nationale staten is dat het bestaan van die onafhankelijke staten tot oorlogen leidt. Op het eerste zicht lijkt dat een zinnig verhaal. Maar eigenlijk zitten er een paar merkwaardige fouten in deze redeneringen. Meer zelfs: wanneer antinationalisten hun argumenten proberen te staven met voorbeelden uit de geschiedenis, bewijzen zij eigenlijk het tegendeel.
Nationalisme is oorlog. De eerste grote voorbeelden die dan worden aangehaald zijn vanzelfsprekend de twee wereldoorlogen. Lichtjes gebaseerd op het marxistische internationalisme (hoewel de meeste antinationalisten niet eens weten wat dat precies betekent): onafhankelijke staten verdelen, zetten bevolkingsgroepen tegen elkaar op, vormen de bodem voor racisme en etnische conflicten. Voor de doorsnee toehoorder lijken dat zinnige zaken. Het is dan ook bon ton in de zelfverklaarde progressieve kringen om de soevereine nationale staat terzijde te schuiven als voorbijgestreefd, gevaarlijk en bekrompen. Dat zijn dan diezelfde burgerlijk progressieve intellectuelen die niet eens meer weten wat Marx bedoelde met zijn ‘proletariërs aller landen verenigt u’.
Curieus genoeg merken zij die zichzelf ‘slim’ en ‘intellectueel’ noemen zelf niet dat er een paradox zit in hun redenering.
Om te beginnen moeten we de vraag stellen, als ‘het nationalisme’ verantwoordelijk is voor oorlog en racisme, wat dan wel ‘het nationalisme’ precies is. Hier maken de antinationalisten al een eerste fout: er bestaat niet zoiets als ‘het’ nationalisme. Nationalisme is op zich een lege doos, het betekent niet anders dan het streven naar een nationale een gemaakte en soevereine staat. Het is pas wanneer die nationale staat een concrete invulling krijgt dat het nationalisme een bepaalde politieke kleur krijgt. Het nationalisme van de Nazis is duidelijk van een geheel andere soort dan het nationalisme van pakweg de Basken. De Nazis hadden een imperialistische inslag, hun nationalisme bestond uit de verheerlijking van het eigen volk (of ras) en de ambitie om andere volkeren te onderwerpen. Niet alleen het joodse volk of het zigeunervolk, maar ook zowat alle europese buurvolkeren. Daartegenover staat het nationalisme van de Basken, dat geen enkel superioriteitsgevoel aanhangt (toch zeker niet in extreme zin) en al helemaal niet de ambitie heeft landen te gaan bezetten. Integendeel, de Basken wensen in meer of mindere mate af te scheuren van een staat die hén bezet houdt. Het zelfbeschikkingsrecht, waar deze nationalisten zich op baseren, zegt dat elk volk (dus een groep mensen dat zich als een volk ziet) zelf zijn toekomst moet kunnen bepalen. Sleutelelement bij het zelfbeschikkingsrecht is dus, jawel, de democratie.
Dit zijn twee ‘nationalismes’ die overduidelijk diametraal tegenover elkaar staan. Het ene streeft een imperium na (al dan niet met genocides), het andere nationalisme streeft enkel een soevereine staat na. ‘Hét’ nationalisme bestaat dus niet.
En dan de fameuze ‘voorbeelden’. Indien de stelling is dat zelfbeschikking van de naties de oorzaak is van oorlog zouden alle oorlogen dus veroorzaakt moeten zijn geweest door volkeren die de onafhankelijkheid nastreefden. Het volstaat om zich te beperken tot de twee klassieke voorbeelden om aan te tonen dat het omgekeerde waar is.
Belangrijke vraag: wie waren degenen die de oorlog voerden, en waarom werden die oorlogen gevoerd? Beide oorlogen waren territoriale veroveringsoorlogen, waarbij de inzet was het grondgebied van andere staten in te palmen. Uiteraard werd dit door de heersende politieke machten overgoten met een nationalistisch sausje, om het volk gewillig naar het front te krijgen. Zoals eerder uitgelegd, is dat slechts één vorm van nationalisme. Imperialistisch nationalisme.
Hoe staat dat imperialistisch nationalisme nu tegenover het zelfbeschikkingsrecht van volkeren (dus tegenover soevereinistisch nationalisme)? Het antwoord is wel duidelijk: ze zijn tegengestelden. Imperialisme is een directe schending van het zelfbeschikkingsrecht van de bezette volkeren en gebieden. Notoire imperialistisch nationalistische dictators als Hitler, Napoleon of Saddam Hoessein hebben het zelfbeschikkingsrecht van een pak volkeren geschonden door hen manu militari te gaan onderwerpen. Zowat alle oorlogen zijn net begonnen omdat een of ander regime het zelfbeschikkingsrecht van een volk niet erkende! Een soeverinistische nationalist zou dus net de strijd aangaan met deze dictators! Eigenaardig, verwijten de antinationalisten de soevereinisten niet net datgene waar de soevereinisten zelf tegen strijden?
Het mooiste van al is dat zowat alle regimes die oorlogen zijn begonnen dit deden omdat zij allerhande unitaristische ambities hadden. Napoleon en Hitler streefden een verenigd Europa na. Menig totalitaire doctrine draagt in zich de wens om te komen tot één verenigd europa of een verenigde wereld. De eurofederalisten en de mondialisten bevinden zich dus in heel mooi gezelschap.
Enkel het recht op zelfbeschikking en de onafhankelijke nationale staten zijn een garantie voor de wereldvrede. [/size] |
[/edit]
|