Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Jan van den Berghe
Dateert die wet niet uit de pre-Fortuyntijdperk toen alles-is-goed nog de rode draad was in de opvattingen over de multiculturele samenleving?
|
De Winkeltijdenwet is ingevoerd in 1996, onder Paars I dus. De wet werd aangenomen met steun van PvdA, VVD, D66, GroenLinks en de Groep Nijpels (een afsplitsing van het toen al uit elkaar gevallen AOV - Algemeen Ouderen Verbond). CDA, SGP, RPF, GPV, rest-AOV, Unie 55+, CD en SP stemden tegen.
Nu, de tot dan geldende Winkelsluitingswet, voor het eerst ingevoerd in 1930, was wel heel streng. Zo moesten alle winkels 's avonds en op zondag gesloten blijven. Op zaterdag sloten alle winkels om 17.00 uur, op maandag gingen de winkels pas om 13.00 uur open en één weekdag (dinsdag of woensdag) waren de winkels 's middags gesloten. In de jaren zeventig kwamen er dan de wekelijkse koopavonden, donderdag of vrijdag (de ene stad donderdag, de andere vrijdag, om concurrentie te voorkomen), om mensen de gelegenheid te geven na het werk nog te winkelen. Ook de middagsluiting op dinsdag of woensdag verdween langzamerhand, hoewel middenstanders in kleine dorpen daar nog lang aan hebben vastgehouden. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig werden de eerste versoepelingen doorgevoerd: de gemeente mocht vier koopzondagen per jaar vaststellen. Die kwamen er in december voor de Sinterklaas- en kerstinkopen. Op Tweede Paas-, Pinkster- en Kerstdag mochten de meubelzaken geopend worden. Voor de gemeenten Baarle-Nassau, Putte, Hulst en Sluis werd in 1992 vanwege het grensverkeer een speciale uitzondering gemaakt: de gemeenteraad mocht bepalen wanneer de winkels op zondag open mochten zijn.
Omdat in steeds meer gezinnen beide ouders hele dagen werkten, ontstond een steeds grotere behoefte aan avondopeningen. Daarom wilde iedereen eigenlijk een verruiming van de winkeltijden door de week. Zondagopeningen lagen natuurlijk een stuk gevoeliger en het CDA heeft die zo lang als het in de regering zat weten te voorkomen. Maar Paars I wist die dan eindelijk zonder het CDA door te voeren met de nieuwe Winkeltijdenwet, met het herkenbare argument (nu ik de Handelingen van de Tweede Kamer teruglees) dat Nederland "de saaiste zondag van Europa" kende. Wel werden er een aantal amendementen van de christelijke partijen goedgekeurd: het aantal koopzondagen en -feestdagen (Nieuwjaarsdag, Tweede Paas- en Pinksterdag, Hemelvaartsdag en Eerste en Tweede Kerstdag) is beperkt tot twaalf per jaar en moet door de gemeenteraad vastgesteld worden. Christelijke gemeenten hoeven dus geen koopzondagen te accepteren. Van het aantal van twaalf mag alleen worden afgeweken als de gemeente redenen van toerisme of grensverkeer kan aandragen om vaker koopzondagen toe te staan. Concreet: in een aantal grensgemeenten en in de binnenstad van A'dam, Rotterdam en Den Haag zijn de winkels elke zondag open. Deze koopzondagen zijn wel beperkt van 12.00 uur tot 18.00 uur, om de ochtend- en avonddiensten van de kerken niet te verstoren.
Er zijn nu al met al nog slechts enkele momenten in het jaar waarop winkelopening totaal verboden is en waarvoor geen vrijstellingen verleend kunnen worden: Goede Vrijdag na 19.00 uur, 24 december na 19.00 uur en 4 mei (Dodenherdenking) na 19.00 uur. Op werkdagen tussen 22.00 uur 's avonds en 06.00 uur 's ochtends mogen alleen speciale nachtwinkels en benzinestations open zijn.