![]() |
Tegen hun zin worden de meesten van ons geconfronteerd met vragen over godsdienst. Godsdienst was immers voor de meeste westerlingen tot voor een aantal jaren geleden iets dat hoorde tot de oude en duistere tijden, toen de mens nog niet beter wist.
De komst van de moslims naar Europa heeft daar echter verandering in gebracht. In tegenstelling tot de meesten van de Europeanen vandaag geloven zij niet dat God een soort van Sinterklaasfiguur is, ontsproten aan de menselijke fantasie. Ze zijn fanatiek gelovig in de ene Allah en uiten dit door ostentatief en vaak choquerend en uitdagend in religieuze kledij door de westerse straten te paraderen, daarmee uiting gevend aan hun extreme geloofsovertuiging. In plaats van geleidelijk aan van de vruchten der Verlichting te eten houden zij het liever op de zure voortbrengsels van de Verduistering. En zo komen we bij een van de twee scheppingsverhalen uit Genesis, het verhaal van de Boom van Kennis van Goed en Kwaad. Typisch voor Jodendom, Christendom en Islam is de introductie van het gevoel van zondigheid, van Goed en Kwaad. Anders dan bijvoorbeeld het Pantheon van Romeinen en Grieken dat enkel zorgt dat de Wereld op tijd en stond van alles voorzien wordt, en die zich verder niet veel van de mens aantrekken. Goed en Kwaad daar houden zij zich niet mee bezig. Dat is een ethische kwestie waar de mensen in de Polis maar zelf een oplossing voor moeten uitdokteren, door middel van de Politiek dus. Niet zo dus bij de 'Abrahamitische godsdiensten'. Hier wordt de ene God bovendien ook nog een Zedenmeester. Een betweter en een moeial die er plezier in schept om zijn eigen schepselen te treiteren en te bedotten. Bij de Joden komt hij vertellen wat er al dan niet koosjer is om op te eten. Wat je op de Sabbat al dan niet mag doen en laten. In de islam maakt deze Tiran het echter helemaal bont. Voor elk kleinste detail in het dagelijks leven van de mens komt hij er met zijn neus tussen zitten. Zelfs komt hij zich moeien met hoe een mens zich het beste moet ontlasten! Hij komt zeggen hoe de mens zijn erfenissen moet regelen (vrouwen zijn maar half zoveel waard als mannen), hij komt ook zeggen wie je moet vertrouwen en wie je moet haten. In het christendom zijn wij Europeanen van dit alles echter nog het meest gespaard gebleven. Volgens de Evangelies immers zei Jezus dat al die voorschriften van besnijdenis en koosjer eten in de grond niet veel met religie te maken hebben. Misschien daarom ook dat christenen het redelijk gemakkelijk vonden om zelf dan ook maar kritisch te gaan staan tegenover religieuze voorschriften (Als Jezus het mag, waarom wij dan ook niet?). En mogelijk gaf dit uiteindelijk wel de doodsteek aan het christendom op de langen duur bekeken. Wie weet er trouwens wat Jezus eigenlijk juist bedoelde en wat de zin van zijn 'missie' eigenlijk was? Zelfs zijn eigen leerlingen begrepen hem vaak niet als we de Evangelies mogen geloven. Je kan dus onmogelijk stellen dat alle religies gelijkwaardig zijn. De ene religie is niet veel meer dan een verzameling levenswijsheden, andere zoals de verdwenen godsiensten van Grieken en Romeinen gaven een alibi om er af en toe eens flink op los te feesten, andere zijn ideologieën die trachten de mens van zijn vrijheid te beroven en hem in een donkere zwarte dwangbuis te steken. De vraag die ik hier dan ook wil stellen is: Moet godsdienst zich bezig houden met ethische kwesties? Of moeten alle elementen uit religies verwijderd worden die mensen DWINGEN om volgens een bepaald patroon te leven. Moeten dus alle elementen die door politieke besluitvorming kunnen totstand komen uit religies gehaald worden? En moeten religies niet beperkt worden tot een soort van 'metafoor' voor al wat in het leven onverklaarbaar is? Moeten ze niet enkel de rol toebedeeld krijgen van ceremoniemeester bij grote momenten in het menselijk leven? Hierbij een tekst waar je veel kanten mee opkan en die nog veel andere zaken belicht, maar die toch ook (in het vet) de zaak van het al dan niet voorkomen van "Goed en Kwaad" in religies belicht. Paul Cliteur Zijn culturen gelijkwaardig? Onder de titel: “Niet alle culturen zijn gelijkwaardig”, in: NRC Handelsblad, 16 oktober 2001. Bij de opening van de Mevlana-moskee in Rotterdam verklaarde burgemeester Opstelten dat door de media ten onrechte een verband wordt gelegd tussen aanslagen en islam: “Alsof moskeeën broedplaatsen zijn van verkeerde ideologieën. Dat is natuurlijk niet juist. Het getuigt van lafhartigheid dat terroristen religie misbruiken om hun woede te koelen op onschuldige burgers”, meende Opstelten. Ongetwijfeld, maar waarvan zijn moskeën dan wel broedplaatsen? Het is een beetje naïef te denken dat in moskeën (en trouwens ook kerken) alleen wordt gebroed op ideeën als alleen naastenliefde, broederschap en verzoening tussen de volkeren. Religie, niet alleen de islam, maar ook het christendom is heel vaak een bron geweest van vrouw-onvriendelijke ideeën, van racisme, van gelatenheid en andere zaken die niet allemaal als schone idealen en deugden zijn te beschouwen. Noch de bijbel, noch de koran is een vroege versie van de Uni-versele Verklaring van de Rechten van de Mens. Natuurlijk, hedendaagse gelovigen en ook vele deskundigen (theologen en arabisten) doen hun best democratie, rechtsstaat, mensenrechten en allerlei andere emancipatoire idealen in de tekst van deze heilige geschriften te lezen, maar daarvoor zijn zeer ingewikkelde hermeneutische kunstgrepen nodig. De meest gevolgde richtlijn voor modernistische uitleg is de volgende. Staat er in de schrift “heb uw naaste lief” dan is dat letterlijk zo bedoeld. Staat er “verbrand de heks” of “sla uw vrouw” dan moeten we dat óf in de geest van de tijd zien óf symbolisch verstaan. De vrijzinnige omgang met de schrift is dus het voortdurend meten met twee maten en de constructie van zowel het “moderne christendom” als ook de “moderne islam” levert een vorm van hypocrisie op: wat prettig klinkt voor de hedendaagse oren mag blijven staan, wat onprettig klinkt wordt herschreven. Fundamentalisten hebben volledig ge-lijk wanneer zij deze omgang met de heilige schrift afwijzen en doodleuk stellen: “ik kan de heilige schrift ook niet veranderen”. Dat zei bijvoorbeeld El Moumni toen hij homosexualiteit als in strijd met de islam afwees. Toch werpt Opsteltens betoog in één opzicht natuurlijk wel een belangrijke vraag op: hoe moeten we in de multiculturele samenleving omgaan met zoveel verschillende culturen, religies en levensbeschouwingen? Elke samenleving is gebaseerd op een zekere mate van consensus over uitgangspunten. Komt die consensus te ontvallen dan is de sociale cohesie zoek. Het antwoord van de burgemeesters en ook dat van opperburgermeester Wim Kok op deze vraag is eigenlijk dit: vermijd conflicten, ga discussies uit de weg. Nu is dat niet zo eenvoudig want in de hedendaagse cultuur is men eraan gewend geraakt alles te bekritiseren. We leven in een cultuur met een verpletterende openheid en nagenoeg onbegrensde mogelijkheden tot debatteren en discussiëren. Elke avond is een keur van praatprogamma’s te bekijken, elke week rollen opiniebladen van de pers, op internet valt een grote hoeveelheid discussiesites te bezoeken en het is dus uitermate moeilijk op dit punt de geest in de fles te krijgen. Toch wordt daar wel aan gedacht door de burgervaders en zij doen dat met een beroep op een ogenschijnlijk mooi ideaal. Voor godsdiensten en culturen, zo zeggen zij, dient men respect te hebben. Alle culturen en godsdiensten zijn in wezen gelijkwaardig. Beschouwingen over de waarde van culturen en de waarde van godsdiensten verklaart men taboe. Beschouwingen over de islam worden afgedaan als stemmingmakerij of zelfs als ophitserij. Zo zij überhaupt al gepast zijn, dan zeker niet nu. Daarmee komen we aan de kern van het verwijt dat Opstelten aan “de media” maakt, zonder daarbij overigens te willen aangeven welk medium hij in gedachte heeft of om welke uiting het hem precies gaat. Het is dan ook volledig begrijpelijk dat Ron Abram, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, zegt met de uitspraken van Opstelten niet veel te kunnen. Het is zeer de vraag of deze “alle-culturen-zijn-gelijkwaardig-stelling” op redelijke gronden verdedigd kan worden. Het was eens een veelvuldig aangehangen uitgangspunt van cultureel antropologen, zoals Benedict, Boas en Herskovits. Boas verzette zich tegen de culturele an-thropologie uit de negentiende eeuw die hij een onaanvaardbaar eurocentrisme verweet. Een andere drijvende kracht in het cultuurrelativisme was Boas’ leerling Ruth Benedict wier Pat-terns of Culture (1934) sterk de verschillen en onvergelijkbaarheid van culturen aanzet. Benedict wordt vooral geleid door de overtuiging dat we tolerant moeten zijn en een aanhankelijk-heid aan een absoluut waarheidsbegrip acht zij daarvoor een belemmering. De “equal patterns of life” zouden erkenning moeten vinden. Maar met name M. Herskovits radicaliseerde de cultuurrelativistische aanzetten van Boas en Benedict. Hij trok de consequentie dat er geen universele oordelen over culturen mogelijk zijn. Culturen kunnen en mogen alleen worden beoordeeld vanuit en door zichzelf. Ook Herskovits wordt weer gemotiveerd door de wens een tolerante houding ten aanzien van andere manieren van leven aan te nemen en een afkeer van etnocentrisme. Onze burgermeesters en de intellectuele elite die sinds de jaren zestig de toon aangeeft in het openbaar bestuur zijn geheel in de ban van dit “cultuurrelativisme”. Het klinkt ook zo mooi: tolerantie, ruimdenkendheid, afkeer van etnocentrisme en kolonialisme. Hebben we geen leergeld betaald met westers superioriteitsbewustzijn? Toch is de stelling dat alle culturen gelijkwaardig zijn bij nadere overdenking onzin, net als het onzinnig is te stellen dat alle religies gelijkwaardig zijn. Er zijn zeer kwaadaardige culturen. Er zijn culturen waarin de vrouw wordt onderdrukt. Culturen waar draconische straffen staan op lichte vergrijpen. Culturen waarin de vrouw wordt verbrand wanneer de echtgenoot overlijdt. Culturen waarin een vrouw wordt gestenigd als zij verkracht is. Enzovoorts. Het is ook volledig onjuist, zoals de cultureel antropologen dachten dat tolerantie noodzakelijk samenhangt met cultuurrelativisme. Integendeel. Tolerantie betekent “verdraag-zaamheid”. Het is de houding van iemand die zelf wel degelijk eigen waarden heeft, zelf ook denkt dat zijn eigen waarden superieur zijn aan die van anderen, maar die de anderen toch in de mogelijkheid stelt hun visie te ventileren. Tolerantie is opschorting van eigen oordeel, niet de abdicatie van eigen oordeel. De denkfout waarvoor de cultuurrelativisten bezwijken is dat zij op grond van het inzicht dat mensen gelijkwaardig zijn stellen dat ook alle producten van die mensen gelijkwaar-dig moeten zijn: hun cultuur. Dat is een gevaarlijke, zij het verleidelijke denkfout. Het is dus ook niet juist dat men voor alle culturen gelijk respect zou moeten hebben. Respect dient men alleen te hebben voor mensen. Nu bestaat van het cultuurrelativisme een soort “agnostische variant”. Men stelt dan: “Je hebt gelijk, culturen zijn niet gelijkwaardig. Maar elke bestaande cultuur is een mengsel van goed en kwaad. Je kunt niet één cultuur eruit lichten - je eigen cultuur bijvoorbeeld - en die superieur achten aan alle andere.” Dat lijkt een aantrekkelijk standpunt. In de arabische cultuur komt weliswaar steniging voor, maar de westerse cultuur heeft haar holocaust. De hindoeïstische cultuur kent weduwenverbranding, maar de eskimo’s laten hun ouden van dagen in de sneeuw achter. Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan. Dat is juist, maar toch kan ons dat niet ontslaan van generaliserende oordelen over hele culturen. We maken die ook. Wie zegt “de nazi-cultuur mag je niet veroordelen op één misstap, maar moet je ook beoordelen op de voortreffelijke autobanen” roept terecht irritatie op. Niemand heeft bezwaar tegen het oordeel “de cultuur van het Derde Rijk was misdadig”. Precies datzelfde kan men ook zeggen van andere culturen. Het staat een feminist vrij en het is ook redelijk te stellen dat de islamitische cultuur niet vriendelijk is voor vrouwen. Het geeft geen pas dat een vrome burgervader dan komt vertellen dat we niet mogen generaliseren over een godsdienst, omdat hij een islamitische man kent wiens vrouw geen sluier draagt of dat we moeten onderscheiden tussen Turkse en Marokkaanse islam. Het is ook zeer de vraag of de apaiserende houding die ons door de burgemeesters wordt aanbevolen op de lange termijn een gezonde basis is voor een vitale democratische rechtsstaat. De beschavingsgeschiedenis is een geschiedenis van discussie. In beginsel moet daarbij zo min mogelijk worden ontzien. Natuurlijk is het zeer kwetsend geweest voor godsdienstige gevoelens dat Galileo niet de aarde, maar de zon tot middelpunt van het universum verklaarde. Natuurlijk was het een enorme slag voor het op de bijbel, in het bijzonder op Genesis, gebaseerde wereldbeeld toen het scheppingverhaal ten prooi viel aan de evolutieleer van Darwin. En natuurlijk is het levensgevaarlijk voor de aantrekkingskracht van een op heilige geschriften gestoelde moraal wanneer de hedendaagse ethiek deze eens op houdbaarheid onderzoekt. Maar dat is nu juist de essentie van de voortgang der beschaving dat zoiets mogelijk is. Dat brengt mij op een laatste punt: de relatie tussen godsdienst en terrorisme. Natuurlijk kan van bewindslieden en burgemeesters vanuit hún verantwoordelijkheid niet verwacht worden dat zij dit onderwerp op de agenda plaatsen, maar intellectuelen hebben de dure plicht vragen te stellen. Dat is ook altijd gedaan door Spinoza en Voltaire en vele anderen die daarmee de volkswoede over zich hebben afgeroepen. Pierre Bayle moest naar ons land uitwijken (eens veel toleranter dan we tegenwoordig zijn) omdat hij de vraag opwierp of een samenleving van atheïsten mogelijk was. Nu moeten we een soortgelijke vraag stellen: is een (multi)culturele samenleving van gelóvigen mogelijk en zo ja onder welke condities? Wie die vraag aan de orde stelt kan een inhoudelijk oordeel over godsdiensten en culturen niet langer uit de weg gaan. Naar mijn idee dragen de grote theïstische godsdiensten een risico in zich. Jodendom, christendom en islam hebben gemeenschappelijk het geloof in één god, in de vorm van een persoon, zij het almachtig, algoed, schepper van hemel en aarde. Men noemt hem “God” (met een hoofdletter). God heeft een wil en die heeft hij geopenbaard aan mensen. Via de heilige schrift, maar ook op andere manieren. Regelmatig laat God zien dat hij prijs stelt op gehoorzaamheid, zoals blijkt uit het scheppingsverhaal in Genesis, maar ook uit het afschrikwekkende verhaal van Abraham die zijn zoon Izaäk zou moeten offeren. Op grond van zijn bereidheid tot het uiterste te gaan wordt Abraham een godvruchtig mens genoemd. Deze wrede almacht van God contrasteert scherp met de lichtzinnige vrolijkheid van het Griekse en Romeinse pantheon. De antieke heidense goden hebben niet de pretentie goed en kwaad in pacht te hebben. Het zijn er bovendien vele, dus geen enkele god kan zijn wil met een soort exclusiviteitspretentie aan de mens opleggen. Bij conflicterende goddelijke wensen wordt de mens altijd nog zélf geacht zijn verstand of zijn eigen zedelijk gevoel te laten spreken. Vandaar dat men in de oudheid tot het standpunt kwam dat zo voorbeeldig door de humanist Socrates geformuleerd is: het goede is niet goed, omdat god het wil, God wil het omdat het goed is. Voor de theïstische godsdiensten is dit niet radicaal genoeg. God staat niet onder de moraal, maar moraal is wat God beveelt. De Deense filosoof Kierkegaard heeft daarom terecht gesteld dat een echt christelijke levenswandel wezenlijk onethisch is. In de theïstische godsdiensten heeft men het potentieel explosieve karakter van deze opvatting binnen de perken kunnen houden door te proclameren dat slechts één instantie en uiteindelijk slechts één persoon binnen die instantie kan uitmaken wat God van ons verlangt (de paus). Maar met het protestantisme of de democratisering van de goddelijke uitlegkunde is het hek in beginsel van de dam. Op 4 november 1995 schoot een 27e jarige Israëlische student, Yigal Amir, de Israëlische premier Yitzhak Rabin dood. “Ik handelde alleen op bevel van God en ik heb geen spijt”, verklaarde de moordenaar. Het lastige binnen het theïstische wereldbeeld is, dat we met zo’n persoon eerst een theologische discussie moeten voeren alvorens we zijn daad op een voor hem bevredigende wijze kunnen afkeuren. Voor de overgrote meerderheid van de hedendaagse christenen geldt natuurlijk dat men wandaden met een beroep op goddelijke ingevingen of interpretaties van de heilige schrift afkeurt. Maar dat komt niet omdat het moderne christendom dichter tot haar ethische kern is gekomen, maar omdat het daarvan verder verwijderd is geraakt. Het moderne christendom is, net als het moderne jodendom, bijna geheel geseculariseerd. De westerse cultuur waarin wij leven is allang geen joods-christelijke cultuur meer, maar een amalgaam van joods-christelijke wortels met elementen uit de klassieke oudheid. Door de grieks-romeinse inbreng is de joods-christelijke cultuur in zekere zin geciviliseerd en gecorrigeerd. Met reformatie, renaissance en verlichting is het “joods-christelijk fundamentalisme” steeds verder op de achtergrond gedrongen en tegenwoordig slechts de wereldbeschouwing van een kleine gemarginaliseerde groepering. Het zorgwekkende aan de stand van zaken binnen de islam is dat de islam nog lang niet zo ver is geseculariseerd. De deskundigen die de laatste weken in de media voortdurend aan het woord komen vertolken allemaal het gezichtspunt van onze burgervaders. Maar de Leidse arabist J. Brugman schrijft in zijn boek Het raadsel van de multicultuur: “Als men de term ‘fundamentalisten’ zou gebruiken in de oorspronkelijke betekenis (…), als een afwijzing van moderne wetenschappelijke implicaties voor de dogmatische waarheden, is de hele isla-mitische wereld nog fundamentalistisch.” Vroeger kon men aan dit gegeven achteloos voorbij gaan. De man op de ezel in de spelonk ver weg kon onze wereld niet raken. Dat vertrouwen is voorbij. 11 september j.l. heeft ons dat hardhandig geleerd. Allereerst omdat de “mesjogge messias” (Fukuyama) met de moderne techniek en in een tijdperk van globalisering even feilloos terroristische aanslagen kan plegen als de buurman, maar ook omdat de bevolkingssamenstelling van de meeste wes-terse staten vergaand multicultureel is. Dat laatste zal alleen nog maar groter worden. In een recente studie van de WRR wordt bovendien op twee ontwikkelingen gewezen. Allereerst: vanaf 2015 wordt een stabiel immigratiecijfer verwacht van 125 000 per jaar. Als tweede: de verscheidenheid wordt groter. Niet alleen komen straks immigranten uit meer landen, maar ook zijn de verschillen tussen mensen uit hetzelfde land groter. Dit alles wijst erop dat wat mensen in andere delen van de wereld geloven steeds meer een zaak wordt waar allen mee te maken krijgen. Volgens sommigen is de Amerikaanse voedselhulp aan Afghanistan pure propaganda. Dat is waar, maar het is de vraag of het wel propagandistisch genoeg is. Zou het niet een goed idee zijn boven Afghanistan de verzamelde werken van Voltaire te laten vallen in de hoop dat ook de islamitische wereld seculariseert zoals gebeurd is met het westerse christendom? De burgemeesters denken dat zij deze vragen kunnen beantwoorden door ons te verbieden ze te stellen. Maar of zij daarmee het land een goede dienst bewijzen is de vraag. http://www.civismundi.nl/P.B._Cliteu...ijkwaardig.doc |
Mooie tekst Darwin. Een kleine opmerking.
Je stelt dat de introductie van begrippen Goed en Kwaad er gekomen zijn via de openbaringsreligies en dat hiervan bij de Grieken nog geen sprake was. Nochthans kunnen we de begrippen Goed en Kwaad , als vaststaande gedefinieerde begrippen, reeds terugvinden bij Socrates en later zeker bij Plato, daar bij hem de ideeën van het Goede, het Rechtvaardige, vaststaande eeuwige en onveranderlijke ideeën zijn. Zou het trouwens gewoon geen loutere evolutie van het menselijk bewustzijn kunnen zijn, waarbij "Verhalen" ontstaan, verteld worden, varianten ontstaan, maar waarbij op een bepaald moment mensen opstaan en deze verhalen gaan trachten te bundelen, systematiseren en de contradicties zoveel mogelijk gaanproberen weg te werken, uiteraard de verhalen lezend vanuit een welbepaalde hermeneutische invalshoek ? ( Bij de Grieken is dat o.a. gebeurd door Hesiodos. |
Het lijkt me opportuun om toch ook Feuerbach aan het woord te laten in deze discussie.
Wat Feuerbach deed was de theologische betrekking van het objectieve naar het subjectieve verschuiven. Leerstelsels zijn volgens Feuerbach in hun oorsprong subjectief, daarin kristalliseren zich de innerlijke verwachtingen, angsten en verlangens van het mensdom. De hoedanigheden en aspecten van het leven die het mensdom het meeste is gaan waarderen (liefde, samenwerking, het offeren van zichzelf voor anderen) worden geïdealiseerd en nadat ze men ze een concrete vorm heeft gegeven noemt me ze God. |
Citaat:
Ethiek is immers niets anders dan een zoektocht naar de wijze waarop je moet leven, dat wat je als samenleving samen aanvaardt te zijn. Ethiek --> Gr. Ethos --> 'leger', als in 'legerstede', daar waar je thuis bent. Godsdienst is een antwoord op die zoektocht, zij stelt de samenleving voor als een product van het goddelijke, het hogere, en legt daarin ook de zin van haar bestaan. Een zin die zij aanvult met een voorgeschreven wijze van leven. Men zegt wel eens dat de Wetenschap nu de rol van God heeft overgenomen in onze westerse samenleving. En in zekere zin is dat ook zo, meer en meer stellen wij ons vertrouwen in de 'Rationaliteit', en niet langer in een Ultiem Mysterie. Er is nooit een samenleving die geen beeld van zichzelf heeft, en daar is het dat ethiek huist. In die zin sprak Durkheim ook toen hij zei dat het vereren van een God niets anders in dan het vereren van je eigen samenleving. Je kan niet vanuit het Marxistisch/Feuerbachiaans ideaal vertrekken en zeggen dat Godsdienst bedrog is, dat zij de 'naakte werkelijkheid' verhult, en dat we dus een kader ergens op een tekentafel moeten creeëren en dat over de samenleving plaatsen. Zo kan ethiek niet werken. Ethiek vertrekt van het beeld van de samenleving. 'Naakte Feiten' bestaan niet, feiten zijn feiten omdat ze geïnterpreteerd zijn. |
Citaat:
|
Citaat:
Volgens mij denkt het grootste deel van de mensen in het westen dat religie iets is zoals datgene wat ZIJ daaronder verstaan, nl ofwel het Jodendom, het Christendom of de Islam. Dat er maatschappijen bestaan of bestonden waar religie eigenlijk niet meer dan wat vermakelijk bijgeloof was, zoals bij ons de viering van Sinterklaas of de verering van de Heilige Sint-Antonius lijkt moeilijk om geloven. Religie hoeft zich dus niet met ethische kwesties bezig te houden. En je mag dus ook niet veralgemenen als het over dingen gaat die voor het gemak allemaal onder het ene etiket 'religie' of 'godsdienst' geklasseerd worden. Sommige religies bekommeren zich zelfs niet om dat zieleheil. Maar die dingen werden door het Jodendom, het Christendom en de Islam altijd afgedaan als afgoderij, niet echt dus. En die zaken dienden dan ook zo snel mogelijk vernietigd te worden. |
Citaat:
Vergeet niet dat in die tijden er geen of nauwelijks civiele wetten bestonden. De samenleving werdt door de priesters betuttelt. Toen de mensen beetje bij beetje begonnen in te zien dat de goden en afgoden toch niet waren wat men hun voorhield, werden de religies dan ook navenant aangepast, om teneinde tot de almachtige onzichtbare god te komen. Verlies nooit uit het oog dat het allemaal door en voor de mens gemaakt is. En je kent de natuurwetten misschien beter dan ik - de macht van de sterkste - wat men ook mag beweren. Ik raad je aan in dit verband het boek van Howard Bloom te lezen, "The Lucifer Principle", waar de ware gedaante van de humaniteit sinds zijn ontstaan uit de doeken word gedaan. |
Citaat:
Ik zal er mijn mening nog eens naast leggen : Citaat:
|
Citaat:
Anders was het gesteld in Egypte, waar de priesters wèl veel macht hadden. En alles wijst erop dat het ook deze Egyptische priesters zijn die het monotheisme bedacht hebben. De goden van de Grieken en de Romeinen daarentegen waren volgens mij niet veel meer dan wat de heiligen bij ons in de volksverering beteken(d)en. Venus, Diana, Mars, Jupiter of Zeus, Mercurius, Saturnus en noem maar op, ieder had zo wel zijn eigen favoriet om een kaarsje voor te branden of een of andere ceremonie bij te verzinnen. En volgens mij hadden de Grieken en de Romeinen toch wel een redelijk goed uitgewerkt wettelijk apparaat. Toch wel heel merkwaardig dat vele mensen uit dat grote Romeinse Rijk dan meenden hun toevlucht te moeten zoeken tot zoiets als het monotheistische en zedenpredikende christendom, terwijl ze qua religie daarvoor veel vrijer en toleranter in hun geesten waren. Misschien is er nu iets gelijkaardigs aan de hand met de 'islamofielen'? De progressieve en vrijzinnige mens van vandaag heeft zich nog maar net vrij gemaakt van de christelijke godsdienstdwang en onmiddellijk stort hij zich weeral op een nieuwe en nog beklemmender verdwazing, die alle karakteristieken heeft van een gevaarlijke sekte. Zelfs vele, misschien wel de meeste intellectuelen geven zich daar vandaag blindelings aan over. Welk psychologisch mechanisme is er hier aan de gang? |
Citaat:
Vele mythen zijn eigenlijk niet meer dan een metafoor voor het antwoord 'ik weet het ook niet' op de vraag 'moeder waarom leven wij?'. En die vraag 'waarom leven wij en waar komen we vandaan' heeft niet veel met ethiek te maken. Als je ethiek beschouwt als de manier waarop je wil leven. Die vraag ontstaat gewoon uit nieuwsgierigheid. Je k�*n natuurlijk op het idee komen om deze bestaansvragen te gaan koppelen aan ethiek, en dit is wat het monotheisme gedaan heeft ("Wij zijn geschapen door God en we moeten daarom zus en zo leven zoals Hij het gewild heeft en dan komen we in de hemel en anders gaan we naar de hel"). Maar dat hoeft niet zo te zijn. |
dubbel
|
Citaat:
Maar het is net de 'waarom'-vraag die de ethiek doet ontstaan. Net door het stellen naar de vraag "wat is alles, en waarom is alles" stel je de vraag naar het "waarom van je eigen wezen in dat zijn". Zie daarbij Heidegger's analyse van de vraag naar het zijn, dat door het Dasein wordt gesteld. De analyse die dan gemaakt wordt vervangt steeds in meerdere mate de mythe die daarvoor heerste. De zgn mythische samenleving verliest haar beeld, en de zgn rationele samenleving vormt haar beeld. Het is geen gedwongen koppeling van de 'waarom'-vraag naar de 'hoe-vraag', maar een heel natuurlijke koppeling. Dat is de basis van de natuurwetsgedachte misschien, maar dat is wel een gedachte die ik heel erg ondersteun. Vandaar dat ik religie niet los zie van ethiek, maar ethiek wel los kan zien van religie. Dat doe jij ook lijkt me, maar je lijkt me dat zelf niet in te zien. (Niet dat ik weet wat jij denkt, maar ik lijk dat af te leiden uit hetgeen je zegt) |
Anders was het gesteld in Egypte, waar de priesters wèl veel macht hadden. En alles wijst erop dat het ook deze Egyptische priesters zijn die het monotheisme bedacht hebben.
Het is toch in die streken waar het allemaal is begonnen of niet? De goden van de Grieken en de Romeinen daarentegen waren volgens mij niet veel meer dan wat de heiligen bij ons in de volksverering beteken(d)en. Venus, Diana, Mars, Jupiter of Zeus, Mercurius, Saturnus en noem maar op, ieder had zo wel zijn eigen favoriet om een kaarsje voor te branden of een of andere ceremonie bij te verzinnen. De Kristenen hebben die goden inderdaad gewoon vervangen door heiligen. Bij de Rooms-Katholieken was (en is) het de gewoonte om onder elk beeldje een offerblok te plaatsen, kwestie van de inkomsten te "boosten". Zij waren het die er zich het eerst van bewust waren dat de vrouw in de bijbel stiefmoederlijk behandeld werdt en hebben daar handig gebruik van gemaakt om Maria ten tonele te voeren (ongeveer einde 18° of begin 19° eeuw), en dit werd hun bestseller. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 18:49. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be