Johan C. |
17 juli 2003 10:22 |
Moedig
De Kamer heeft woensdag in de vooravond meerderheid tegen opposite met 96 stemmen tegen 49 haar vertrouwen uitgesproken in de tweede regering-Verhofstadt. Dat gebeurde aan het einde van een relatief mak debat. Dat hoeft overigens niet te verwonderen. Investituurdebatten zijn nooit de meest spitante debatten. Bovendien zitten in de meerderheid de winnaars van de verkiezingen en in de oppositie de verliezers, uitgezonderd het Vlaams Blok. De oppositie zit dus niet meteen in de ideale positie om hoog van de toren te blazen.
Dit belette Pieter De Crem in zijn maidenspeech als fractieleider van de CD&V niet om van leer te trekken tegen de paarse regering. Omdat in een parlementaire democratie van de oppositie verondersteld wordt dat ze oppositie voert. Maar ook omdat de CD&V weinig heil verwacht van deze regering. Zo twijfelt de CD&V er aan of de regering haar objectief van netto 200.000 bijkomende banen tijdens deze legislatuur zal kunnen waarmaken. Mocht dit het geval zijn, dan neemt het aantal werkende Belgen toe van 4,2 miljoen nu tot 4,4 miljoen over vier jaar. Dat de CD&V twijfelt aan de haalbaarheid van dit objectief, dat kunnen we nog enigszins volgen. De economische tijden zijn er niet naar. Momenteel neemt de werkgelegenheid niet toe, integendeel, ze neemt af. Het houdt in dat er in de loop van de legislatuur méér dan 200.000 nieuwe banen moeten bijkomen, om op het einde van de legislatuur alsnog uit te komen op 4,4 miljoen werkende Belgen.
Wat we evenwel niet begrijpen, is dat men Guy Verhofstadt verwijt een voluntarist te zijn omdat hij 200.000 bijkomende banen vooropstelt. Zeer zeker, Guy Verhofstadt is een voluntarist. Guy Verhofstadt durft objectieven vooropstellen. Vaak zijn die zo ambitieus, dat hij ze niet haalt, dat hij onder zijn eigen lat springt. Daar is hij al vaak op afgerekend. Ook in zijn eigen partij. Toch is het juist dit voluntarisme dat Guy Verhofstadt siert. In plaats van hem zijn voluntarisme te verwijten, zou men hem hiervoor moeten prijzen. Het zou goed zijn mochten we in dit land méér voluntaristen hebben, dat we in dit land méér mensen zouden hebben die hun nek durven uitsteken. Door 200.000 bijkomende banen voorop te stellen tegen het einde van de legislatuur, verplicht Verhofstadt zichzelf om er alles aan te doen om dit objectief te halen. Daar zijn we met zijn allen méér mee, dan met de rekensommetjes die de CD&V wil maken op het einde van iedere maand om te zien hoe Verhofstadt het doet.
Eric DONCKIER
|