[SIZE=5]
Charleroi, stad van terreur
[/SIZE]
[SIZE=1]
Over burgemeester Van Gompel, op de foto met Van Cau: ,,Hij zal nooit veranderen, de man is een weekdier.''[/SIZE]
De greep van de oude PS-krokodillen op Charleroi is zo sterk dat hervormingen een utopie zijn, schrijft Francis Van de Woestyne. Hij schetst een hallucinant beeld van de interne keuken in het bolwerk van Jean-Claude Van Cauwenberghe.
Smeerlappen! Dáár, de smeerlappen!'' Die avond ontvangen de militanten van de Union socialiste communale van Charleroi op hun geheel eigen manier de journalisten van de RTBf. Om binnen te geraken in het lokaal moeten de perslui zich een weg banen tussen de vrienden van de bestendig afgevaardigde Jean-Pierre De Clercq, wiens lot onder de kameraden moet worden besproken. De Clercq heeft zijn getrouwen opgetrommeld die de vijandig geachte genodigden duwen en omverlopen.
Ook Jean-Pierre Van Gompel, de burgemeester van Charleroi, ontsnapt niet aan de beledigingen. Woedend installeert hij zich op het podium van de zaal waar de vergadering wordt gehouden. Maar zijn woede vervaagt snel: Van Cauwenberghe brengt hem al gauw af van de idee om op de vuist te gaan met De Clercq, zijn vriend.
Terreur
Parvenu's moeten elkaar immers steunen. En het kamp-Van Cau beheerst Charleroi met terreur. Want wat is de USC? Mandatarissen ter plaatse, braven, wijzen, en diegenen die plichtig zijn aan Jean-Claude Van Cauwenberghe, die hun verkiezing aan hem te danken hebben. Wat hebben zij gemeen? Hun onderworpenheid aan Van Cau. Hun stilte. Hun totale toewijding.
Ook bij het opsporen van de verraders, de omgekochten, de ,,hervormers''. Hier zijn de hervormers (Isabelle Minsier, voorzitster van de jongsocialisten, Ingrid Colicis, Paul Ficheroulle, Waalse afgevaardigden en Eric Massin, federaal afgevaardigde) niet meer dan zeurkousen, zij die akkoordjes onmogelijk maken, mensen die over 'waarden' praten met mensen die de betekenis van het woord 'geld' niet begrijpen. In het begin werden de hervormers gebruikt om aan te tonen dat er tussen de oneerlijken ook enkele witte raven zitten. Maar al snel zijn die witte raven in opstand gekomen, en vandaag hebben ze schrik.
In Charleroi is alles in de greep van een handjevol mensen. Toegegeven, met een verkiezing na verkiezing opgebouwde meerderheid vormen zij de sterke macht die alleen beslist over het lot van de stad, desnoods door de eigen belangen en die van de eigen gekozenen voor te laten gaan op al de rest. Sommigen waren wat onhandiger dan anderen. Zij vallen dan ook de een na de ander voor het gerecht.
Hoe zijn ze jarenlang in alle vrijheid, zonder enige controle, zo te werk kunnen gaan? De vijftien lokale afdelingen zijn voor het merendeel in handen van vrienden van Jean-Claude Van Cauwenberghe. Wanneer de USC moet stemmen, zijn het deze mannen en vrouwen die deelnemen aan de stemming, afhankelijk van het respectieve belang van hun afdeling. Die voorzitter heeft vijftien stemmen, de anderen twintig. Maar uiteindelijk heeft de militant maar weinig stem in het kapittel.
De opstelling van de kieslijsten is ook een schijnvertoning van democratie. Als Van Cau twijfelt tussen twee vrouwen, bijvoorbeeld, neemt hij de foto om te kiezen. De knapsten winnen altijd. Maar over het algemeen houdt men hier niet zo van de vrouwen. Ofwel ,,omdat het jonge meisjes zijn zonder ervaring'', ofwel ,,omdat ze al geleefd hebben''.
Korte rokjes
De verhouding van de socialistische politici met vrouwen is op zich al stof voor een uitgebreide studie. De meesten van deze lokale potentaten hebben hun vorige echtgenote verlaten om zich te laten afbeelden met hun nieuwste verovering, die soms van de ene naar de andere overstapt. Want de belangrijkste eigenschap van een vrouw is voor hen, dat ze gewillig is. Dat ze ,,ja dank u'' zegt, dat ze knap is, dat ze korte rokjes draagt. Ze moet niet te veel zeggen, niet te veel nadenken, niet te veel willen. Gewoon aan de kant blijven staan. Een van hen heeft de moed gehad om het machismo van de collega aan te geven: zij werd voor de rechtbank gedaagd.
Uiteraard zijn niet alle socialisten van Charleroi zo. De zuiveren, de echten, de dapperen, die zijn er ook. Maar ofwel zijn ze tot stilte gedwongen, ofwel worden ze bedreigd.
Bedreigd? Ja. Met woorden, met gebaren, met daden. Wat moeten we ervan denken dat een van de dames in kwestie al een week lang niet meer thuis slaapt, omdat een van haar buren een mannetje van De Clercq is? Is ze paranoïde? Ze is gewoonweg bang, omdat ze af en toe, gedreven door haar ideaal, de lokale krokodillen durft te trotseren. En wat moeten we denken van haar collega, wier voordeur met benzine werd besproeid? Ze heeft ook al een rookbom in haar brievenbus gekregen en ze durft haar kind niet meer alleen naar school of naar de kinderkribbe laten gaan. Ook paranoïde?
Dit soort van bedreigingen is niet altijd zichtbaar of aantoonbaar. Na de vergaderingen waar de 'hervormers' zich laten horen, komen de 'vrienden die het goed met hen menen' hen altijd zeggen: ,,Je bent te ver gegaan, hier ga je spijt van krijgen.'' Wie die mensen zijn? Het voetvolk, om niet te zeggen de knokploeg, of zoals één iemand het uitdrukt:
,,limite Front national'' .
We kunnen er niet meer over zeggen, anders brengen we de mensen in gevaar die de moed hebben gehad om te praten. En dan nog met halve woorden, verscholen, en met de vraag er alles aan te doen om hen niet te herkenbaar te maken.
Alle interviews worden systematisch onder de loep genomen en wie ,,anti-collegiale'' uitlatingen doet, wordt meteen geviseerd. Dinsdagavond nog moest het nieuwe toezichtscomité - dat de 'verraders' moet opsporen - Isabelle Minsier, Ingrid Colicis en Eric Massin verhoren in verband met hun kritiek op het lokale establishment.
Weekdier
De toekomst? De anciens ter plaatse zetten een hoge rug op. Van Gompel, die van Elio Di Rupo de hervorming op gang moest trekken, heeft al snel dat vertrouwen geschonden door de hele tijd in het zand te kruipen voor Van Cau, die zichzelf vier jaar later tot de paus van de hervorming heeft benoemd. Hij is gewoon zo, Van Gompel, hij zal niet meer veranderen. Eerlijk, ja, maar een weekdier. Hij verandert drie keer per dag van gedacht. 's Ochtends staat hij op als hervormer, maar dat verandert al meteen als hij ontbijt met Van Cau. En hij bedenkt zich opnieuw als Di Rupo hem roept.
Hoe kun je deze partij in godsnaam hervormen? Dat is zo goed als onmogelijk. Als iemand zegt ,,Laten we met de katholieken praten", dan krijgt de helft van de USC bijna een beroerte. Praten met de groenen? Dan brult de andere helft. Samenwerken? Niemand weet wat dat is
Ze zeggen dat ze alles voor de stad hebben gedaan. Fout. De balans is rampzalig. Eén jongere op de twee is werkloos. Charleroi raakt zijn knappe koppen kwijt omdat er geen universiteit is en bijna geen werk voor geschoolden. De bevolking verpaupert. De enige debatten op lokaal niveau gaan over de inplanting van commerciële centra en of men daar nu een Delhaize of een Mestdagh zal neerpoten.
Het ergste is bovendien dat de nefaste invloed van de krokodillen zich nog zal laten gevoelen als ze al lang weg zijn. Want Van Cau heeft overal banden gesmeed en zijn feodale systeem heeft nog een aanzienlijke invloed, zelfs al komen er wat barsten in.
Allemaal leugens, zullen ze zeggen over wat ik schrijf. Overdrijvingen, laster. Jammer genoeg is dat niet zo: ik zou niets liever hebben dan dat het allemaal schromelijk overdreven was. Charleroi wacht alleen af tot iemand de stad bevrijdt van het totalitaire socialistische juk waaraan ze ten onder gaat. Het ergste zou zijn dat er niets gebeurt.
Francis Van de Woestyne