Den Duisteren Duikboot |
24 juni 2006 11:23 |
"Vijfenzeventig jaren geleden, in 1930, publiceerde de Spaanse filosoof José Ortega y Gasset zijn analyse van de Europese samenleving die hem op slag wereldberoemd maakte: La Rebelión de las Masas — ‘De opstand der horden’. Een nieuw type mens, aldus de auteur, heeft zijn intrede gedaan in de maatschappij en domineert deze in alle aspecten: de massamens. De term verwijst niet naar een kwantiteit maar naar een kwaliteit, naar een bepaald soort geestesgesteldheid of beter: een gebrek aan geest. En deze massamens manifesteert zich onder alle standen, bij arm en rijk, gestudeerd en ongestudeerd.
De opkomst — de opstand! — van de massamens vormt een directe bedreiging voor de waarden en idealen van de liberale democratie en het Europese humanisme; tradities waarin de geestelijke ontwikkeling van het individu centraal staat. Het tegendeel is het geval in de massademocratie, welke een radicaal andere mens- en maatschappijvisie kent. In de analyse van Ortega y Gasset is de massamens iemand die zich vrij weet van alle geestelijke macht. Er is geen maat, waarde of waarheid die boven hem gesteld kan zijn, die hem beperkingen zou kunnen opleggen. Voor de massamens is het leven altijd gemakkelijk en overvloedig, de tragiek van het bestaan kent hij niet. Alles is geoorloofd, want beperkingen zijn
er niet. Geestelijke inspanningen zijn niet nodig. De massamens is voldaan met zichzelf en gedraagt zich als een verwend kind. Luisteren, zijn eigen mening kritisch beschouwen, rekening houden met anderen, zijn evenmin noodzakelijk.
Dit alles versterkt zijn gevoel van macht, zijn zucht tot heersen. Alleen hij en zijn soortgenoten tellen. De rest dient zich aan hem aan te passen. De massamens heeft dan ook altijd gelijk en argumenten hoeft hij niet te geven. Ongeoefend — en niet van zins zich te oefenen — in de taal van de rede kent hij slechts één taal, de taal van het lichaam: geweld. Wat anders is, wat buiten hem staat, mag niet bestaan. En zelf verafschuwt hij het om anders dan de massa te zijn. Hij past zich aan — met de mode voor het uiterlijk en de massamedia voor de mening als geriefelijke hulpmiddelen. Tegelijk kan en wil hij ook niet onderscheiden. De massamens denkt niet. Vrij van alle geestelijke inspanning, maat of waarheid als richtsnoer, waart hij doelloos door het leven. Om toch een houvast te hebben als compensatie voor het gebrek aan geestelijk evenwicht, klampt hij zich vast aan het gewicht van de massa, dat hem door het leven moet leiden. Het twintigste-eeuwse fenomeen van massagedrag en hypes, toerisme, koopgedrag, sporthysterie, is niet
het gevolg van de veelheid maar een ingrijpende consequentie in de psyche van deze hoogstmoderne, van de geest bevrijde mens.
Gemeenschappelijke morele wortels, concludeert Ortega y Gasset, hebben plaats moeten maken voor het door angst en begeerte bepaalde gedrag van de massa.
Democratie. Geen woord is in onze samenleving meer synoniem met de idee van de goede maatschappij. ‘The government of the people, by the people, for the people’, zijn de gevleugelde woorden van Abraham Lincoln waarmee hij een maatschappij typeert waarin alle mensen vrij en gelijkwaardig zijn, de tirannie en barbarij gebannen en rede, redelijkheid en weldenkendheid heersen. Democratie als de verwezenlijking van het hoogste beschavingsideaal. Maar de klacht die Ortega y Gasset formuleert, is dat de massademocratie niet het summum van democratie is, maar onvermijdelijk resulteert in het tegendeel van democratie: despotisme, verval van waarden, en uiteindelijk totalitarisme. In De opstand der horden legt hij dan ook een direct verband tussen het ontstaan van een massademocratie en de opkomst van nieuwe maatschappelijke bewegingen als fascisme [SIZE=2]en bolsjewisme."
[/SIZE]
|