![]() |
La lutte continue, ook voor de Dolle Mol
Politie zet filmmaker Jan Bucquoy tot tweemaal toe uit gekraakt café
'Het café is open', grijnst Jan Bucquoy. 'Er zijn pintjes vers van de tap en straks is het hier weer vollen bak.' Tussen het puin van zijn stukgeslagen 'cultuur- en debatcentrum', zoals de Dolle Mol zichzelf aanprijst op een vergeelde affiche in de etalage, verwelkomde Bucquoy gisterenmiddag weer de eerste klanten. Eerder die ochtend was de politie het pand hardhandig komen 'ontruimen'. Door Sue Somers, Foto Thomas Vanhaute Het is alsof er net een bom is ontploft in de Dolle Mol. De vloer ligt vol gruis en bakstenen. De typerende houten latjes die eens de muren bezetten, liggen nu verspreid in het hele café. De muren zijn gestript tot hun essentie: grauw, grijs beton, waartegen een houten framework is getimmerd. Uit de constructie priemen nog een paar nagels die de latjes op hun plaats hielden. Het kartonnen plafond is ingeslagen, de toog is verkapt tot een stapel bakstenen. "Ze hebben hem met een sloophamer bewerkt", zucht Arne. De Oostendse tapper van de Dolle Mol, die al 55 dagen boven het café op een matras slaapt, trekt zijn zwarte cowboyhoed nog wat dieper over zijn hoofd. Vanochtend werd hij bruut uit zijn slaap gewekt. "Om half zeven stonden ze voor de deur. Zeker zeventig flikken, klaar om die linkse bende eens goed aan te pakken." In zijn boxershort en met zijn kamerjas halfopen slaapwandelde Arne naar beneden. Daar was de politie ondertussen al begonnen met de ontruiming van Brussels meest legendarische café. Tapster Véro: "Ze staken alles in vuilniszakken en smeten die de straat op. De elpees hebben we gelukkig kunnen redden. Maar de platenspeler en de versterker hebben ze mee. Toen ze ook op de eerste verdieping wilden beginnen, hebben we geprotesteerd. Die stond vol met onze persoonlijke spulletjes." Vonnis aan de muur Jan Bucquoy, filmmaker, taartengooier en volbloedanarchist, had het café in de Spoormakerstraat, vlakbij de Grote Markt, sinds eind april gekraakt en heropend uit protest tegen de jarenlange leegstand. "Ze willen hier een tweede Manneken Pistoestand van maken. Een of andere pralinewinkel. Als het maar Chinezen lokt." Op 1 mei was er een groot openingsfeest, met Johan Verminnen en de Gentse volkszanger Walter De Buck. Dertig dagen later al volgde een uitzettingsbevel van de kortgedingrechter. Het vonnis hing als een trofee aan de houtenplankjesmuur, tussen oude affiches van De Morgen ('De Morgen Durft!') en tussen aankondigingen van een 'Strip- en kartoenbeurs' en een 'Poejezie avond', ergens in de late jaren tachtig. Bucquoy wist dat hij op een dag de politie aan de deur zou krijgen. En dat hij buiten zou vliegen. Maar zolang het duurde, bleef het symbool van 36 jaar hoofdstedelijke rebellie gewoon open. Het leek alsof de vaste klanten nooit waren weggeweest. Punkers hingen aan de toog met kunstenaars, studenten filosofeerden tot een gat in de nacht met dronken Brusselse ketten. In de hoek zaten arbeiders 's avonds nog te genieten van hun schafttijd. Ondertussen werd de elektriciteit illegaal afgetapt en de tap 'gratis' bevoorraad. Pintjes in Duvelglazen gingen over de toog voor een euro. Voor het WK voetbal kwam een tv'tje op de vensterbank, de muziek bleef als vanouds van een platenspeler komen. Afgelopen dinsdag verjaarde Véro. Er waren maxi's uit de jaren tachtig, Doe Maar en Nina Hagen, en er stond chips op de toog. Iedereen mocht meevieren. 'Pintje?' Enkele uren na de hardhandige uitzetting - de sloopactiviteiten bleken uiteindelijk het werk te zijn van een ploegje arbeiders van de eigenaar, vastgoedmaatschappij Artoos - zit Bucquoy met een paar sympathisanten op een lege bierbak, tussen vier kale muren. Hij grijnst. "Symbolisch slagveld, hé? Ze hebben zelfs mijn vlag meegenomen. De Belgische driekleur met die banaan erin, van mijn politieke partij." Bucquoy wijst naar buiten. "Ik heb dan maar een zwarte doek uitgehangen." Arne balt zijn vuist. "La lutte continue!" Behalve vanavond, want dan moet hij naar de gemeenteraad in Oostende. Een kale knikker met snor en leren jekker bromt iets instemmends. Een twintiger in bestofte werkkledij: "Waar zitten Bert Anciaux en burgemeester Thielemans nu?" Het puin is aan de kant, hier en daar brandt nog een lamp. De sfeer komt er langzaam in. "Vanavond is de Dolle Mol gewoon weer open", belooft Bucquoy. Hij lacht breeduit. "Het belangrijkste zijn ze vergeten", wijst hij. "De tapinstallatie werkt nog. Pintje?" Tegen half een komt een patrouillerende agent een kijkje nemen. De deur van het café staat open. Hij kijkt verbaasd naar het geforceerde slot en laat zijn blik over het verwoeste interieur glijden. "Allez, allez, wat is dat hier?", knipoogt hij naar Bucquoy. "Wij verzetten ons tegen de maffia. Dit is ons café." "Dan zitten we met een probleem, want ge moogt hier niet binnen." "Dat is het probleem inderdaad", zegt Bucquoy. "Ge moogt hier niks. Ik vertrek niet." Zijn toon wordt feller. "Steek mij maar in den bak!" De wijkagent twijfelt, hij kan zijn sympathie moeilijk verbergen. Maar hij is van dienst. Een kwartier later ziet het café blauw van de politie. Er is zelfs een speciaal interventieteam opgetrommeld. Een combi rijdt voor, de sfeer slaat om. "Kent ge mij nog?", bromt een interventieagent, wanneer hij Bucquoy net niet naar de keel vliegt. "Ge weet toch wat wij hadden afgesproken?" De ene intimidatie volgt de andere op. Plots beschuldigen de agenten Bucquoy ervan zijn eigen café kort en klein te hebben geslagen. Een blonde politieagente die beweert dat ze er 'vanochtend bij was', houdt hardnekkig vol. En dan houdt Bucquoy het niet meer. "Wat een leugens. Godverdomme, als het zo zit, ga ik niet mee naar het commissariaat." Ondertussen is een voorbijganger, die net lunchpauze had op zijn werk, het café binnengekomen. Hij bestelt een pint en slaat het tafereel geamuseerd gade. Tot hij zelf wordt gevraagd met Bucqoys trawanten de combi in te stappen. "Maar ik kwam hier gewoon maar even langs!" Het interventieteam maakt er korte metten mee. "Sigaret uitdoen en instappen." Ondertussen hebben de buren van het café zich op straat verzameld. Iemand maakt foto's. In de verte klinkt het geroezemoes van het pitastraatje. Bron: De Morgen |
Er is nog altijd de Baskische club aan het Parlement!
|
Citaat:
Jézus, bende dramaqueens. |
Citaat:
Onze morele steun heb je al, Jan, moest ik in Brussel wonen was ik allang daar geweest. |
Wanneer zou de leeuw nu eens solidair zijn met de werkende mens?...
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
|
Citaat:
In alle andere gevallen heb je er niets mee te maken. Het is jouw café niet. |
Zeer vermoeiend allemaal.
|
Citaat:
|
Citaat:
Maar als het zó belangrijk is, moet het niet te moeilijk zijn om mij te overtuigen veel meer te geven dan dat. Overigens gaat een tiende van mijn zakgeld op aan bedelaars. Wij libertariërs scheppen immers graag verwarring omtrent onze bedoelingen. |
Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 16:17. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be