PAJOT |
7 oktober 2003 20:31 |
De socialistische "slechte oneindigheid" van het marxisme valt samen met een grauwer wordende deemstering van de rationalistisch-matereialistische beschaving die sinds de XVIe eeuw de bestaansvormen van politiek en economie heeft beïnvloed en in toenemende mate heeft bepaald. In het midden en aan de zijkanten van die wereld, overal waar dit ten dode opgeschreven leven zijn ondergang te gemoet gaat, vertonen zich tekenen van een andere levenswil en treden andere krachten aan het licht. Ze zijn ten dele van religieuze en ten dele van natuurlijk-volkse aard. In de natuurlijke orde van zaken is de volkse gemeenschap de enige krachtbron en het enige milieu die de verwezenlijking van het socialisme niet alleen toelaten maar impliceren. Een werkelijk volkse gemeenschap is ook socialistisch. Het predikaat "socialistisch" is als de rijpe vrucht van een sterke nationale levensbloei.
In deze opvatting is het nationalisme ontdaan van zijn liberaal-burgerlijk karakter en het socialisme bevrijd van de greep van technicisme en collectivisme. Het nationale wordt van een sociale een politieke categorie. Het leven van de enkeling is hier vervuld van de idee, dat het maar zin krijgt door plicht en dienst, dat sociale rechten en aanspraken eerst gewettigd worden door het primaat van de nationale gemeenschap. Hier worden geen eisen gesteld die de gemeenschap niet dragen kan.
Het socialisme dat hier uit de gemeenschap ontstaat is niet ontsproten uit de bezit-nijd van een proletarische massa noch uit de harteloosheid van een zelfvoldane bourgeoisie, maar uit het besef van de geestelijke en menselijke armoede en de kreupele minderwaardigheid van een dergelijke levensstrijd. Het veronderstelt een teruggrijpen op hogere waarden, het vervullen van het leven met een geest van nationale solidariteit, de richting van de wil op dienstbereidschap en de onttakeling der demonen van hebzucht en zelfzucht. Het andere, het nationale of het volkse, dat buiten de dialectiek van de klassenstrijd der negentiende eeuw was gebleven, wordt de inhoud van een nieuwe levenskracht en de impuls van een nieuwe levenswil.
|