Oorspronkelijk geplaatst door Paviagroup
De Paviagroep stelt voor dat 15 van de 150 leden van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers verkozen worden in een federale kieskring. De motivering van dit voorstel en de modaliteiten ervan worden hieronder uiteengezet.
VASTSTELLINGEN
1. Democratische dialoog in federale staten
Een democratisch bestel veronderstelt een dialoog tussen de bevolking en de verkozen politici die in naam van de bevolking beslissingen nemen. In een federale staat is die dialoog altijd een stuk complexer, omdat er verschillende regeringsniveaus zijn die met verschillende bevolkingen verbonden moeten worden. De regering van de deelstaten wordt gelegitimeerd door de bevolking van elk van de deelstaten en de federale regering wordt gelegitimeerd door de bevolking van het hele federale land.
Een federale staat heeft dus instellingen nodig die deze dubbele dialoog mogelijk maken. In de meeste federale landen gebeurt dat door federale politieke partijen die bij verkiezingen kandidaten presenteren over het gehele grondgebied van de federatie, of soms ook door een verkozen federale president.
2. Legitimiteit en efficiëntie
In de Belgische federatie zijn die instellingen er niet, en is de kans ook bijzonder klein dat die op korte termijn het licht zouden zien. Dat heeft tot gevolg dat de bevolking van de federatie niet democratisch verbonden wordt met het bestuur van de federatie. België is het bijvoorbeeld altijd voor een groot aantal kiezers onmogelijk om de helft van de leden van de federale regering of hun partijen electoraal te beoordelen.
De verdeling van de publieke opinie én van de electorale ruimte langs de grenzen van de taalgemeenschappen zet kandidaat-politici – ook indien ze federale ambities hebben – bovendien ook heel makkelijk aan om binnen de eigen taalgroep tegen elkaar op te bieden. Het institutionele compromis, dat in de federale Belgische instellingen op het einde van de rit altijd nodig is, wordt dan onnodig moeilijker gemaakt en is van minder goede kwaliteit. Niet alleen de legitimiteit, maar ook de efficiëntie van de besluitvorming lijdt dus onder de huidige organisatie van de federale staat.
ONS VOORSTEL
De Paviagroep stelt voor om de democratische legitimiteit en de efficiëntie van de federatie te versterken door de wijze van verkiezing van een aantal kamerleden als volgt te wijzigen.
1. Een federale kieskring
15 van de 150 kamerzetels worden op de gebruikelijke wijze (systeem D’Hondt) proportioneel verdeeld in een kieskring die het volledige territorium van de federale staat omvat. De 135 andere kamerleden worden verkozen volgens de huidige formule in de 11 kieskringen die wij hier – om kort en bondig te zijn – ‘provinciale’ kieskringen zullen noemen.
2. Een dubbele stem
De kiezers beschikken over twee stemmen. Een eerste stem is voor de lijsten of kandidaten in de ‘provinciale’ kieskringen. Een tweede stem is voor de lijsten of kandidaten van de federale kieskring. Deze lijsten zijn dus overal in het land dezelfde.
3. Dubbele kandidatuur
Wie kandidaat is op een lijst voor de federale kieskring, kan ook kandidaat zijn in een ‘provinciale’ kieskring. Het gaat immers in beide gevallen om lijsten voor de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Wie op beide lijsten in aanmerking komt voor een zetel, kan zelf bepalen welke van de twee zetels hij of zij inneemt. De andere zetel wordt bekleed door de eerste opvolger. Indien de opvolging gebeurt voor de zetel van de federale kieskring, gaat de zetel naar de eerste opvolger die behoort tot dezelfde taalgroep.
4. Taalgroepen
Een kandidaat op een federale lijst moet aankondigen tot welke taalgroep in de Kamer hij of zij wenst te behoren voor de volgende legislatuur. Die keuze moet aanvaard worden door ofwel drie Kamerleden van de betrokken taalgroep in de uittredende federale Kamer, ofwel door 0,1% van de ingeschreven kiezers in vier van de zes ‘provinciale’ kieskringen waarvan één van de officiële talen die van de betrokken taalgroep is.
5. Gegarandeerde vertegenwoordiging
Bij de verdeling van de zetels moet er over gewaakt worden dat er 9 leden verkozen worden die te kennen gegeven hebben dat zij tot de Nederlandse taalgroep wensen te behoren en 6 leden die de wens hebben uitgesproken tot de Franse taalgroep te behoren.
6. Aantal kandidaten per lijst
De lijsten die opkomen in de federale kieskring mogen nooit meer kandidaten voor een bepaalde taalgroep tellen dan het aantal te verkiezen leden van die taalgroep. Dat geldt ook voor de lijst van de opvolgers.
7. Lijstverbindingen
Lijsten kunnen zich onderling met elkaar verbinden, zolang het totaal aantal kandidaten die zij dan samen aanbieden voor één taalgroep niet hoger is dan het aantal te verkiezen zetels voor die taalgroep. Bij de verdeling van de zetels worden verbonden lijsten eerst als één enkele lijst beschouwd. In een tweede stap worden de zetels van de verbonden lijsten verder proportioneel verdeeld.
8. Verdeling van de zetels tussen de kandidaten
Een zetel voor een lijst gaat naar de nog niet verkozen kandidaat met het hoogste verkiesbaarheidscijfer (te berekenen op dezelfde wijze als voor de andere zetels in de Kamer). Indien de kandidaat met het hoogste verkiesbaarheidcijfer behoort tot een taalgroep waarvoor het quotum al vervuld is (zie punt 5), gaat de zetel naar de eerstvolgende kandidaat van de lijst of – als dat niet meer mogelijk is – naar de eerstvolgende kandidaat van een verbonden lijst die behoort tot de taalgroep waarvoor nog zetels vacant zijn. Indien een lijst of de ermee verbonden lijst geen kandidaten meer heeft die voldoen aan de vereiste van de quota, gaat de zetel naar de eerstvolgende lijst die in aanmerking komt voor een zetel en die beschikt over kandidaten die behoren tot de vereiste taalgroep.
9. Herziening van de Grondwet
Dit voorstel kan slechts gerealiseerd worden na een herziening van twee artikels van de Grondwet.
Artikel 61, tweede lid bepaalt dat iedere kiezer recht heeft op slechts één stem. Dit zou als volgt kunnen gewijzigd worden:
Iedere kiezer heeft recht op twee stemmen, één die hij of zij uitbrengt in een kieskring die alle inwoners van het Rijk omvat en één in de andere kieskring waarin hij of zij is ingeschreven.
Artikel 63§2 bepaalt dat het aantal zetels per kieskring voor de Kamer een fractie moet zijn van 150, in functie van de bevolking van elke kieskring. Dat zou als volgt kunnen gewijzigd worden:
De federale kieskring telt 15 zetels, waarvan er negen toekomen aan Nederlandstalige kandidaten en zes aan Franstalige kandidaten. De wet bepaalt de criteria van taalaanhorigheid en het stelsel van zetelverdeling.
Elke andere kieskring telt zoveel keren een zetel als de federale deler in het cijfer van de bevolking van de kieskring begrepen is. De federale deler wordt verkregen door het bevolkingscijfer van het Rijk te delen door honderdvijfendertig.
|