Patriot! |
25 maart 2007 13:28 |
Taalracisme in het voetbal
Taalracisme in het voetbal (23.03.2007)
Rode kaart voor Dewever en Bourgeois - Rob Kindt (VLD)
Buiten de provincie weten weinigen het, maar in de provinciale voetbalcompetitie in West-Vlaanderen spelen ook een paar Franstalige clubs uit Henegouwen mee. Dit relict uit pré-taalgrenstijden laat, onder meer FC Luingnois (sorry, FC Lowingen) en Dottignies Sport (nogmaals excuses, Dottenijs Sport) wekelijks aantreden tegen Nederlandstalige clubs. Heel recent: de scholierenwedstrijd SK Beveren-Leie tegen FC Luingnois. Een wat stevig betwist duel aan de zijlijn, gewonnen door de Franstalige speler. West-Vlaamse reactie: 'Stuk Waal, ga in uw land spelen'. Antwoord van Franstalige kant, in wat gebrekkig Nederlands: 'We zijn toch allebei Belg.' Wederwoord: 'Kan me niet schelen, vuile Waal'. Waarop ondergetekende scheidsrechter even aarzelde of hij de Vlaming rood ging geven voor racisme, een zinvolle regel bij de Belgische Voetbalbond. Deze scheids vraagt zich nog steeds af of de banbliksems van verst(r)ikkingsgoeroe Bart Dewever en andere rechtgeaarde Vlamingen die hij zich hiermee op de nek zou halen wel terecht zouden geweest zijn.
Ver van mij om te beweren dat N-VA een racistische partij zou zijn. Even ver van mij om een eigen stek op te eisen in de loopgravenoorlog rond unitarisme, (con)federalisme of separatisme waar communautaire scherpslijpers zich graag in vermeien. Maar toch, in wezen gaat zo'n op zich onbenullige anekdote uit een jeugdwedstrijd voetbal dieper dan de frustratie van een puber om een verloren voetbalduel. Het is een logische uitloper van de al dan niet om electorale redenen kunstmatig opgefokte opstoot aan (Vlaams-)nationalisme die we op vandaag beleven, èn van het in wezen racistische mechanisme achter de strikjescampagne van N-VA. Deze campagne bedient zich, hopelijk onbewust, van een aloud dubbelmechanisme dat bezwaarlijk anders dan als racistisch kan omschreven worden.
Precies omwille van het appel om zich niet te laten vangen aan verst(r)ikking. Het kan bezwaarlijk ontkend worden dat deze slogantaal bewust gekozen is, de partij betaalt er een (duur) campagnebureau voor. Wat de slogan evenwel doet is het volgende. In een eerste stap gaat hij impliciet voorbij aan het bestaan van individuen ten zuiden van de taalgrens en brengt hen allemaal, naamloos en anoniem, onder in een groep die als een bedreiging voorgesteld wordt, die de eigen groep ten noorden van diezelfde taalgrens alleen maar riskeert te verst(r)ikken. Jean-François of Anouk bestaan niet langer als (lieve) buren, ze zijn naamloze onderdelen geworden van een vijandige groep Walen die de eigen, Vlaamse groep verst(r)ikt. Dit is in wezen eenzelfde zondebok-mechanisme als bij de Franse filosoof René Girard. Alleen zoekt het die zondebok niet bij het individu, maar bij een groep.
De tweede stap in het mechanisme is de strik. Deze heeft in dit verhaal de waarde van reducerend symbool. Hij brengt de hele, anonieme en dus moeilijk herkenbare groep terug tot één bepaalde eigenschap van die als vijand ervaren groep en gaat die karikaturaal uitvergroten. Deze tweede stap in het mechanisme biedt op zijn beurt een dubbel voordeel. Het laat toe de vijand opnieuw makkelijk en eenduidig te identificeren: de vijandgroep wordt herkenbaar gemaakt in het strikje, het uitvergrote kenmerk van, in dit geval, een vooraanstaand en bekend lid van de vijandgroep. Daarnaast zorgt het voor een ironisch tintje (over niveau of allooi van de gehanteerde humor valt zeker te redetwisten) dat de rol van glijmiddel gaat spelen om het geheel vlot aanvaard te krijgen binnen de eigen groep.
Zo ging dat in bruine tijden uit de jaren '30 en '40 van de vorige eeuw. Aan Salomon en Sarah werd ook hun identiteit ontzegd, ze verdwenen anoniem in het Jodendom, de baarlijke duivel voor de weldenkende burger van die tijd. Het Jodendom kreeg die rol aangesmeerd via de karikatuur van, bijvoorbeeld, de neus waaraan je de vijandige groep kon herkennen. De nodige spotprenten in de Volkischer Beobachter toverden een glimlach op de lippen van de weldenkende burger, en deden de boodschap bij hem vlot naar binnen glijden.
Zo gaat dat ook in deze tijden. Mohammed en Fatimah verdwijnen naamloos in de groep van de Islamitische terroristen, gereduceerd tot hun volle baard of hoofddoek. Deense cartoons nemen nu de rol van Volkischer Beobachter over. Mamadou en Aawiya verdwijnen naamloos in de groep van de zwarte, Afrikaanse asielzoekers, gereduceerd tot dikke lippen, dito kont of luie krent. Naar spotprenten over dit item is het niet lang zoeken. Uiteindelijk zal het wellicht voor niemand moeilijk zijn het racisme in de voorgaande drie voorbeelden te herkennen.
Jean-François en Anouk naar de verre achtergrond, de Waal is de vijand, het strikje van Elio het ironische symbool: het valt moeilijk te ontkennen dat de verst(r)ikkingscampagne van N-VA eenzelfde mechanisme hanteert, en dus in wezen racistisch dient genoemd te worden. Wellicht zal de N-VA van Dewever en Bourgeois nooit de expliciete bedoeling gehad hebben om racistisch te worden, en evenmin zal die 16-jarige Ruben van SK Beveren-Leie er ooit een seconde aan gedacht hebben dat hij zijn Franstalige tegenspeler iets naar het hoofd slingerde dat in wezen in niets verschilde van het 'sale macaque', wat door elke scheidsrechter met het hart op de juiste plaats zou bestraft worden met rood.
Maar daar ligt nu net het probleem. Niet bij een jeugdvoetballer, die eigenlijk alleen de onbewuste spreekbuis is van ideeen die hij ergens ingelepeld kreeg. Maar wel bij een democratische partij, die bepaalde fundamentele mechanismen niet herkent waardoor ze zelf gaat afglijden naar een ideologie die ze, naar eigen zeggen, verwerpelijk vindt. Maar die deze mechanismen ondertussen wel vrolijk zelf toepast op een vijand die men nodig heeft om het eigen ideologisch en electoraal voortbestaan te garanderen.
Moeten we daarom besluiten dat N-VA een racistische partij is? Neen, althans niet bewust, durven we hopen. Alleen bedient ze zich van een campagne die zich op racistische mechanismen baseert. En dus dient de scheidsrechter op te treden. Sorry, heren Dewever en Bourgeois, door deze campagne dient u met (schaam)rood het terrein te verlaten. Zeg dat het reglement van de voetbalbond het gezegd heeft.
Rob Kindt
De auteur is gemeenteraadslid DE BRUG/VLD Ingelmunster en scheidsrechter bij de Belgische Voetbalbond
|