gm10 |
1 september 2007 09:47 |
Kan een onafhankelijk Vlaanderen zonder Brussel?
Voila dit zeg ik ook al jaren. Brussel is de economische motor van Belgie.
Uit DS van vandaag:
Uiteraard. Slovenië heeft drie miljoen inwoners en is ook een welvarend landje. Maar bekijk het bijhorende kaartje van het stadsgewest Brussel en meteen is duidelijk hoe verstrengeld Brussel en grote stukken van Vlaanderen en Wallonië zijn. Een stadsgewest is geen politieke eenheid, maar een ruimte waarbinnen alle basisactiviteiten van een stedelijke omgeving intens met elkaar verbonden zijn.
Het is, met andere woorden, de socio-economische ruimte waarbinnen mensen wonen, werken, pendelen, opvoeden, winkelen en uitgaan. Als stadsgewest reikt de invloed van Brussel tot Gent, Charleroi en Mons. Maar liefst 62 gemeenten zijn economisch en sociaal op Brussel georiënteerd, de meeste daarvan zijn Vlaams. Het stadsgewest beslaat een gebied van 1518 km² en telt bijna 1,8 miljoen inwoners. In dit stadsgewest realiseren de Trends Top 100.000-bedrijven net geen 40% van de toegevoegde waarde in ons land. Dat gebeurt vooral in de kern van het stadsgewest, zo ongeveer het Brussels Hoofdstedelijke Gewest, dat goed is voor 30% van de toegevoegde waarde. Het BNP per capita is in Brussel dubbel zo groot als in Vlaanderen.
Zo’n 330.000 pendelaars verdienen hun boterham in Brussel. 250.000 van hen zijn Vlamingen. Ze nemen zowat de helft van de 650.000 Brusselse arbeidsplaatsen in en sluizen zo de in Brussel gecreëerde rijkdom door naar Vlaanderen en Wallonië. Verdiende de inwoner van het Hoofdstedelijk Gewest in 2001 gemiddeld 10.638 euro, dan is dat in de groene rand 14.194. Econoom Rudy Aernoudt berekende dat de Vlaamse pendelaar zo’n 3 �* 5 miljard euro uit Brussel haalt. Een pak meer dus dan de zo’n 1 miljard euro aan transfer die Vlaanderen in het Hoofdstedelijk Gewest pompt.
En terwijl 330.000 pendelaars een goedbetaalde job hebben in Brussel, telt het Hoofdstedelijk gewest zelf 90.000 slecht geschoolde, eentalige en vooral allochtone werkzoekenden. Het is met andere woorden, een rijke stad met een arme bevolking. Het zijn immers een groot stuk van Vlaanderen en Waals-Brabant, trouwens de rijkste provincie van het land, die de vruchten plukken van de Brusselse economie. Die band doorknippen, zou een ernstige aderlating betekenen, zowel voor Vlaanderen als Wallonië.
Te meer omdat Brussel ook Vlaanderens poort naar de wereld is. Brussel telt bijna 2000 buitenlandse ondernemingen, goed voor 234.000 jobs. Het is de vijfde Europese zakenstad. Het is de zetel van de EU en een financieel wereldcentrum. De industrie van Zelzate of de Antwerpse haven doet zijn financiële transacties via Brussel en onderhandelt via Brusselse advocatenkantoren met hun internationale partners.
Wat moet een onafhankelijk Vlaanderen met Brussel beginnen?
Of beter. Wat moet Vlaanderen beginnen met de zowat 1,5 miljoen anderstaligen in Brussel en in de Rand? Eric Corijn schetst het dilemma. ‘Als Vlaanderen het zelfbeschikkingsrecht van de Vlamingen inroept om onafhankelijkheid te eisen, wat het officiële discours is, moet het datzelfde recht gunnen aan de bewoners van het Brussels Gewest. De kans is zeer groot dat de Brusselaar zich uitspreekt voor de francofone as Brussel-Wallonië, ondanks de vele conflicten tussen Brussel en Wallonië’, zegt Corijn. In dat geval, het zelfbeschikkingsrecht getrouw, zou Vlaanderen definitief Brussel verliezen, die historisch Vlaamse stad op Vlaams grondgebied.
Maar Vlaanderen kan ook het territoriaal principe inroepen, zegt Corijn. ‘Of zich beroepen op het economische argument: zonder Wallonië kan Vlaanderen beter bestuurd worden en zal de Vlaamse economie performanter presteren. In dat geval heeft Vlaanderen er alle belang bij om de band met Brussel te behouden.’ Maar daar moet Vlaanderen een culturele prijs voor over hebben, aldus Corijn, want met Brussel erbij is het ideaal van de homogene Vlaamse natie ver zoek. ‘En dat was toch het uitgangspunt van het Vlaams nationalisme?’
Corijn wijst er op dat een onafhankelijk Vlaanderen met Brussel verplicht zal zijn om de rechten van minderheden te respecteren. ‘En dus zal de Vlaamse staat de Franse taal moeten erkennen, Franstalig onderwijs moeten organiseren in Brussel en in de rand, en er Franstalige culturele instellingen subsidiëren.’ Maar wat met Antwerpen? Corijn haalt er enkele cijfers bij: 25% van de Antwerpse bevolking heeft buitenlandse roots. 40% van de kinderen in het stedelijk lager onderwijs spreekt thuis geen Nederlands als moedertaal. 54% van de kinderen die in 2005 geboren zijn, heeft een moeder die geen Nederlands spreekt. ‘Antwerpen is goed op weg om een even kosmopolitische stad te worden als Brussel. Gent volgt. ‘Als Vlaanderen dan culturele minderheidsrechten geeft aan het gros van de Brusselaars’, zegt Corijn, ‘heeft het geen argumenten om diezelfde rechten te weigeren aan de minderheden in Antwerpen. Ook een onafhankelijk Vlaanderen zal meer en meer geconfronteerd worden met de gemengde realiteit van de eigen bevolking.’
|