![]() |
ANALYSE. Slechte studenten of slechte proffen?
ANALYSE. Slechte studenten of slechte proffen?
LERAAR MOET BESTE IN ELKE STUDENT NAAR BOVEN HALEN (c) De Standaard 28/09/07 ![]() Frank Thevissen vindt dat gelijke kansen in het hoger onderwijs kunnen leiden tot kwaliteitsverlaging. Een achterhaald en elitair standpunt dat niet stoelt op wetenschappelijk onderzoek, stelt de Leuvense politicoloog Marc Hooghe . Telkens als een nieuwe maatschappelijke groep zich aandient aan de poorten van de universiteit, krijg je dezelfde reactie. De oude garde van blanke mannen van middelbare leeftijd is er als de kippen bij om te beweren dat die nieuwe groep 'het niveau' naar beneden zal halen en dus beter buiten blijft. Wat 'het niveau' dan wel is, wordt nooit precies gedefinieerd, maar blijkbaar is de belaagde elite er rotsvast van overtuigd dat zij de enigen zijn die voldoende kwaliteit kunnen garanderen. Toen vrouwen honderd jaar geleden geleidelijk de banken van de universiteiten veroverden, was het tegenargument dat dit de aandacht van de mannelijke studenten zou afleiden. Toen de Vlamingen naar de universiteit trokken, kregen ze van de Franstalige elite te horen dat het Nederlands een taal was voor boerenpummels. Het Vlaams dialect kon gebruikt worden tijdens toogdiscussies in Lotenhulle, maar het was per definitie ongeschikt voor het bedrijven van hoogstaande wetenschap. We maken nu hetzelfde proces mee met allochtone studenten. Heel aarzelend en nog veel te langzaam vinden zij hun weg naar het hoger onderwijs, eerst naar de hogescholen en nu ook meer en meer naar de universiteiten. Opnieuw zien we dezelfde reactie: VUB-docent Frank Thevissen (DS, 27 september) stelt in één adem dat een gelijkekansenbeleid zal neerkomen op kwaliteitsdaling. Gemakshalve verzuimt Thevissen daar bij te vermelden dat er geen enkel wetenschappelijk onderzoek bestaat waaruit zou blijken dat een meer diverse studentenpopulatie automatisch leidt tot slechter onderwijs. In zijn pleidooi winnen de duistere vooroordelen het van het wetenschappelijk gefundeerd inzicht. Een dergelijke denkfout alleen al doet trouwens vragen rijzen over 'het niveau' van diegenen die het nu hier en daar voor het zeggen hebben in het academisch bedrijf. De afgelopen jaren heb ik een aantal goede, zeer goede of zelfs briljante studenten zien passeren: van Turkse, Russische, Mexicaanse, Marokkaanse en Syrische afkomst. Die studenten stelden de juiste vragen, schreven intelligente en originele papers en ze legden goede examens af, precies zoals we het als docenten graag hebben. Deze studenten werden hiervoor dan ook beloond met een keurig diploma, in een aantal gevallen zelfs met onderscheiding of grote onderscheiding. Ik ben zeer gelukkig dat ik dit jonge talent mee heb mogen vormen en ondersteunen. Ik ga ervan uit dat onze samenleving al dit talent de komende decennia broodnodig zal hebben. Ik geef echter ook les in de eerste bachelor van onze universiteit. Het doet me pijn dat ik na elke examenperiode moet vaststellen dat studenten met een vreemde familienaam (dat is het enige criterium dat we hebben) gemiddeld slechtere resultaten behalen dan studenten met een oerdegelijke Vlaamse naam. Dat heeft te maken met een gebrekkige voorkennis, met een geringere taalvaardigheid, of met een tekort aan algemene school- en studievaardigheden. Af en toe vraag ik me dan wel vertwijfeld af welk soort vooropleiding onze middelbare scholen blijkbaar aan deze groep hebben gegeven, maar dat zal wel een zure oprisping zijn van iemand die aan het eind van de hele onderwijscyclus komt. Frank Thevissen ontkent echter keihard al die pedagogische problemen. Als studenten niet slagen voor een examen, dan is dat volgens hem hun eigen schuld. De docent levert immers een objectief punt af en de studenten moeten dat maar slaafs aanvaarden. Zelfs het feit dat studenten tegenwoordig mondiger zijn geworden en al eens uitleg durven vragen bij een examenbeoordeling, schiet blijkbaar in het verkeerde keelgat van professor Thevissen. Als universiteiten hoeven we onze verantwoordelijkheid niet te nemen, stelt Thevissen, we kunnen gewoon doorgaan alsof de wereld rondom ons niet verandert. Het is uiterst bedenkelijk en bijna onverantwoord dat uitgerekend een docent van de Vrije Universiteit Brussel, de Vlaamse universiteit met de breedste instroom van allochtone studenten, zoiets durft te beweren. Een basiswaarde in het pedagogisch proces (van de kleuterklas tot de universiteit) is dat je gelooft dat elke leerling capaciteiten heeft. Elke goede onderwijzer, leerkracht of docent gelooft ook dat je kunt helpen om het beste uit de leerling naar boven te halen. Als je dat geloof niet hebt, als je niet de vreugde kunt meemaken van een succesvolle les waardoor leerlingen of studenten een duidelijk inzicht hebben verworven, dan zie ik niet in waarom je nog les zou geven. Dan kun je beter stofzuigers gaan verkopen. Thevissen blijkt echter volledig blind voor deze pedagogische uitdaging, door elke verantwoordelijkheid voor het slagen of niet slagen eenzijdig bij de student te leggen. Dergelijke elitaire houding is achterhaald en ze kan in dit geval zelfs niet eens verantwoord worden door enige zweem van briljante onderzoeksactiviteiten. Acht maanden per jaar besteden ik, en duizenden collega's met mij, heel veel energie aan het helpen van studenten om zich voor te bereiden voor het examen. Bij de een betekent dat niet veel meer dan een literatuurlijstje meegeven, bij de ander vraagt dit dat je een moeilijk punt (soms meerdere keren) met handen en voeten uitlegt. Het lijkt me evident dat je bij studenten van allochtone origine hiervoor af en toe iets meer inspanning zult moeten doen, maar waarom zouden we dat er niet voor over hebben? Dat is uiteindelijk waarom we lesgeven, en als samenleving zullen we hun talenten in de toekomst broodnodig hebben. Thevissen maakt het helemaal bont als hij stelt dat we 'op den duur' dan maar aan iedereen een diploma zullen geven. Een diploma wordt bij hem niet veel meer dan een 'sociaal certificaat'. Dat is een karikatuur die beledigend is voor alle collega's die wel ernstig examineren, en die niet overeenstemt met de praktijk die geldt aan alle Vlaamse universiteiten. Examens zijn streng en zullen streng blijven, dat is een deel van onze beroepsernst. Twee maanden per jaar besteden wij heel veel aandacht aan het opstellen van objectieve en doordachte examens waaruit moet blijken of onze studenten de doelstellingen van de opleiding hebben bereikt. Die praktijk van relatief strenge examens zal in België zeker blijven bestaan: hier mag iedereen beginnen aan een eerste jaar, maar de prijs die je daarvoor betaalt, is natuurlijk dat de examens van dat eerste jaar onvermijdelijk selectief zullen blijven. Als docenten zouden we wel gek moeten zijn om 'iedereen er door te laten': dan schep je immers gewoon nieuwe problemen voor het tweede, derde en vierde jaar van de opleiding. Eén van de onbetaalbare genoegens van het hoger onderwijs is dat je weet dat je mee de toekomstige elite vormt. Ik kan met een relatief grote zekerheid voorspellen dat, nog voor ik met pensioen ga, een aantal van mijn studenten het tot kamerlid, minister, hoofdredacteur van De Standaard, wetenschapper, gemeentesecretaris of ambassadeur zullen schoppen. In tegenstelling tot Frank Thevissen ga ik er vanuit dat de toekomst van onze samenleving een stuk diverser en kleurrijker zal zijn dan het beeld waarmee we nu vertrouwd zijn. Dus, om het wat specifieker uit te drukken: ik hoop dat de eerste vrouwelijke hoofdredacteur van De Standaard en de eerste islamitische minister van ons land nu bij mij in het auditorium zitten. Maar die hoofdredacteur-in-spe en die toekomstige minister weten ook dat ze in januari een pittig examen te verwerken krijgen. Marc Hooghe doceert politieke wetenschappen aan de KU Leuven |
Neen. Hoger en universitair onderwijs erven uiteinlijk wat het basis en secundair onderwijs produceert.
|
Ik ben ook graag elitair.
Weliswaar op mijn eigen manier... |
Natuurlijk doet het dat. Maar niet altijd omdat het "gelijke kansen" biedt, i.e. het is niet meteen of direct het gevolg van de aanwezigheid van mensen van "lagere" gading, financiëel of intellectueel. In vele gevallen helemaal niet, zelfs.
|
Citaat:
Ik vrees dat gelijke kansen sterk met nivellering te maken heeft. Of vergis ik mij ? |
Citaat:
|
Ik werk op de universiteit en de professoren beamen - althans in 'mijn' faculteit - dat het onderwijsniveau er de jongste vijf jaar stevig op achteruit is gegaan om de studenten ter wille te zijn. Men staat onder druk om het de studenten steeds makkelijker te maken, in het kader van de democratisering van het onderwijs.
Het feit om iedereen naar het hoger onderwijs te sturen, vind ik trouwens een manke redenering, de opinie van minister Vandenbroucke en anderen ten spijt. Men zou beter aanvaarden dat sommigen gewoon niet geschikt zijn om universitaire studies aan te vatten, men legt zich er beter bij neer. Dit is ook helemaal geen schande. Iedereen heeft wel een aantal kwaliteiten, sommige mensen zijn sportief, anderen zijn dan weer zogenaamd 'intelligent', nog anderen zijn zeer handig, andere hebben een ruime mate aan sociale vaardigheden, enz. Men moet niet pretenderen dat iedereen de intellectuele bagage heeft om aan de universiteit te studeren. Het klinkt misschien plastisch, maar wie gaat onze straatstenen leggen, onze lokalen kuizen, onze huizen bouwen of onze auto's onderhouden wanneer er alleen nog maar universitair geschoolden rondlopen. Iedereen is verschillend, heeft andere kwaliteiten en deze diversiteit hebben we nodig om ons welzijns- en welvaartsniveau op peil te houden. |
Het risico bestaat. Het probleem is dat zoiets moeilijk te meten is (Hooghe verwijt Thevissen dat deze zijn stelling niet empirisch kan hardmaken, maar dat kan hij zelf ook niet met zijn eigen stelling).
Er is in het onderwijs meer aandacht voor praktische vaardigheden, wat de slaagkansen van meisjes heeft verhoogd. Je zou kunnen opperen dat in het verleden het 'universitair niveau' ten onrechte een eenzijdig mannelijke invulling kreeg. Met wat kwade wil zou je echter 'universitair niveau' een voor eeuwig gegeven definitie kunnen meegeven en moeten besluiten dat vrouwen ten enenmale niet in staat zijn het vereiste niveau te bereiken. Ik denk echter niet dat het onderscheid autochtoon/allochtoon van dezelfde orde is. Een herdefiniëring van de eisen die een universiteit aan haar studenten stelt omwille of ter wille van een grotere instroom van allochtonen dringt zich dan ook niet op. Wel is er grote druk vanuit bedrijfsleven en politiek om meer hooggeschoolden af te leveren, omwille van mogelijke tekorten op de arbeidsmarkt, o.a. door een systeem van outputfinanciering, maar zij leggen geen quota op m.b.t. geslacht of afkomst. Dit kan leiden tot betere begeleiding van studenten of makkelijkere examens. Visitatiecommissies kijken echter ook nog toe, en een universiteit die het 'makkelijker' maakt, zal onvermijdelijk aan prestige verliezen. Ik geloof niet zo sterk in die zogenaamde niveaudaling. Op een aantal vlakken - m.n. geschiedenis en taalbeheersing - lijkt er wel achteruitgang en de kennis van jongeren is misschien door toedoen van internet meer gefragmenteerd, maar globaliter staan 18-jarigen door betere lesmethoden volgens mij verder dan tien of twintig jaar geleden. P.S. Waar vind ik ergens de oorspronkelijke tekst van Thevissen? |
ja sorry, maar als ik nu lees dat de Leuvense rector allochtone studenten wil lokken door Arabische en Turkse brochures van de KUL te verspreiden, frons ik toch de wenkbrouwen.
Als die gasten geen Nederlandstalige brochures verstaan, wat kunnen ze dan op de univ gaan doen? Wat zal het volgende zijn? Brochures in de verschillende Vlaemsche dialecten om meer arbeiders- en boerenzonen naar de univ te krijgen?:roll: |
Waarom niet?
Wat zou er mis zijn met mensen zijn die geen Nederlands kunnen? Die gaan heel korte examens hebben. Niet moeilijk, hoor. :p |
Citaat:
|
Citaat:
|
Mooie foto
|
Citaat:
Stel je voor, iedereen een kans. Fuck. |
Citaat:
Die brochures zijn vooral bedoeld voor de ouders, dacht ik. Het is erg belangrijk dat kinderen door hun ouders in hun keuze gesteund worden, maar die ouders zijn vaak weinig vertrouwd met het belang van hoger onderwijs en zijn veelal van oordeel dat hun kinderen zo snel mogelijk moeten gaan werken om een eigen gezicht te stichten. Dat is typisch voor kinderen van ouders die uit een onderwijsarme cultuur komen (wat de facto het geval is als je bent opgegroeid op het Turkse platteland of het Rifgebergte). |
Citaat:
Citaat:
|
Citaat:
|
Hier zou ik verscillende antworden kunnen geben. Niet de mijne,
De wijn die geschonken wordt, is weer is bedorven: 16+ is terug. Drooglegging weed en wildgroei coca GSM spelen elk hun rol. Nogal bizarre situatie om drugprijzen tov inflatie in kaart te brengen. Hoe werkt dat? Ze noemen het kristallen. # fat puppies < # slim greybacks = kwaliteitsverlies Instituten roeien liever verder met wat de tijd brengt dus het gaat Goed, so say we all. |
Hier zou ik verscillende antworden kunnen geben. Niet de mijne,
De wijn die geschonken wordt, is weer is bedorven: 16+ is terug. Drooglegging weed en wildgroei coca GSM spelen elk hun rol. Nogal bizarre situatie om drugprijzen tov inflatie in kaart te brengen. Hoe werkt dat? Ze noemen het kristallen. # fat puppies < # slim greybacks = kwaliteitsverlies Instituten roeien liever verder met wat de tijd brengt dus het gaat Goed, so say we all. |
Citaat:
Onrechtstreeks komen we uiteraard bij het verlies van respect voor een hele boel beroepen buiten de sfeer van het hoger onderwijs, waar men zich vaak enkel via gezel-schap kan inwerken en die tot de fundamentele posities in een moderne, hoogtechnologische samenleving behoren. Zorgt een "gelijke kansen" in het hoger onderwijs voor het hogere drempel naar beroepen als bouwvakker, electricien, garagist, kuisvrouw &c.? Ik denk dat het verband niet ver weg valt in te zien. |
| Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 06:16. |
Forumsoftware: vBulletin®
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.
Content copyright ©2002 - 2020, Politics.be