Den Duisteren Duikboot |
7 december 2007 11:38 |
Het einde van België: een berustend essay
Het einde van België
Ik merkte hier onlangs op dat er een frappant verschil is tussen het Vlaams-nationalisme en het Belgisch-nationalisme. Het Vlaams-nationalisme is een typisch volksnationalisme, waarbij de natie samenvalt met het volk, d.w.z. met een culturele, etnische gemeenschap die zich bedient van dezelfde taal, dezelfde media, dezelfde politieke partijen, etc. Het Belgisch-nationalisme is daarentegen een liberale variant van het nationalisme, waarin de natie neutraal staat ten aanzien van culturele, etnische en taalverschillen, m.a.w. waarin men 'burger' is in plaats van 'samenstellend lid van het volk'. Ik beken dat mijn voorliefde uitgaat naar de liberale variant, en dus naar België. In de liberale variant is het ook helemaal niet problematisch dat de burger het volkslied niet kent. Volksliederen zijn vreemd aan de liberale variant.
Toch ben ik ervan overtuigd dat België geen toekomst meer heeft. Ofschoon ik dat betreur, zie ik weinig heil in allerhande pogingen om het uiteenvallen van België af te remmen; evenmin lijkt het mij een goed idee dit fragmentatieproces te bespoedigen. Zowel de Franstalige dwarsliggers als de Vlaamse separatisten hebben dus ongelijk. Het schijnt mij verstandiger toe het verdampen van België te begeleiden, en wel op een dusdanige manier dat de negatieve neveneffecten van dit proces zo goed en zo kwaad als het gaat voor de drie regio's worden getemperd.
De Europese naties zijn ontstaan in een lange periode waarin taalverschillen in wezen geen rol speelden, of beter: geen rol konden spelen. België is daar een evident voorbeeld van. Het was in den beginne een staat waar het stemrecht beperkt was tot een kleine kliek machtige en rijke bourgeois die zich bedienden van een gemeenschappelijke taal: het Frans. In de loop van de negentiende en in de eerste helft van de twintigste eeuw verwierven echter ook gewone lieden het recht om te stemmen. Aangezien deze gewone lieden grofweg konden verdeeld worden in een Germaanse en een Romaanse groep, begonnen taalverschillen een steeds grotere rol te spelen in de politieke beslissingsapparaten. De eentalige Belgische natie van bourgeois was, politiek gesproken, een meertalige natie van gewone mensen geworden.
De evolutie naar taalhomogene staten is overal in Europa aan de gang. Ze verzinnebeeldt de democratisering van de bestaande naties. De constructies van adel en burgerij maken plaats voor de constructies van de gewone mensen. Als democraten zouden we deze evolutie moeten toejuichen. Om verscheidene redenen doen we dat niet allemaal: intellectuelen zijn bevreesd voor een kerktorenmentaliteit; de idee waarin natie en volk samenvallen heeft door toedoen van extreem-rechts een wrange bijsmaak gekregen; het volksnationalisme staat haaks op het vooruitgangsgeloof; etc. Het zijn valabele tegenargumenten, maar volgens mij houden ze geen steek. Die kerktorenmentaliteit is er vandaag ook al; het argument tegen extreem-rechts is al te emotioneel geladen; het vooruitgangsgeloof is een ideaal waaraan men eerder vasthoudt omdat men denkt dat het zijn plicht is, dan dat men er nog werkelijk in gelooft.
Het fragmentatieproces begeleiden dus. De pijn verzachten. Een beetje morfine. Palliatieve zorgen. Het lijden niet nodeloos rekken, maar de patiënt ook niet eigenhandig vermoorden. Het meest heikele punt hieromtrent is uiteraard de Sociale Zekerheid. Daar wens ik nog twee aparte paragrafen aan te wijden.
In de Sociale Zekerheid voltrekt zich precies dié evolutie die onomkeerbaar lijkt en zichzelf tot het bittere einde versterkt, los van remmende of bespoedigende ingrepen. Door de regionalisering van steeds meer bevoegdheden die een impact hebben op de input- en outputzijde van de Sociale Zekerheid, groeit de spanning tussen de federale Sociale Zekerheid en de verschillende regionale beleidsbeslissingen. Als Wallonië een ander beleid voert inzake controle op werklozen - overigens: hun volste recht - dan worden billijke verhoudingen tussen Vlaamse en Waalse bijdragers en gerechtigden scheefgetrokken. De Antwerpse professor Bea Cantillon stelt daarom voor de regionale beleidsbeslissingen beter te coördineren en eventueel een systeem in te voeren van straffen en beloningen, met als critera de efficiënte en de effectiviteit van het regionaal gevoerde beleid. Mijns inziens zijn dit slechts lapmiddeltjes, die nodeloos een nieuwe bureaucratie in het leven roepen. Het is een poging de federale organisatie van de Sociale Zekerheid kunstmatig in leven te houden. Leuk geprobeerd, maar zinloos.
De Sociale Zekerheid moet dus gesplitst worden. Maar niet linea recta. Het splitsen van de Sociale Zekerheid zou vandaag een sociaal bloedbad ontketenen in Wallonië en Brussel. De splitsing moet goed voorbereid worden en bij voorkeur plaatsgrijpen wanneer a) de 'nieuwe staten' vastliggen (zie verder); b) de EU bereid is het splitsingsproces, dat onvermijdelijke kosten met zich meebrengt, financieel te ondersteunen; c) de 'transfers' in evenwicht zijn. Dat laatste zal wellicht niet meer lang op zich laten wachten, aangezien de Vlaamse pensioenkosten door een fellere vergrijzing het huidige onevenwicht tussen de regio's meer dan waarschijnlijk teniet zullen doen.
Tot slot moet men zich de vraag stellen welke nieuwe staten we willen. De Brusselaars zijn terecht bezorgd over de enge grenzen die hun gewest is toegemeten. Grenzen die niet beantwoorden aan de realiteit, die de indrukwekkende invloedssfeer van de metropool Brussel grondig miskennen. De 'Vlaamse' gemeenten rond Brussel, veelal de facto tweetalig, zijn op talloze wijzen betrokken op de stad. Hun inwoners maken gebruik van de werkgelegenheid die Brussel (m.n. voor Vlaamse hooggeschoolden) genereert, van de culturele faciliteiten, van de infrastructuur, etc. Een miskenning van deze invloedssfeer dreigt van fiscale autonomie een vergiftigd geschenk te maken voor de Brusselaars: de Vlamingen in de rand zouden in zo'n scenario fiscaal niet bijdragen aan een stad waarvan ze wel de vruchten plukken. Dit is ontoelaatbaar. De grenzen van het Brusselse Gewest moeten eerst hertekend worden vooraleer er sprake kan zijn van een definitieve splitsing van het land.
Den Duisteren Duikboot, 7 december 2007
|