Armoede 65-plussers sterk afgenomen
18-12-07
De armoede onder bejaarden is de afgelopen jaren spectaculair afgenomen. Dat staat in de Armoedemonitor van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
In 1996 leefde nog 20 procent van de 65-plussers onder de armoedegrens,
een grens die overeenkomt met 870 euro netto per maand voor een alleenstaande.
Twee jaar geleden was dat 7 procent en de verwachting is dat het volgend jaar 3 procent is.
Veel 65-plussers zijn er door gunstige belastingmaatregelen beter op geworden. Zo is in 2006 de ouderenkorting gestegen.
Er is jaren op gehamerd om de financiële situatie van bejaarden te verbeteren. Daarin lijken de achtereenvolgende kabinetten nu geslaagd.
Baan
Ook in het algemeen is de armoede gedaald. Cijfers van 2005 gaven nog een stijging van de armoede weer, maar tot en met 2008 is een daling te zien.
De economische groei speelt een rol bij de daling. Meer mensen die op de armoedegrens leefden, kregen een baan. Volgens de Armoedemonitor zijn ook gezinnen met kinderen erop vooruit gegaan.
De zogeheten armoedeval, die het voor werklozen onaantrekkelijk maakt om te werken doordat ze bijvoorbeeld huursubsidie verliezen als ze een baan krijgen, speelt nauwelijks een rol. Werklozen solliciteren er niet meer of minder door.
Kwetsbaar
Hoewel de armoede in Nederland afneemt, hebben mensen die tot de kleiner geworden groep armen behoren, steeds vaker moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
Het meest kwetsbaar zijn mensen met een bijstandsuitkering, niet-westerse allochtonen en één-ouder-gezinnen met minderjarige kinderen.