Volgens Vlaamse unitaristen bestaan er geen noemenswaardige verschillen binnen het Vlaamse Gewest. Dat is hun officieel dogma. Maar is dit wel zo? Het lijkt erop dat er zich niet alleen een Limburg-gevoel maar ook een Westhoek-gevoel aan de andere kant van het Vlaamse Gewest aan het ontwikkelen is.
In dit verband wil ik eens wijzen op een kultuurbeleidsplan van zuidelijke Westhoekgemeenten. Het lijkt er wel op dat de regionale referentiekaders voor veel Westhoekbewoners niet "
Vlaanderen" en "
België" zijn, maar wel "
Westhoek" (inklusief de Frans Westhoek, ofwel Frans-Vlaanderen), "
West-Vlaanderen" en "
Europa". Maar lees zelf maar.
Regionaal cultuurbeleidsplan zuidelijke Westhoek 2008-2013
http://www.poperinge.be/Documenten/Beleidsplan_CO7.pdf
In dit officiële beleidsplan -waarbij toch heel wat panelgesprekken met lokale kultuuraktoren werden gevoerd- staan toch wel enkele interessante passages.
Op blz. 36-37 in het hoofdstuk "
Bovengemeentelijke bestuursniveaus" kan men het volgende lezen:
Citaat:
blz. 37, hoofdstuk 2.4.3
De Provincie West-Vlaanderen is de belangrijkste intermediair naar het Europese niveau. Zij heeft een samenwerkingsovereenkomst met het Franse departement Nord-Pas de Calais. (...) De Provincie is ook partner of trekker in een aantal Europese programma's. Zij heeft kennis daarover en er zijn 'in huis contacten.
|
West-Vlaamse beleidsmakers vinden het West-Vlaamse beleidsnivo dus belangrijker dan het Vlaamse of Belgische. Dit spreekt in ieder geval de bewering van Vlaamse unitaristen tegen dat de provincies een overbodig bestuursnivo zijn.
Op blz. 23-27 in het hoofdstuk "
De Westhoek en zijn identiteiten" staat er een gans hoofdstuk over de identiteit van de Westhoekbewoners. Daar zitten enkele interessante passages tussen:
Citaat:
blz. 23, hoofdstuk 1.4.1
Streken zijn in. Er wordt vaak gesproken over regionalisering als tegenkracht van de globalisering en van een toenemende eenvormigheid die de verscheidenheid bedreigt.(...) 'Streekidentiteit' wordt zelfs hier en daar al een van de buzz-words van het nieuwe millenium genoemd.
|
Citaat:
blz. 23, hoofdstuk 1.4.2
Identiteiten, ook streekidentiteiten, zijn mensenwerk ofte sociale constructies. Zonder mensen geen identiteiten en geen streken.
|
Citaat:
blz. 24, hoofdstuk 1.4.2
Kenmerkend voor het spreken over streekidentiteiten is dat die identiteiten vaak verschillen naargelang van degenen die het erover hebben en hun doel. Daarom kunnen er op hetzelfde moment door verschillende mensen verschillende identiteiten worden geconstrueerd over één streek.
|
Citaat:
blz. 24, hoofdstuk 1.4.4
Het Strategisch Beleidsplan Toerisme en recreatie voor de Westhoek (1999) (...) beschrijft een dubbele relatie van toerisme met identiteit: toerisme maakt gebruik van de eigen kenmerken van de streek, maar toerisme versterkt die eigenheid ook. (...) Een van de centrale doelstellingen uit het plan luidt: "Het creëren van een kwaliteitsimago en het versterken van de economische, sociale en culturele identiteit van de Westhoek".
|
Beleidsmakers in de Westhoek promoten dus nu al de Westhoek-identiteit.
Citaat:
blz. 26, hoofdstuk 1.4.5
Wat is het Westhoekgevoel, het gezicht van de Westhoek, de identiteit van de streek en 'zijn mensen'? (...) in sommige groepen werd driftig gezocht naar kwalificaties die deel uitmaken van 'de eigenheid van de streek' die in de ogen van veel gesprekspartners wel degelijk bestaat, terwijl anderen deze kwestie afdeden als irrelevant en zelfs 'gevaarlijk': mensen zijn altijd behalve Westhoeker ook West-Vlaming, Europeaan, vader, moeder kind, sporter enz. enz.
|
Merk op dat er in deze opsomming NIET wordt gepraat over "
Vlaming" of "
Belg", maar wel over "
West-Vlaming" en "
Europeaan"! En dit in een lokaal beleidsdokument!
Citaat:
blz. 26, hoofdstuk 1.4.5
Er is in de zuidelijke Westhoek volgens velen wel degelijk een (bewezen) wil tot samenwerking en de streek wordt door haar bewoners als een geheel gepercipieerd, niet als kunstmatige constructie. Het idee dat er in de streek maar weinig inwijking is en een hechte sociale structuur, staaft die perceptie. Het Westhoekgevoel maakt deel uit van het zelfbeeld van de bewoners.
|
Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door blz. 26, hoofdstuk 1.4.5
Dat Westhoekgevoel belet niet dat er ook een lokaal '(deel)gemeentegevoel' leeften dat bij een aantal inwoners de fusie "nog niet is verteerd", met als gevolg een soort 'centrumfobie'.
|
Citaat:
blz. 26, hoofdstuk 1.4.5
Naast de positieve opvattingen over eigenheid gingen er ook stemmen op over de Westhoek als underdog, het Westhoekgevoel als minderwaardigheidsgevoel.
|
Met andere woorden: het Westhoek-gevoel bestaat, ook al ontkennen Vlaamse unitaristen dit omdat het toevallig niet in hun kraam past. Vlaamse unitaristen zullen dus moeten opletten dat ze in een "onafhankelijk" Vlaanderen geen koekje van eigen deeg gaan krijgen. In sommige streken lusten ze een "Vlaams" centralisme evenmin als een "Belgisch" centralisme. Als het Vlaamse Gewest onafhankelijk wordt zouden de eigen interne tegenstellingen wel eens naar boven kunnen komen.
Citaat:
blz. 27, hoofdstuk 1.4.5
Een aantal evident lijkende zaken die de eigenheid van de Westhoek mee zouden kunnen bepalen, bleven onaangeroerd in de gesprekken. Een daarvan is de streektaal. Hoewel toerisme 'het Westhoeks' in de markt zet als 'authentiek' -wat dat hier ook mag betekenen- en 'sappig', noemde vrijwel niemand dit als een element van identiteit. Het kan zijn dat de taal zo vanzelfsprekend is, dat ze een blinde plek vormt.
|
Dat zal volgens mij nog wel komen.
Citaat:
blz. 27, hoofdstuk 1.4.6
Regio's zijn geen eilanden, er is een voortdurende wisselwerking met omliggende gebieden en andere schaalniveaus. Deze 'glocalisatie', de wisselwerking van het lokaal en regionaal niveau met grotere gehelen, is zeer bepalend voor het ontwikkeling van streekidentiteiten.
|
Dit gaat evengoed op voor een Vlaamse, Waalse, Belgische, Benelux- of Europese identiteit.
Citaat:
blz. 27, hoofdstuk 1.4.7
Identiteit is een veelgebruikte maar problematische constructie. Kenmerkend voor cultuur is dat men net dit soort begrippen ter discussie stelt, bespreekbaar maakt, bevraagt, bekritiseert. Dat is een van de onvervreemdbare, prikkelende eigenschappen van cultuur en van een cultuurbeoefening die zich niet laat instrumentaliseren.
|
Daarom houden Vlaamse en andere unitaristen niet van vrije kultuur. Zij willen anderen hun eigen monokultuur opdringen en willen de mono-identiteit die ze alle inwoners van "hun" staat willen opleggen niet ter diskussie gesteld zien. Daarom mogen zij ook nooit het monopolie op de kultuur krijgen.