Los bericht bekijken
Oud 8 december 2022, 14:24   #1
De schoofzak
Secretaris-Generaal VN
 
De schoofzak's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 4 juli 2004
Berichten: 82.096
Standaard Hoe hautain is minister VdBroecke?

Hoe hautain kan men zijn, als Geldverbrander.

Ik zag de discussie met de huisarts in De Tafel van Vier.
https://www.goplay.be/video/de-tafel...ng-54#autoplay

Afgrijselijk pedant is die man. Maar hij werd redelijk goed op zijn plaats gezet.

En dan las ik zeer graag de mening van Jan Segers in HLN
https://www.hln.be/opinie/column-fra...lijk~a9dd8076/


Lees het onderstaande alsof het gequoted is, want dat gaat niet meer op het forum:


Het is gebeurd. Frank Vandenbroucke heeft zijn meerdere gevonden in een debat. Heeft in een debat zijn meerdere moeten erkennen, zou ik hier schrijven, was het niet dat de minister niet de gewoonte heeft om in wie dan ook zijn meerdere te erkennen, althans niet in zijn vakgebied, dat zich zoals bekend uitstrekt over alle regeringsdepartementen. Sofie Lemmens was het die hem eergisteravond de mond snoerde. Lemmens is een huisarts uit Kontich die er - het is een detail dat hier niet ter zake doet, maar daarom nog niet onvermeld hoeft te blijven - beter alsook blonder uitziet dan de gemiddelde huisarts en niet starstruck bleek bij de aanblik van Vandenbroucke. Hun debat vond plaats aan De Tafel van Vier van Gert Verhulst. Voor de minister een ongewone setting. Het liefst deelt Frank Vandenbroucke zijn wijsheid aan een tafel van één. Desnoods kan het ook aan een tafel van twee, al wordt hij dan naar zijn aanvoelen nodeloos onderbroken door Lisbeth Imbo of Annelies Beck. Maar in De Tafel van Vier werd hij door Sofie Lemmens kordaat op zijn plaats gezet. Naarmate het gesprek vorderde, ging Frank Vandenbroucke steeds vaker en minzamer glimlachen. Dan weet je: Frank ziet af.

Ons sociaal verkeer wordt geregeld door conventies. Een glimlach geldt als een teken van welbevinden, van amusement en contentement. Niet zo bij Frank Vandenbroucke. Hij maakt van de glimlach oneigenlijk gebruik. De zijne verraadt ongemak, ergernis, zenuwachtigheid, ironie. Onnatuurlijker wordt een gelaatsuitdrukking niet, of het moest die ernstige frons in het voorhoofd van Eden Hazard zijn, maar oef, daar zijn we nu eindelijk vanaf.

Gert Verhulst: ‘Kunnen we daar iets aan doen, aan al die klachten van huisartsen?’ Minister Vandenbrou?*c?*ke: ‘Jazeker, we doen daar al iets aan.’ Huisarts Lemmens: ‘Ja? Wij voelen daar niets van.’ Waarop de minister in glimlachmo?*dus ging zoals een voetballer in krampen gaat

Sofie Lemmens betoogde bij Gert dat huisartsen vandaag met veel te weinig zijn voor veel te veel patiënten. Het is te zeggen: er zijn niet te veel patiënten, maar één op de twee mensen die de huisarts raadplegen, hebben daar volgens Lemmens niets te zoeken. Ze komen een medisch attest eisen voor een wapenvergunning. Ze komen een briefje voor school halen: dat dochterlief wegens hoogtevrees is vrijgesteld van de lessen muurklimmen. Ze komen naar de dokter om hun hart te luchten of hun gewichtsverlies te meten, omdat de psychologe en de diëtiste zestig euro kosten en de dokter een bespottelijke vier euro, en voor de meest kwetsbaren onder ons één euro, de prijs van drie sigaretten.

Verhulst: “Kunnen we daar iets aan doen, aan al die klachten?” Vandenbroucke: “Jazeker, we doen daar al iets aan.” Lemmens: “Ja? Wij voelen daar niets van." Waarop de minister in glimlachmodus ging als een voetballer in krampen: “Ja maar, Sofie, wacht even." In de ministerraad weten ze dan: nu begint de professor aan een monoloog van drieëntwintig minuten waartijdens hij door de verzamelde lichtgewichten in de regering niet van repliek wenst te worden gediend. Niet zo aan De Tafel van Vier.

U kunt dat nu wel zeggen, maar ik sta in het veld, u niet. Ik zie elke dag dertig patiënten. Ik zal het toch wel weten, zeker?
Sofie Lemmens, huisarts

“Wij zijn te toegankelijk”, wierp de huisarts hem voor de voeten. “Ja maar, wacht even”, herhaalde de minister, en weer glimlachte hij. Onwetenden zouden die glimlach duiden als een uiting van mildheid en empathie. Kenners weten dat het bij Frank Vandenbroucke een blijk van betutteling en irritatie betreft. “Ik kan me niet inbeelden”, sprak Vandenbroucke, “dat mensen voor hun plezier bij u in de wachtkamer komen zitten." In dat geval lijdt de minister aan een gebrek aan verbeelding. Sofie Lemmens gaf hem lik op stuk. “U kunt dat nu wel zeggen, maar ik sta in het veld, u niet. Ik zie elke dag dertig patiënten. Ik zal het toch wel weten, zeker?”

Om de mond van Frank Vandenbroucke ontvouwde zich een schijnbaar verzaligde glimlach, in werkelijkheid een ultiem teken van frustratie. “Ik zal het toch wel weten?” Vandenbroucke liet de woorden tot zich doordringen. Voor wie, zoals hij, altijd alles beter weet, was dat het genadeschot. Zelfs het laatste woord was hem door Gert Verhulst niet gegund. Voor vanmiddag heeft de minister een tafeltje voor twee geboekt: voor hem en zijn gelijk.
__________________
Vlaanderen is niet van iedereen. Vlaanderen is enkel van hen die een inspanning doen om ertoe te behoren.

De grendel-grondwet moet wijken om eindelijk de broodnodige veranderingen te kunnen doorvoeren. Nadien kan de grondwet herstemd worden. Dat is nog gebeurd.

Ik heb de partij gesticht op drie lijnen: Vlaams en Europees, vrij en verantwoordelijk, en sterk en sociaal. Vandaag is dat de grondstroom in Vlaanderen. Geert Bourgeois (N-VA)
De schoofzak is offline   Met citaat antwoorden