Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Superstaaf®
Veel zal afhangen van de vraagstelling.
Wie gaat welke vragen stellen, en vanuit welke politieke achtergrond?
Wie bepaalt het percentage vanwaaraf een referendum bindend wordt?
Verplichte opkomst?
Wie kiest de vraagstellers?
Zijn alle onderwerpen referendum-geschikt?
Ook even opmerken, dat je voorbeeldje over de afgeketste ministerweddes in Zwitserland eerder demagogisch overkomt om tegenstanders te doen wankelen. 
|
Enkele korte opmerkingen:
* Wie gaat welke vragen stellen?
==> Het gaat over het referendum op volksinitiatief. Gelijk wie kan dus een vraag stellen, indien hij genoeg medeburgers vindt die hun handtekening willen geven voor het referendum-initiatief. In Zwitserland zijn op federaal niveau 100.000 handtekeningen vereist, voor pakweg 6.000.000 inwoners. Er is wel een controle over de eenheid van onderwerp: de vraag moet één aangelegenheid behandelen.
* Wie bepaalt wanneer het referendum bindend wordt?
==> Het volksreferendum is altijd bindend, vermits het volk de soeverein is. Iedere burger kan op gelijke wijze meestemmen. Wie niet meestemt, wordt geacht een mandaat te geven aan diegenen die wel stemmen. De verzameling van aan de referendum-stemming deelnemende burgers fungeert dus als een parlement ad hoc, gemandateerd voor het onderwerp dat ter stemming voorligt. Je kiest jezelf in dit parlement door effectief te gaan stemmen. Van opkomstplicht is dus geen sprake.
* Zijn alle onderwerpen geschikt?
==> Vermits het volk soeverein is kan over alles worden gestemd. De Zwitsers zouden per referendum perfect de doodstraf kunnen invoeren, de landsgrenzen kunnen afsluiten, of de belastingen afschaffen.
Dat over alle onderwerpen kan gestemd worden, is alleen maar raar voor mensen die het bijgeloof aanhangen, volgens hetwelke de leden van de politieke elite moreel superieur zijn aan de heffe des volks. Voor dit bijgeloof is geen enkel bewijs.
* Wie kiest de vraagstellers?
==> Uit het bovenstaande blijkt dat dit de burgers zijn; zij plegen hun handtekening namelijk niet te geven voor onnozele of dubbelzinnige vragen.
Tenslotte: er is niets demagogisch aan de vaststelling, dat burgers langs direct-democratische weg de weddes van toppolitici moeten kunnen controleren. Demagogisch is daarentegen de vaak gehoorde bewering, als zouden deze weddes te laag zijn. Integendeel: particratie berust ondermeer op te hoge betaling van parlementsleden. Juist daardoor wordt hun post aantrekkelijk, en gaan zij zich onderwerpen aan de oekazes van hun partijtop. Een bijkomend ideologisch voordeel is, dat door het riante inkomen de parlementairen zich vlotter identificeren met de belangen van de poenscheppende klasse. Demagogisch is, om het als normaal voor te stellen dat parlementairen, in tegenstelling tot Jan Modaal, vrij over hun eigen weddes en andere voordelen moeten kunnen beslissen. En verder: het is niet voor niets, dat het referendum in de 19de eeuw een socialistische eis was, die niet alleen in de programma's van de SPD maar ook bij de stichting van onze eigen BWP vooraan stond; ook in Zwitserland zijn het de socialisten geweest, die het referendum erdoor hebben gekregen. Het gedegenereerde socialisme van de 20ste eeuw heeft iedere notie van reële democratie allang verloren.