Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Zucht
Nochtans zou je algemene relativiteit kunnen samenvatten als :
- De ruimte-tijd kromming bepaalt hoe energie/massa beweegt
- Energie/massa bepaalt de ruimte-tijd kromming.
Dus, energie/massa bepaalt zelf haar eigen bewegingen in ruimte-tijd door bemiddeling van de kromming in ruimte-tijd die ze zelf veroorzaakt. Deze 2 factoren staan zo ook expliciet in de AR vergelijking.
Ander voorbeeld, hoe pas je dat "mover" principe toe in radioactief alpha-decay ? Een zware kern stoot een alpha deeltje uit dat met een bepaalde energie onafhankelijk door de ruimte beweegt, terwijl de kern ook beweegt via het "terugslag" effect.
Welke mover heeft dat deeltje buitengesmeten ? Deze vorm van radio-activieit is een manifestatie van quantum-tunneling, dus eigenlijk het gevolg van een "waarschijnlijkheids" functie. Er is niets dat dat alpha deeltje op een gegeven moment een zetje geeft.
Puur filosofisch stoot je voortdurend op paradoxen in de natuur, zelfs in de klassieke mechanica, laat staan in minder-intuïtieve domeinen zoals speciale relativiteit. Die kan je nooit oplossen door puur filosofische woord-tovenarij. Alleen met een blad papier, een pen en de uitwerking van de formules kom je tot resultaat.
Zelfs een eeuwenoude paradox als die van Achilles en de schildpad kan je maar op een bevredigende manier oplossen door het probleem uit te werken met kennis van convergerende oneindige reeksen in de rekenkunde.
Al die filosofie is misschien leuk om onder gelijkgezinden wat te neuten, maar het lijkt me nogal naïef (persoonlijk zou ik zeggen "dwaas", maar laten we beleefd blijven op het forum) om anderen te willen overtuigen dat het enige waarde heeft voor de verklaring van cosmolgische fenomenen en principes . Al is het wel interessant omwille van zijn historisch aspect.
|
Amen.
Het is het mooie aan wiskunde en natuurkunde he: dingen waar men eeuwen over heeft zitten leuteren, blijken op onverwachte wijze een oplossing te kennen waar geen een van die leuteraars ooit aan gedacht had dat het conceptueel mogelijk was.
Maar daar wilde ik ook op wijzen: die leuteraars waren niet noodzakelijk onnozelaars ; en het wil dus zeggen dat het menselijk denken serieus moeilijk op gang is gekomen, dat die oefening verdraaid moeilijk is.