Alle verschijning is dus uit de Geest, waarbij we goed moet letten op het woord en de betekenis van UIT, wat zowel betekent dat het UIT de Geest vandaan komt, en dus zelf Geest is, maar ook dat het er UIT is, dus niet meer de Geest zelf is.
Het eerste is het als gedachte en het tweede als verschijning voor de zinnen.
Want als ik zeg: "dit een boom", dan is boom een gedachte, maar ook een verschijning voor het oog.
Beide zijn verschillend, maar ook gelijk, wat uitgedrukt wordt in het begrip EENHEID.
Het is de eenheid van denken en waarnemen.
Hetzelfde met het feit dan ik een boom kan zien, maar ook betasten.
Beide zijn verschillend, maar ook gelijk, want zowel het zien en het bestasten betreffen dezelfde boom, maar op verschillende wijze waargenomen.
Het is de eenheid der zinnen.
En zo kan ik de boom ook nog ruiken: de stam en de bladeren en de wortels.
|