Hoofdstuk 6: Gevolgen van niet-monotone logica voor de bewijslast in besluiten
6.1. Niet-monotone logica: wanneer het axiomasysteem verschuift
In de klassieke logica geldt het monotonieprincipe: wie eenmaal uit een set premissen een geldige conclusie heeft afgeleid, behoudt die conclusie ook wanneer er bijkomende informatie aan de premissen wordt toegevoegd. Met andere woorden: wat waar is op tijdstip t?, blijft waar op t?, zelfs al zijn er extra gegevens bekend. Dit principe garandeert stabiliteit binnen een vast axiomasysteem[1].
De juridische werkelijkheid gehoorzaamt echter niet altijd aan dit model...
6.2. Artikel 449bis WIB 92: de kern van ernstige fiscale fraude
Met de invoering van artikel 449bis WIB 92 creëerde de Belgische wetgever een autonoom misdrijf...
6.3. Lex specialis en de surjectieve projectie van het Strafwetboek
Meerdere bepalingen uit het Strafwetboek (bv. artikelen 193, 196 en 197 Sw.) worden via een juridische surjectie geprojecteerd op één enkel misdrijf...
6.4. De wijziging van het axiomasysteem: verjaring als voorbeeld
De verjaringsregeling illustreert perfect hoe een nieuw misdrijf ook de temporele structuur wijzigt...
6.5. Rechterlijke verplichtingen en motiveringsplichten
In een niet-monotoon systeem moet de rechter méér motiveren...
6.6. Bewijs uit het ongerijmde: wanneer vervolging zichzelf tegenspreekt
Zelfs indien art. 197 Sw. van toepassing zou zijn, lijkt de vervolging onhoudbaar...
6.7. Overheidsinitiatief zonder burgerlijke partijstelling
De FOD Financiën initieerde het dossier, maar stelde zich nooit burgerlijke partij...
6.8. Een filosofische noot: denken in beweging
Niet-monotone logica herinnert eraan dat juridische waarheid geen statisch gegeven is...
6.9. Slot: van spelregels naar schaakspel
In de voorafgaande hoofdstukken leerden we de spelregels van het juridisch denken...
Voetnoten
1. Zie bv. W. Hodges, Logic, Penguin Books, 2001, p. 132.
2. N. Lobatschevsky, Geometrical Researches on the Theory of Parallels, 1840.
3. T. Jech, Set Theory, Springer, 2003.
4. Parl. St. Kamer 2012-2013, nr. 53-3019/1, p. 12-14.
5. Cass. 14 maart 2017, AR P.16.0484.N.
6. CE (Fr.) 21 juni 2010, req. n° 312736.
7. HR 4 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA1840.
8. Cass. 14 mei 2019, AR P.18.1032.F.
9. EHRM, Garc?*a Ruiz t. Spanje, 21 januari 1999, nr. 30544/96.
10. H.-G. Gadamer, Wahrheit und Methode, Tübingen, Mohr Siebeck, 1960.
Paul
__________________
Ik werd nooit betaald om de dingen juist te schrijven, maar wel om de juiste dingen te schrijven
|