Ach ja, de tijden zijn veranderd.
Toen ik nog advocaat was in België moesten we onze vuilnis nog niet sorteren want Agalev bestond nog niet en roken was overal toegestaan behalve in de zittingzaal.
Het gerechtsgebouw aan de Britselei lag vol sigarettenpeukjes maar geen probleem, de kuisvrouwen in dienst van het ministerie van justitie kwamen elke dag alles opkuisen.
Toen leefde meester Era nog. Meester Era had geen vaste woonplaats. Telkens hij kwam pleiten had hij zijn valies mee en daar zat ook zijn kledij in, zijn dossiers, kortom, hij was een landloper, maar in die tijd werd hij aanvaard als advocaat en niet geschrapt zoals nu het geval zou zijn. Uiteindelijk is Meester Era gestorven aan leverkanker (teveel gezopen)
Ook Meester Mon Lauwers is gestorven aan leverkanker wegens teveel zuipen. Hij had zijn kantoor naast de hoerenkoten in de Van Stralenstraat. Met de hoeren had hij veel plezier. Later verhuisde hij naar de Justitiestraat.
En dan Meester Wilmots, een rijke ouwe man die al de landlopers en de geinterneerden verdedigde voor een honorarium van 300 frank. Meester Wilmots stonk uren in de wind want hij waste zich nooit en hij was lid van de VMO.
En dan Meester Speyer zaliger die zijn vrouw in het midden van de nacht wakker maakte om een conclusie (= schriftelijk pleidooi) te tikken (in die tijd bestonden er nog geen computers)
De stagiairs advocaten die hun stage bij hem deden vertelden mij dat Meester Speyer ( een Antwerpse jood) zijn vrouw elk jaar een pelsenfrak gaf als vergoeding voor het tikken van zijn brieven op de tikmachine (geen computer want dat bestond nog niet)
Elk jaar bij het einde van het gerechtelijk jaar in juni, gingen wij met zijn allen naar de Schuttershofstraat naar het cafeetje de Gounod, en tot ‘s morgens werd er gevierd en de champagne vloeide bij beken.
Ach ja destijds waren er kleurrijke figuren aan de Balie van Antwerpen.
Meester Fred Erdman (van de socialisten maar wel een jood) weet er alles van, want hij is nog altijd aan de Balie van Antwerpen.
Al die mensen die ik vernoemd heb zijn al dood, behalve de Fred Erdman, maar ik wil jullie wel zeggen dat zij goede en eerlijke advocaten waren.
Destijds was het heerlijk om advocaat te zijn aan de Balie van Antwerpen.
Tegenwoordig is het niet meer zo leuk. (heb ik vernomen van mijn confraters)
Ik herinner mij nog toen er een staking was van de horeca in Antwerpen. Rond 13:00 uur wilden wij, advocaten, wel ergens gaan eten en drinken maar alle restaurants en cafe’s waren gesloten.
Onze confrater meester Van Geertruyden (ook al dood) zei dat de cafeetjes van de dokwerkers nooit sluiten. Wij allemaal naar de haven en inderdaad waren die cafeetjes niet gesloten. Wij begonnen daar te zuipen en te trakteren en die dokwerkers hadden dat nog nooit meegemaakt. Ze hadden nog nooit zoveel Mercedessen en Jaguars en BMW gezien en ook nog nooit zoveel advocaten.
Ondertussen woon ik al twintig (20) jaar in Indonesië en hier ben ik ook advocaat maar hier is het beroep van advocaat geheel anders.
Dat zal ik in een andere mail uitleggen want nu moet ik naar de gevangenis om een cliënt te gaan bezoeken. Hij is een Griek. De Griekse ambassade in Jakarta heeft mij verzocht om hem te verdedigen omdat ik Modern-Grieks spreek.
Ik wil niet stoeffen maar ik spreek inderdaad vloeiend Modern-Grieks, Zweeds, Frans, Engels, Duits, Indonesisch en Soendanees (= West-Javaans)
Het is hier nu 18:46, dus in den Belgik 12:46 uur 's middags
Met Vlaamse groeten
|