Oorspronkelijk geplaatst door BasHeijn
[...]
En het mes snijdt aan twee kanten. Diende de notie van de multiculturele samenleving in het verleden bij de meeste autochtone Nederlanders vrijwel altijd als excuus om de Ander ongevaarlijk anders te laten zijn en dus ongemoeid, na 11 september is dat voorgoed onmogelijk geworden. Het onvermijdelijke integratieproces van migranten - tenslotte is behoud van eigen cultuur door de opeenvolgende generaties alleen mogelijk in de vorm van nostalgie en folklore - dwingt de dominante cultuur ook hen werkelijk als volwaardige Nederlanders te zien. De mythe van het tijdelijke verblijf werd van beide kanten, allochtonen en autochtonen, in stand gehouden; het kwam iedereen goed uit, ogenschijnlijk met de beste bedoelingen. Die wederzijdse ontnuchtering lijkt me een goede zaak.
En de dreiging van het terrorisme? En de botsing der culturen? In een toespraak die de schrijver V. S. Naipaul een aantal jaren geleden hield met de titel Our Universal Civilization, opgenomen in zijn zojuist verschenen verzamelde essays, noemt hij het islamitisch fundamentalisme een vorm van philosophical hysteria. Dat is mooi en voornaam op z'n Naipauls uitgedrukt en geeft de neurotische schijnlogica van Bin Laden en de zijnen fraai weer. Wanneer de islam als een absoluut geloof het maatschappelijke leven volledig koloniseert, komt ze tegenwoordig onherroepelijk in botsing met andere werkelijkheden, zoals de westerse wereld, of geïmporteerd Amerikaans materialisme - en het is die gespletenheid die een extreme uitweg zoekt, in brute ideologie of in terreur.
Hoe moeten wij ons daartegen wapenen? Is dat wel mogelijk? De schrijver Naipaul zelf is een migrant die, zoals hij het uitdrukt, van de periferie naar het centrum is getrokken, omdat hij alleen daar volledig aan zijn roeping als schrijver kon gehoorzamen. De organisatoren van zijn lezing gaven hem vooraf een lijstje met vragen, die hem misschien op ideeën zouden brengen: ,,Zijn wij - zijn gemeenschappen - slechts zo sterk als onze overtuigingen? Is het voldoende om overtuigingen of een ethisch gezichtspunt hartstochtelijk te koesteren? Waarmerkt de hartstocht de ethiek? Zijn overtuigingen of ethische gezichtpunten willekeurig, of vertegenwoordigen ze iets essentieels in de culturen waarin ze gedijen?''
Naipaul signaleert de angstvalligheid van zulke vragen, de onderhuidse twijfel of onze waarden wel stand zullen houden tegenover religieus extremisme. Maar voor hem is het juist de pessimistische ondertoon van zulke vragen, de impliciete schroom voor al te grote stelligheid die eruit spreekt, die de kracht vormt van de beschaving waaruit ze voortkomen. Het is Naipauls vaste overtuiging dat wanneer filosofische hysterie tegenover filosofische bedeesdheid komt te staan, de beschroomde man uiteindelijk het overwicht zal krijgen.
Die lezing hield Naipaul ruim voor 11 september 2001 en hoewel hij als geen ander de gevaarlijke gespletenheid van de islamitische fundamentalisten heeft beschreven, denk ik niet dat zijn overtuiging door de aanslagen in Amerika ingrijpend veranderd zal zijn. Veel van de opgeblazen retoriek van de huidige Hollandse zondagsdenkers (,,Er is iets mis met de islam!'') ademt de geest van een soortgelijke filosofische hysterie de normen en waarden van de westerse wereld staan ineens geen twijfel meer toe en moeten rotsvast in marmer worden gebeiteld, anders worden we onherroepelijk het slachtoffer van extremisme of ons eigen cultuurrelativisme. Het kan niet snel genoeg oorlog zijn.
Dat dit een tijd is waarin bedeesdheid en zelfonderzoek niet op prijs worden gesteld, blijkt uit de taal die door de nieuwe bewindslieden wordt gebezigd. De lukrake klaroenstoten van Fortuyn worden door zijn erfgenamen her en der gebruikt als bindmiddel tegen een gemeenschappelijke vijand, die zich tot onze ontzetting binnen de poorten blijkt te bevinden. Het al te rooskleurige mensbeeld dat ten grondslag lag aan het idee van het multiculturalisme, lijkt vervangen door een permanent wantrouwen, dat door geen enkele aanpassing meer kan worden weggenomen. Dat bepaalde westerse waarden universeel genoemd kunnen worden, is niet langer voldoende. Die westerse waarden zijn onomstotelijk superieur en dus onvervreemdbaar westers; wie er niet voor wenst te buigen, kan een schop onder zijn kont krijgen. Het is een veeg teken dat in het huidige politieke klimaat bepaalde grondrechten verdedigd worden door andere uit te hollen.
Wat was het doel van de aanslagen op 11 september? Het doel van alle vormen van terrorisme van de laatste honderd jaar: destabilisatie door angst, het uitlokken van een extreme reactie en vervolgens chaos en vernietiging. Terrorisme is altijd een vorm van nihilisme en in zijn succes ligt ook altijd zijn ondergang besloten. Afgezien van die massale bekering tot de islam in Nederland, zal Osama bin Laden beoogd hebben dat het westen, in de eerste plaats Amerika, het masker van onaangedane superioriteit liet vallen en zijn onverzoenlijke gezicht toonde. Dat is hem aardig gelukt, niet alleen in Amerika.
Een samenleving die in zijn overtuigingen gelooft, hoeft zichzelf niet voortdurend als superieur te etaleren. Wanneer we ons gevoel van eigenwaarde ten koste laten gaan van onze eigen waarden, bestaat het gevaar dat ons wereldbeeld even scheef en claustrofobisch wordt als dat van Osama bin Laden in zijn grot. Zoals Naipaul aangeeft: wie aan zichzelf twijfelt, hoeft nog niet zwak te zijn.
|