In de opkomst is een traditioneel patroon te zien: de zuidelijke gebieden hebben gemiddeld de laagste opkomst, de gemeentes in de Bijbelband en andere kleine gemeentes boven de rivieren hebben de hoogste opkomst.
In de lijst van extremen staan bij de hoge opkomsten de Waddeneilanden bovenaan, waar naast de hoge opkomst van de autochtone bevolking ook veel toeristen meestemmen. Daardoor ligt bij de Tweede-Kamerverkiezingen op bijv. het duizend inwoners tellende Schiermonnikoog de opkomst doorgaans boven de 100% (mei 2002: 119,5%, mei 1998: 114,9%). De laatste Kamerverkiezingen van 2003 waren echter in januari en dan zijn er nauwelijks toeristen, waardoor de opkomst 'slechts' 91,3% bedroeg.
Bij de laagste opkomsten vallen de stedelijke en Brabantse gemeentes op. Rucphen staat traditioneel bij de laagste opkomsten. Het verrast trouwens ook nogal eens met opmerkelijke uitslagen. In 2002 haalde de LPF er bijv. een zeer hoge score (30,5%), en eerder de CD van Janmaat en de Boerenpartij van Koekkoek. Een echte verklaring voor het grote ongenoegen over de politiek in deze gemeente, dat zich uit in thuisblijven of op partijen stemmen die tegen de gevestigde orde ingaan, is nog niet gevonden. Misschien komt het door de vele handarbeiders (bouwvakkers, grondwerkers), die over het algemeen vrij zelfstandig ingesteld zijn en weinig moeten hebben van bemoeizucht van de overheid.
Vijf gemeentes met de hoogste opkomst:
92,6% Schiermonnikoog
84,9% Vlieland
82,4% Ameland
82,4% Terschelling
82,0% Rozendaal
Vijf gemeentes met de laagste opkomst:
49,8% Rucphen
49,8% Tilburg
52,2% Zundert (buurgemeente van Rucphen)
53,1% Den Haag
53,4% Rotterdam
De cijfers en kaartjes per provincie en gemeente zijn te vinden op
www.verkiezingsuitslagen.nl