ANTWERPEN -- Van de leerlingen in het Antwerpse basisonderwijs heeft 34 procent ouders die het Nederlands niet als moedertaal hebben. In de Antwerpse binnenstad loopt dat aandeel zelfs op tot 58 procent, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Op basis daarvan werd beslist dat Antwerpse scholen allochtone leerlingen mogen doorverwijzen als ze meer dan 44 procent kinderen hebben met niet-Nederlandstalige ouders.
De cijfers komen uit een grootschalig onderzoek in opdracht van het Lokaal Overlegplatform (LOP). Het materiaal werd de voorbije weken verspreid onder de 221 kleuter- en lagere scholen, met een bijkomend actieplan.
Voor het eerst in de geschiedenis is immers volgens de Antwerpse professor Paul Mahieu, voorzitter van het LOP in het basisonderwijs, sprake van een zeer goed netoverschrijdende samenwerking om leerlingen op te vangen en te begeleiden.
Het cijfermateriaal werd verzameld op basis van verklaringen van de ouders, die bij inschrijving van de kinderen op erewoord moesten meedelen of thuis het Nederlands als moedertaal werd gehanteerd.
Dat gemiddeld 58 procent binnen de Ring en 34 procent in heel Antwerpen kinderen van niet-Nederlandstalige ouders heeft, geeft volgens de onderzoekers ook aan dat sommige scholen ver boven dat gemiddelde zitten en andere ver eronder.
Zes onderwijsinstellingen halen geen tien procent leerlingen van vreemde origine, een hele reeks zit boven de 90 procent. ,,Twee derde van de niet-Nederlandstalige kinderen zit in een vierde van de Antwerpse scholen'', aldus Mahieu.
Het onderzoek gaat zowel over het stedelijke als over het gemeenschaps- en vrij onderwijs; daarin zit volgens Paul Mahieu de enorme winst.
Naast registratie werd immers afgesproken op een verantwoorde manier voor eventuele doorverwijzing te zorgen, als een school tien procent boven het gemiddelde zit. ,,Het onderwijsdecreet laat doorverwijzing toe, zodra die tien procent surplus is bereikt'', zegt Mahieu.
Hij wil het niet hebben over een spreidingsplan. Het recht op inschrijving is gewaarborgd, het staat de school vrij om over doorverwijzing te beslissen. Gaan de ouders daar niet mee akkoord, is bemiddeling aangewezen. Precies om ouders te helpen bij een andere schoolkeuze, heeft volgens professor Mahieu een schitterend overleg plaatsgevonden tussen de netten.
,,Ze hebben nu allemaal materiaal, waarmee hen onmiddellijk duidelijk wordt welke school in de omgeving een goed alternatief kan zijn voor de leerlingen en de ouders.''
In het Antwerps kleuter- en lager onderwijs zitten over alle netten 50.991 kinderen.
28/06/2003
Guy Fransen
bron: De Standaard
__________________
Live free or die.
|