Inburgeringstoest al doen in land van herkomst
Inburgeringstoets in buitenland kan beginnen DEN HAAG (ANP) - Migranten die naar Nederland willen komen, moeten vanaf maart in het land van herkomst een inburgeringsexamen afleggen. Een meerderheid van de Tweede Kamer gaf minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) donderdag het groene licht om met de toets te beginnen. Maar dat kan volgens de Kamer alleen zolang de kandidaten maar niet de dupe worden van de kinderziekten die zich nog zullen voordoen. ,,Een historisch moment'', zei de opgetogen VVD-bewindsvrouw na afloop van het overleg. Volgens haar durft Nederland voor het eerst eisen te stellen aan migranten van buiten de Europese Unie die zich hier in het kader van gezinshereniging of -vorming willen vestigen. Nu zijn veel huwelijksmigranten niet goed voorbereid op een leven in onze samenleving. De verplichte inburgering in het buitenland dwingt hen om zich daar al in het thuisland op voor te bereiden. Ze moeten op een ambassade of consulaat een examen gaan afleggen dat de kennis van de Nederlandse taal en samenleving toetst. Dat gebeurt in het Nederlands via een telefonische verbinding met een computer met spraakherkenning. Over de kwaliteit en betrouwbaarheid van die nieuwe technologie (phonepass-systeem) lopen de meningen van deskundigen uiteen. Maar Verdonk nam op basis van een advies van onderzoeksinstituut TNO het besluit het systeem alvast in te voeren en een en ander ondertussen in de praktijk te onderzoeken om waar nodig de kwaliteit te verbeteren. Volgens haar zijn er inmiddels voldoende waarborgen om ermee te beginnen. Zo worden de computeruitslagen van de eerste vijfhonderd kandidaten tijdelijk opnieuw bekeken door vier examinatoren in Nederland om te voorkomen dat iemand onterecht zakt. Als er verschillen zijn, geldt volgens Verdonk het gunstigste oordeel. Bij technische problemen mag een kandidaat het examen gratis overdoen. Ook zal een onafhankelijke commissie van deskundigen het hele proces volgen en de resultaten bekijken. Daarnaast zal TNO een wetenschappelijk eindoordeel geven, waarna de Kamer erover spreekt.
|