In De Tijd van vandaag staat een zeer interessant opiniestuk over de mogelijkheden om het productiemonopolie van Electrabel te doorbreken: het veilen van de kernenergiecentrales vormt hierin een belangrijk onderdeel. De vraag is dus of Vandelanotte, die gisteren nog sterke kritiek had op het monopolie van Electrabel, bereid is om ook de consequentie te aanvaarden dat kernenergie als productiepoot moet behouden blijven?
Citaat:
Paarse stroom
Achter de populistische uitspraken van sp.a-voorzitter Johan Vande Lanotte over de monsterwinsten die bepaalde elektriciteitsbedrijven maken, schuilt een grond van economische waarheid. Door als enig elektriciteitsbedrijf in België met haast afgeschreven kerncentrales te werken, realiseert Electrabel monopoliewinsten. De hoge investeringskosten en het grootste deel van de afbraakkosten van kerncentrales heeft de Belgische verbruiker al betaald. De prijs voor de elektriciteit wordt mee bepaald door de duurste brandstof van het ogenblik, aardgas. Electrabel haalt liefst 60 procent van zijn productie uit bijna afgeschreven kerncentrales. Het realiseert zo een aanzienlijke bonus tegenover de eenheidsprijs.
Maar dat is legaal in een markteconomie. Het is zelfs een bewijs van goed ondernemersschap. Toch kunnen daar in de huidige economische context enkele vraagtekens bij geplaatst worden. Concurrenten hebben niet langer het recht ook kerncentrales te bouwen. Ze strijden op de Belgische markt met ongelijke wapens. Het is dan ook geen wonder dat de concurrenten zo weinig marktaandeel veroveren, en dat sommige als het Duitse RWE zelfs afhaken. Voor grootschalige productie is niemand tegen Electrabel opgewassen. De London School of Economics onderkende dat probleem in een studie over de liberalisering van de Belgische markt. De auteurs adviseerden een groot deel van het elektriciteitspark te veilen, zodat een meer reële vrije markt ontstaat.
Voor de ergernis van Vande Lanotte en de noodzaak om te komen tot een eerlijke liberalisering van de elektriciteitssector bestaat een oplossing. De staat kan Electrabel verplichten een deel van zijn afgeschreven kerncentrales te veilen, zodat ook andere concurrenten met gelijke wapens kunnen strijden. Maar daarvoor moet de regering terugkomen op de verplichte afbouw van de kerncentrales na 40 jaar productie. In die context zijn de huidige kerncentrales weinig of niets meer waard. Een verlenging van de levensduur met 20 jaar, zoals Nederland onlangs besliste voor zijn centrale in Borssele, komt iedereen ten goede. Het geeft de regering meteen een sterk argument om met Electrabel te onderhandelen over zijn huidige kernpark. Ze kan het bedrijf dan verplichten tot een veiling tegen aantrekkelijke voorwaarden.
Dat scenario heeft enkel voordelen. Het verlost de elektriciteitsverbruiker van de angst dat door de sluiting van de kerncentrales een tekort gaat ontstaan. Als de kerncentrales worden gesloten, is het enige alternatief massaal te investeren in aardgascentrales en in warmtekrachtkoppeling, wat de prijs ongetwijfeld voor jaren zou opdrijven.
Als er een veiling komt, blijft de elektriciteitsprijs nog jaren stabiel. Dan krijgt Vande Lanotte de tempering van de energie-uitgaven die de sp.a beoogt. Maar ook de markt is blij, want op de Belgische elektriciteitsmarkt ontstaat weer een eerlijke concurrentie. Zowel de socialisten als de liberalen krijgen met die paarse stroom wat ze willen: goedkope elektriciteit en vrijere handel.
Wouter Kongs
|