Via mijn werk kom ik nu meer in contact met moslims. We gaan collegiaal en vriendschappelijk met elkaar om, totdat discussies over godsdienst en vrijdenken komen binnenwaaien. Het wordt een welles-nietesspel.
Er worden Koranteksten afgedramd, ondersteund met agressieve gebaren als argumentatie.
Vooral wanneer ik de relativiteit van waarden en normen wens te bespreken. Wat eigen is aan een interculturele dialoog.
De mensen die moslim zijn kunnen hun geloof onmogelijk integreren binnen dit groter pluralistisch of multi-cultureel kader, merk ik. Ze beschouwen de Koran als enige waarheid.
Wie hun waarden en normenstelsel relativeert, beledigt hun godsdienst.
In confrontatie met elke andere cultuur moet er echter zowieso een openheid voor cultuurrelativisme aanwezig zijn, wil integratie mogelijk zijn.
Volgens mij is de cohesie onder moslimbroeders vergelijkbaar met de cohesie onder nationalisten. In beide gevallen steunt de cohesie op een mythe en heeft ze uitsluitingsmechanismen in zich.
.
__________________
Je mag Moslim zijn, als ik tegen de Islam mag zijn. Dan denken wij beiden multi-cultureel en kunnen we zo naast elkaar leven en er met elkaar over discussieren tussen pot en pint. (als u tenminste een pintje mag drinken van uw geloof).
|