Los bericht bekijken
Oud 19 juli 2003, 00:18   #1
H. Guderian
Banneling
 
 
H. Guderian's schermafbeelding
 
Geregistreerd: 15 juni 2003
Locatie: In toekomst: Wetstraat 16 Brussel
Berichten: 1.637
Standaard

Wij leven in een tijd van morele, geestelijke en ideologische aftakeling en ontreddering. Mensen geraken verward en onverschillig door de nefaste rol die zogenaamde "opvoeders", leiders, journalisten en politici spelen. Morele, religieuze en nationale waarden worden uitgehold, misbruikt en op de helling gezet. De profeten van deze tijd stellen als in het teken van socialisering en "emancipatie". Voor het voorname, het aristocratische, het sacrale is geen plaats bij hen die het nu voor het zeggen hebben. Eén van die fundamentele waarden, in feite de dragende kracht van een volksgemeenschap, is het besef van de nationale, etnisch-volkse eigenheid.

In z'n oorspronkelijke zedelijke en cultuurhistorische betekenis, is "NATIONALISME" héél wat ruimer dan het regelmatig wordt voorgesteld door linkse nieuwlichters, die nationalisme meestal opzettelijk verengd en negatief voorstellen. Nationalisme wordt herleid tot een bekrompen taalkundig chauvinisme, een soort kleinburgerlijk egoïsme dat grenst aan het eeuwige fascisme. Voorts zijn er dan nog de gematigde Vlaamse federalisten, de zoetwaterflaminganten die denken en menen dat de strijd gestreden is, en die zich met de belgische realiteit willen verzoenen een slechts een beperkte (valse) autonomie voor Vlaanderen voorstaan. Zij kraaien al lang victorie, "omdat wij al zo veel bereikt hebben". Deze "Vlaamse belgen" schuwen elke vorm van "extremisme", wat dat laatste ook moge inhouden. Zij hebben de revolutionaire geest van weerbaarheid, die zo eigen was aan de vroegere Vlaamse, Dietse nationalisten prijsgegeven voor een armzalig bord pseudo-federalistische linzensoep: de Vlaamse schijnregering en dergelijke... Zij zijn, min of meer met tegenzin soms, aangetast door de belgische ziekte die als voornaamste kiemen materialisme, politiek arrivisme en kleinburgerlijkheid heeft.

Tegenover al die "zoetwaterflaminganten", federalisten,... die zich toch opzettelijk, verwarrend, met andermans veren tooien en zich nationalist noemen kan alleen de klaarheid gelden van het integrale, "onverkorte", Vlaamse en Nederlandse nationalisme, dat in wezen anti-belgisch is.

Zoals onze grote Dietse cultuurdrager Robrecht de Smet het al zei: "Het Vlaams-nationalisme zal anti-belgisch zijn, of het zal niet zijn!" en "Vlaanderens heil ligt in de verscherping en verbreiding van de anti-belgische gedachte!". Dergelijk radicalisme kan in deze tijd van vervlakking, aanpassing en kleinheid op elk gebied vreemd en uit de tijd klinken, het is er niet minder noodzakelijk om. Het integrale Dietse, Nederlandse nationalisme heeft nooit toegegeven aan de verlokking van partijpolitieke, conjunctuurgebonden of materialistische aard. Mensen als dr. Borms, Odiel Spruytte, Robrecht de Smet, Cyriel Verschaeve, Wies Moens, Reimond Tollenaere, Angela Dosfel, Jeroom Leuridan, pater Callewaert,... trotseerden de belgische kerker, ballingschap tot in hun dood, miskenning en misprijzen van hun literair, cultureel, religieus en zedelijk opvoedingswerk tot lang na hun dood... En nog...

Dit nationalisme, is iets heel anders dan politiek chauvinisme of kortzichtigheid, het is een mens-opvatting die de mens niet ziet als een economisch en sociologisch bepaald (lees: gelijkgeschakeld) consumptiewezen, maar als een aparte, telkens verschillende persoonlijkheid, door taal, geest en verbeelding van een wezenlijk hogere orde dan elk ander levend wezen op aarde. Wat daarin de mens nog een grotere eigenheid geeft is de wonderbare verscheidenheid aan volkeren, met eigen taal, cultuur, afstamming, kunst, karakter, lot en roeping. Tegenover de ontzagelijke bedreiging van het egalitarisme, moet een ruim maar integraal nationalisme altijd opnieuw de bevestiging brengen van een cultureel-geestelijke eigenheid, de eerste voorwaarde om de eigenheid en waarde van andere volkeren die naam waardig te eerbiedigen.

Voor de zelfbewuste Vlamingen, Nederlanders dus, geldt daartoe de opdracht van Rodenbach en Wies Moens: de vorming van de voorname, trotse, werkzame, warmhartige en kunstzinnige mens bevorderen, de "Dietse mens".
H. Guderian is offline   Met citaat antwoorden