In 1996 werd 72 procent van alle mannen in Vlaanderen tussen 15 en 65 jaar als werkend omschreven. Tegen slechts 49 procent werkende vrouwen. Of een kloof van 23 procentpunt. In 2000 was dat verschil verminderd tot 17 procentpunt. Omdat de activiteitsgraad bij mannen licht was afgenomen, tot 71 procent, en omdat die bij vrouwen was gestegen, tot 54 procent. De goede score voor vrouwen op de jobmarkt is dus normaal. Tussen 1988 en 2000 kwamen er in ons land liefst 300.000 vrouwen extra op de arbeidsmarkt. Vanzelfsprekend! Met de 27.000 echtscheidingen per jaar en hun emancipatiedrang moeten de vrouwen zorgen dat ze zelf geld verdienen. Géén man meer nodig en géén kinderen.
Liever: geld, geld, geld, geld, geld, geld, geld, geld, geld, geld, geld....
|