Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door schaduwgemeenteraadslid
Nationalisme als internationale ideologie
"Als politieke doctrine is nationalisme de overtuiging dat de volkeren van de wereld verdeeld zijn in naties en dat elk van deze naties het recht heeft op zelfbeschikking, hetzij als een autonome eenheid binnen de staat, hetzij als een autonome staat zelf" (Ignatieff 1993: 11).
Nationalisme veronderstelt dus het bestaan van een gecentraliseerde staat en/of "een moreel-politiek klimaat waarin het bestaan van zulke gecentraliseerde eenheden als vanzelfsprekend worden beschouwd en als normatief worden gezien", en het wordt gemotiveerd door de overtuiging dat de culturele grenzen moeten samenvallen met de staatsgrenzen (Gellner 1983).
Ondanks de gerichtheid op de eigen natie is het nationalisme een internationale ideologie. Het geloof in de soevereine natie als politieke eenheid en de adoptie van een aantal symbolen voor dit geloof (een vlag, een volkslied, een naam...) zijn eigen aan alle nationalismen, zowel in de sociale bewegingen als in de gevestigde naties.
"Nationalists live in an international world, and their ideology is itself an international ideology. Without constant observation of the world of other nations, nationalists would be unable to claim that their nations meet the universal codes of nationhood" (Billig 1995: 80).
Soorten van nationalisme
Binnen dit algemeen kader worden twee soorten van nationalisme onderscheiden: het nationalisme van sociale bewegingen gericht op de constructie van een nieuwe natie en het geïnstitutionaliseerde nationalisme gericht op het behoud van een bestaande natie. Vaak valt dit samen met de tweedeling in etnisch-cultureel en civiel nationalisme (zie: de natie): sociale bewegingen voelen de behoefte om de door hen gewenste natiestaat te legitimeren; het civiele nationalisme beroept zich op de onderhorigheid van alle nationale 'burgers' aan de bestaande wetten.
Vaak wordt de term 'nationalisme' alleen gebruikt voor al dan niet explosieve vormen vormen van etnisch-cultureel nationalisme in gebieden waar het proces van natievorming nog niet voltooid is (bv. Deutsch 1966). Als zodanig zijn er vele varianten: een heropleving van geminoriseerde cultuurtradities en cultuurtalen (bv. Catalonië), een poging om een taal in het staatsapparaat erkend te krijgen (bv. Vlaanderen in de 19de eeuw), een poging om staatkundig verbrokkelde cultuurnaties samen te voegen (bv. het ontstaan van Italië), een nationale afscheidingsbeweging (bv. Ierland), een poging om de staat uit te breiden om 'volksverwanten', 'taalverwanten' e.d. binnen de eigen staatsgrenzen te brengen (bv. Nazi-Duitsland, panslavisme)... (Leerssen 1993). Ook binnen eenzelfde nationalistische beweging kunnen gelijktijdig verschillende strekkingen actief zijn, zowel 'harde' als 'zachte'; dat is bv. het geval in Vlaanderen (Reynebeau 1995).
Omdat het nationalische streven van sociale bewegingen in strijd is met de bestaande orde neemt het soms zijn toevlucht tot hardere vormen van actie, in extremis terroristisch geweld (bv. de Baskische afscheidingsbeweging ETA). Het officiële, behoudsgezinde nationalisme beschikt daarentegen over geïnstitutionaliseerde middelen van geweld. Ook op dit specifieke gebied blijkt het nationalisme vaak een internationale aangelegenheid: de Verenigde Staten, de primus inter pares onder de natiestaten, werpt zich op als bewaker van een wereldorde waarin naties 'natuurlijk' zijn, en aarzelt soms niet om militair op te treden wanneer die orde - met uiteraard alle Amerikaanse belangen die daarbij in het geding zijn - geschonden wordt (Billig 1995). Een recente manifestatie hiervan is de Golfoorlog. Bij het aanbreken van die oorlog verklaarde de Amerikaanse president Bush:
"We have before us the opportunity to forge for ourselves and for future generations a new world order, a world where the rule of law, not the law of the jungle, governs the conduct of nations" (gecit. in Billig 1995: 1).
|
Al lijkt mij dit een redelijk correcte analyse van het natrionalisme, degene die zich hier als nationalist opstellen lijken mij op basis van geschiedenis een en ander door elkaar te smijten wat betreft data en gebeurtenissen al naar gelang het hen uitkomt. De huidige vorm van nationalisme, hier in vlaanderen en europa zie ik dan ook eerder als een vorm van egoïsme.
Om hierbij een voorbeeld te geven bv de staat Israel. Die is tot stand gekomen na de 2de wereldoorlog en het bestaansrecht dateerd van voor onze jaartelling. Dat de joden destijds verdreven werden uit het heilige land had te maken met een machtssrtijd net zoals de oorspronkelijke bewoners van Amerika overwonnen zijn door de europese veroveraars. Nu onkend men in alle toonaarden dat native americans nog onderdrukt worden en in het beste geval is dit wel zo maar indien men consequent zou zijn zou men de "indianen" hun land ook zomaar teruggeven. Historisch gezien is het immers niet zolang geleden dat zij over het zogenaamde geboorte of bloedrecht in die regio beschikten. Is het misschien omdat deze volkeren niet een van de bijbels geïnspireerde waarden eigen waren dat ze niet meetellen, dat ze geen eigendomsrechten hebben?
Nu kan je stellen dat dit zo is, OK. Omdat een groep verliest zijn ze hun rechten kwijt, macht van de sterkste. Als nu morgen de moslims de sterksten zijn dan moet je je daar ook maar bij neerleggen. Ooit behoor je misschien nog wel bij de sterke groep die het tij weer doet keren maar als voorstander van een harde strijd kan je niet anders dan een nederlaag te aanvaarden. Je kan echter ook trachten om toenadering te zoeken met mensen die er een andere mening op na houden. Kwestie van de plooien glad te strijken maar dat is uiteraard veeeeeel moeilijker dan een strijdpunt te vormen op een of ander punt en dit dan te gebruiken om vijandsbeelden te scheppen of te versterken. Deze laatste benadering past geheel in het kader van de geschiedenis herhaalt zich. Alsd wij, westerlingen met onze zogenaamde superiuire wijsheid het verschil willen maken moeten we al zeker niet meedoen aan het ik en het gij. Eens nadenken over wat op langere termijn voor iedereen wat positief zou kunnen zijn. De wereld is nu eenmaal een groot dorp om dat dorp te laten fuctioneren lijkt een gelijkwaardige (is niet gelijk aan gelijke) behandeling van alle inwoners al een goede start.