De krant De Morgen publiceerde onder de titel “Recordaantal Belgen aan de slag” op 5 april een artikel dat moet bewijzen dat premier Verhofstadt zijn belofte, 200 000 banen te creëren, ruimschoots heeft waargemaakt. Een kritische frons ontlokt zich waarschijnlijk aan menig medeburger – want beleefde ons land geen stijging van het aantal werklozen?
Is het omdat dit edele dagblad toch maar alle moeite wilde doen om te bewijzen hoe goed de federale regering haar werk niet doet, dat het andere cijfers gewoon compleet naast zich neerlegde? Is “ik creëer 200 000 banen” echt een verdienstelijke en absolute uitspraak? Laat ons eens een vergelijking opmaken van wat nu het werkelijke resultaat is dat Verhofstadt kan neerleggen.
In 2000 bedroeg de Belgische bevolking 10 239 000 zielen, in 2004 was dit gestegen tot 10 396 000. Het deel van de werkende bevolking nam toe, het tegendeel in een land met een positief groeipercentage zou maar erg zijn, van 4 092 000 Belgen naar 4 139 000. Indien we beide categorieën vergelijken, zien we dat er 157 000 nieuwe Belgen zijn, tegenover slechts 47 000 nieuwe werknemers. Niet-actieven buiten spel gelaten, merken we op dat het aantal werklozen (meer dan drie maanden werkloos) gestegen is van 308 000 in 2000 naar 380 000 werklozen in 2004.
De Morgen vergelijkt eveneens het aantal bijkomstige banen onder Verhofstadt met wat Dehaene, die slechts 150 000 betrekkingen zou gecreëerd hebben. Maar komt dit niet gewoon neer op een verdraaiing van de feiten? Onder Dehaene lag de instroom van potentiële werkkrachten lager, dus is het niet dan logisch dat het aantal jobcreaties ook lager lag. Het feit is, dat er, noch onder Dehaene, noch onder Verhofstadt, iets is gedaan om méér mensen aan het werk te krijgen. Zwaaien met cijfers als “er zijn x nieuwe banen” zijn van geen tel indien de werkende bevolking met xⁿ gestegen is.
De harde realiteit is, dat er slechts een gedeelte van de nieuwe banenmarkt aan het werk kan gezet worden. Dit geeft logischerwijs een druk op de alle sociale systemen – een druk die slechts kan getransporteerd worden op zij die daarvoor betalen. Om het falen van belangrijke overheidsbeslissingen te verdoezelen, draait aldus de burger op; maar een steeds kleiner publiek dat betaalt, kan op zich slecht op twee manieren de druk van zich afschuiven: of door nog meer bij te dragen, of door te zorgen dat er meer mensen zijn die dezelfde bijdrage kunnen leveren.
Het is dus niet zo dat de fout in eerste instantie bij het sociale systeem op zich ligt, of bij de groeiende verpaupering van de maatschappij. De schuld ligt volledig bij de overheid, die in al haar pretentie om het systeem te verlichten dat enkel verzwaard door haar eigen fouten te blijven ontkennen en weigert bestuursmaatregelen te treffen die efficiënt, maar misschien onpopulair zijn.
Laatst gewijzigd door lombas : 8 april 2006 om 17:01.
|