In hun blinde haat tegenover de grootste partij willen de Francofonen in Brussel zoveel mogelijk vreemdelingen aantrekken die daarbij nog Franstalig zijn, van daaruit groeit de olievlek uit.
Wat die landveraders echter niet willen snappen, of erger die het wel begrijpen maar zo hatelijk zijn dat ze er liefst willens en wetens mee doorgaan om één wel bepaalde partij te stoppen uit vrees voor hun eigen positie, is dat ze het paard van Troje aan het binnenhalen zijn.
Alles in naam van de democratie, waarbij vrolijk voorbij gehuppeld wordt aan het feit dat de autochtone burgers een opkomstplicht hebben en de vreemdeling van een "recht" kunnen genieten.
|