het Anti-Democratische karakter van het BROV
ik verwijt het BROV en zijn voorstanders het volgende:
1/ het gelijkstellen van democratie met dictatuur van de meerderheid
2/ het pleidooi voor de afschaffing van de stemplicht
3/ de verwachting dat de verdieping van de democratie van bovenaf moet komen
1/ In de moderne democratische rechtsstaat zijn er rechten waaraan de meerderheid niet kan raken zonder aan de democratie te raken. Voorstanders van het BROV menen dat het BROV over álles uitspraak mag doen, en dat alle uitspraken bij BROV democratisch zijn.
Ik stel dat een democratische beslissing aan méér voorwaarden moet voldoen dan enkel meerderheidsinstemming. Als een beslissing ingaat tegen (bijvoorbeel) het gelijkheidsbeginsel of het recht op vrije meningsuiting, dan is deze beslissing niet democratisch, onafhankelijk van het feit of ze al dan niet bij meerderheid is goedgekeurd.
2/ De voorstanders van het BROV menen dat de stemplicht moet worden afgeschaft. Immers, "nu worden veel mensen die politiek niet geïnteresseerd gedwongen een stem uit te brengen". In een democratie zijn evenwel (bij definitie) álle burgers bij de staat betrokken, niet enkel zij die politiek geïnteresseerd zijn.
Als een aanzienlijk deel van de burgers niet politiek geïnteresseerd is, moet je die kwaal als zodanig aanpakken. De voorstanders van het BROV klagen het gebrek aan burgerzin aan, maar zeggen tegelijk: "eigenlijk is burgerzin geen burgerplicht".
3/ Daarmee komen we bij het derde punt. Met al hun pleidooien over burgerzin, verwachten de voorstanders van het BROV eigenlijk alle heil van bovenaf. Zij willen burgerzin "installeren" door een aanpassing van de staatsstructuur.
Als de burgers niet meer geïnteresseerd zijn in de politiek ligt dat in de eerste plaats aan de burgers. Het gekanker op de particratie toont enkel aan dat de kankeraars zelf niet bereid zijn om meer burgerzin aan de dag te leggen en daaraan iets te doen. De verguisde particratie biedt daartoe alle mogelijkheden: het staat elke burger vrij om zelf in de politiek te gaan, zelf een partij op te richten, en het anders te doen.
Burgerzin moet van onderuit komen.
|