[Antoon]

Acht studenten op tien houden zich bezig met cyberseks. Dat blijkt uit een studie van seksuologe Els Jeurissen die daarover bijna vierduizend studenten ondervroeg.
"79% van de studenten die mijn vragenlijst invulden, komen er grif voor uit dat ze het fenomeen cyberseks kennen en er (zij het in sterk verschillende mate natuurlijk) gebruik van maken." Dat zegt seksuologe Els Jeurissen die zich voor haar licentiaatsverhandeling heeft gebogen over 'het bekijken van erotische beelden, het lezen van pornografische verhalen en het seksueel getinte chatten (babbelen) op internet'. Cyberseks heet dat. In deze studie toegespitst op (universiteits)studenten.
Els Jeurissen, 25, uit Bilzen, nam zoveel mogelijk literatuur door en stuurde een enquêteformulier naar 3.800 studenten van alle Leuvense eerste licenties (twintigjarigen). 1.000 verwaardigden zich het formulier ingevuld terug te sturen. Voor tweederde... vrouwen. De grote afwezigen bij de antwoorders waren de student(inn)en van de biomedische wetenschappen (artsen). Els Jeurissen: "Uit eerdere onderzoeken bleek al dat die eerder conservatief zijn. Als er over seks gesproken wordt, voelen zij zich blijkbaar ook ongemakkelijker."
Waar de seksuologe (ook pedagoge) dan meteen de hypothese aan vastkoppelt "dat ook de dokters in de praktijk zich misschien minder comfortabel voelen bij het bespreken van seksuele problemen."

Terug naar waar het om draait. Hoeveel van de studenten die antwoordden, doen aan cyberseks? En hoe vaak?
Els Jeurissen: "21% zegt nog nooit met seks op het internet te zijn geconfronteerd. 5% van de mannen, 31% van de vrouwen. De rest komt er vlot voor uit dat zij er gebruik van maken."
24% van de mannen zegt vaak tot heel vaak aan cyberseks te doen. Van de vrouwen geeft 5 procent toe een frequent gebruiker te zijn. Vooral de pornografische beelden scoren hoog want 87% kiest vooral daar voor. 11,5% van de drukke gebruikers is meer te vinden voor erotische verhalen en 1,5 procent voor het chatten.
Els Jeurissen zocht vooral ook naar verschillen tussen mannen en vrouwen in de soort cyberseks die zij doen. "Mannen zoeken vooral beelden", is uit de enquête gebleken. "De vrouwen hebben duidelijk meer zin in het lezen van verhalen en zijn eerder geneigd deel te nemen aan de chats (maar 0,5 procent van de mannen tegenover 4,2 procent van de vrouwen, bijna het tienvoudige dus)."
Waaruit Els concludeert: "Mannen willen vooral kijken om seksueel opgewonden te geraken. Vrouwen zoeken naar het relationele, zij hebben liefst dat iemand effectief meespeelt."
De seks-chatters die echt tot een afspraak komen en met mekaar in de koffer duiken, is maar een kleine fractie van het totale aantal. "Maar toch zijn het ook daar opvallend meer vrouwen dan mannen", aldus nog Els Jeurissen.

Op de vraag wat de studenten van cyberseks verwachten, antwoordt 60% dat het hen stimuleert bij hun seksuele fantasieën. 25% zegt eerder nieuwsgierig te zijn naar afwijkende vormen van seksualiteitsbeleving.
Els Jeurissen: "Heel frappant is dat bijna eenvijfde van de frequente gebruikers aan cyberseks doen uit drang naar compensatie voor de eigen onbevredigende seksuele relatie. 26% van de mannelijke studenten gaf dat als reden op, 7,5% van de vrouwelijke."
"Een gevaarlijke situatie", vindt de seksuologe, "sommigen zijn zo intens op zoek naar iets beters dat zij het risico lopen aan die virtuele wereld van cyberseks verslaafd te geraken. Hun relatie lijdt eronder, hun werk, om dan nog van de ongetwijfeld gepeperde rekeningen te zwijgen (al heb ik daar geen info over)."
Op de vraag wat de gebruikers doen terwijl ze met cyberseks bezig zijn, zegt 75% van de studenten zich te masturberen. Vooral dan de mannen (83,2%, tegenover 55,4% van de vrouwen).

Eén van de meest bizarre vaststellingen die Els Jeurissen (in de literatuur) deed: "Cyberseks is onlichamelijke of ingebeelde liefde en op zich dus perfect veilig omdat je niet in contact kan komen met virussen. En toch: mensen die heel veel aan cyberseks doen, lopen een groter risico om met HIV (het aids-virus) besmet te geraken."
Els Jeurissen vond er ook de verklaring voor: "Dat komt omdat zij het ook zijn die op de chat afspraken maken voor echt seksueel contact en die dat in hun drang dan onbeschermd doen."
Eén ding nog terzijde. Van de 1.000 studenten die aan de enquête hebben meegewerkt, heeft 63 procent een partner. Bij de mannen was dat 56 procent, van de vrouwen 66 procent.