Als het begint te schemeren (tussen 9 en half 10 schat ik) is het gefladder geminderd maar dan beginnen de zangconcerten.
Die mussen overdag is maar getsilp, de vinken suskewieten overdag ook wel leuk, maar 's avonds komen de echte zangers boven. Ik vermoed dat het zanglijsters zijn. Er zit er altijd één in onze tuin en één een beetje verder langs de straatkant. Netjes om beurt de mooiste liederen fluitend.
Als het echt donker wordt zijn ze weg.
Verder huist hier nog ergens een uil, op een avond heeft die eens op 2 á 3 meter hoogte voor de auto uitgevlogen. Toch wel een honderd meter. Nooit heb ik iets gracieuzer zien vliegen als die uil. Ik ben er een half uur niet goed van geweest.
Eenden, ganzen en waterkiekens hebben wij hier (met een kanaaltje in de buurt) ook voldoende. Maar daar heb je als particulier niet veel aan.
En dan vergeet ik nog een afgrijselijk brutaal roodborstje. Als ik stil op mijn terras zit en ik gooi broodkruimels, kan ik hem tot op mijn schoenen lokken. Vijf meter verder zitten een stel vette merels te wachten om eventueel iets van dat klein ding te kunnen roven, maar zelf durven ze geen stap dichter zetten.
Eén kilometer verderop, bij de ingang van het bos, zit een abnormaal agressieve buizerd. Heeft al meermaals argeloze fietsers met een kamikaze-duikvlucht verrast. Joggers kennen hem ook meer dan hen lief is. Ik heb hem al vaak gezien, maar hij heeft me nog nooit lastiggevallen. En dat vind ik eigenlijk wel een beetje jammer.
En tweehonderd meter verderop, maar dan de andere kant op, kan je met een beetje geluk een stel vlaamse gaaien aantreffen. Men heeft het altijd over de kleurenpracht van allerlei exotische soorten, maar onze vlaamse gaai, onze fazant, onze spechten en dies meer hoeven niet onder te doen qua kleurenpracht. Maar waarom zie je daar nooit natuurdocumentaires over? De papegaaien, leeuwen en giraffen komen er ondertussen langs mijn oren uit.
Ja, als ik over vogeltjes begin kan het wel eens uit de hand lopen.
