Citaat:
Oorspronkelijk geplaatst door Hans1
Voortgezet door decennia falend regionaal beleid.
Vooral voor dit beleid geen excuus: mensen zijn vandaag veel meer milieubewust dan 30 jaar geleden.
|
Volgens mij is ruimtelijke ordening pas sinds de jaren negentig een Vlaamse bevoegdheid.
Ruimtelijke ordening heeft trouwens in beginsel niets met milieubewustzijn te maken. In Nederland begint de geschiedenis van de RO al in 1900 met de totstandkoming van de Woningwet. Milieubewustzijn speelde toen nog totaal geen rol. De eerste milieubeschermingsgolf moest nog beginnen. Deze laat men doorgaans beginnen bij het verzet tegen de plannen van de gemeente Amsterdam in 1905 om een vuilnisbelt aan te leggen in het natuurgebied Naardermeer, waaruit in datzelfde jaar de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland is ontstaan. Deze golf, die tot begin jaren dertig duurt, had nochtans een beperkte invloed op de politiek en bleef hoofdzakelijk beperkt tot de intellectuele elite. Pas de tweede milieubeschermingsgolf, in de jaren zeventig, had echt een grote invloed op de politiek en de maatschappij. Toen was de RO in NL allang een feit.
De ruimtelijke ordening was vooral ingegeven door de slechte woonomstandigheden van veel mensen en de vrees dat de snelle groei van de steden door de industrialisatie en een ongecontroleerde woningbouw een chaos zou opleveren. In die tijd was de 'Sociale Questie' een belangrijk politiek onderwerp, dat vooral door het opkomende socialisme werd opgepakt. De socialisten vonden steun bij vooruitstrevende liberalen, die in het kabinet-Pierson (1897-1901) de meerderheid vormden. Dit kabinet staat bekend als het "kabinet van de sociale rechtvaardigheid", vanwege de totstandkoming van de Woningwet, de Leerplichtwet, de Ongevallenwet, de Gezondheidswet en de Kinderwetgeving. Door de Woningwet kon de overheid zich bemoeien met de woningbouw en RO: woningbouwverenigingen kregen geld om goede en betaalbare woningen te bouwen (zgn. woningwetwoningen), terwijl gemeenten uitbreidingsplannen moesten maken voor de aanleg van nieuwe wijken en later ook bestemmingsplannen voor het gehele grondgebied, die elke tien jaar herzien moesten worden. In 1931 begonnen provincies met het opstellen van streekplannen, met algemeen beleid en richtlijnen waarnaar de gemeentelijke bestemmingsplannen zich moesten schikken, en in 1941 werd door de Duitsers de Rijksdienst voor het Nationale Plan opgericht, later omgedoopt tot Rijksplanologische Dienst (RPD). Door de enorme woningnood na WOII, de drukte rond de wederopbouw en de 'besmette' ontstaansgeschiedenis van de nationale RO kwam deze overigens pas in 1960 van de grond met de 'Nota inzake de Ruimtelijke Ordening', nu Eerste Nota RO genoemd want we zitten inmiddels aan de zesde (de laatste heet kortweg Nota Ruimte). Sindsdien bemoeien zowel de Rijksoverheid, als de provincies, als de gemeenten zich met de RO.