Los bericht bekijken
Oud 3 augustus 2006, 09:56   #4
N-VA'er
Partijlid
 
Geregistreerd: 3 augustus 2006
Berichten: 267
Standaard

Persoonlijk vind ik de onderstaande analyse toch iets geloofwaaardiger... Ik denk dat de opstarter van dit topic de eigen wensen en beetje te veel voor waarheid aanneemt..

De N-VA, een wonderbaarlijke wederopstanding (04/01/06 - De Tijd)

Niemand gaf aan het einde van de jaren negentig nog een cent voor de politieke toekomst van een Vlaams-nationale partij. Vandaag gaat het buitengewoon goed met de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA). Wat verklaart die wonderbaarlijke wederopstanding, vraagt Patrick Stouthuysen zich af. De auteur doceert politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel en is voorzitter van de vakgroep Politicologie. Hij doet onderzoek over politieke ideologieën en over stedelijk beleid. Zijn bijdrage verschijnt in de reeks 'De kaarten van' die De Tijd publiceert.

Politiek is geen wetenschap: dat bewijst het wedervaren van de erfgenamen van de Volksunie. In de late jaren negentig waren de commentatoren het erover eens dat de politieke rol van het Vlaams-nationalisme was uitgespeeld. De Volksunie had zichzelf na de opeenvolgende staatshervormingen overbodig gemaakt, heette het. De partij kon er dan ook maar beter mee ophouden. Een conclusie die werd gedeeld door nogal wat partijboegbeelden die de overstap naar de politieke concurrentie maakten. Wie bleef, ruziede de hele tijd over de koers. Dat zag er dus niet goed uit.

Bert Anciaux en de zijnen leken nog over de beste papieren te beschikken. Voor hen hoefden de taalkwesties niet meer. De ambities waren groot: de partij moest de motor vormen van de 'politieke vernieuwing', van de 'herverkaveling van het politieke landschap'. Dat kon dus wel wat worden. Heel anders leken de perspectieven voor het hardleerse groepje communautaire scherpslijpers rond Geert Bourgeois. Politieke folklore. Niet meer van deze tijd. Een aflopende zaak, daarover bestond geen discussie. Wou de laatste Vlaams-nationalist het licht uitdoen?

Vandaag ziet het er helemaal anders uit. Spirit, de club van de laatste Anciaux-getrouwen, beschikt dankzij de socialistische kartelpartner weliswaar over een parlementaire vertegenwoordiging van enige omvang, maar blijft zoeken naar een eigen gelaat. De partij slaagt er niet in te bewijzen welke meerwaarde ze de kiezer kan bieden. De ideologische bekering tot het links-liberalisme heeft daaraan niet veel kunnen veranderen.

Merkwaardig genoeg is het vandaag de Nieuw-Vlaamse Alliantie die de wind in de zeilen heeft. De partij ziet haar ledental groeien, scoort goed in de peilingen, slaagt erin op het beleid te wegen, haalt regelmatig de media en wordt door vriend en vijand ernstig genomen. Dat had niemand durven te voorspellen.

Wat verklaart die wonderbaarlijke wederopstanding? Voor een deel ligt de verklaring in de voorafgaande crisis. Wie koos voor de N-VA deed dat zonder reserves. Wie twijfelde over de politieke koers, wie vreesde voor de eigen politieke toekomst, wie droomde van een nieuw politiek landschap, zocht andere oorden op. De blijvers deelden eenzelfde politiek project: weer aanknopen bij de beste tradities van de Volksunie, zonder politiek geëxperimenteer, zonder de noodzaak mee te moeten zijn met de laatste politieke mode.

Eigen stem

Dat is evenwel gemakkelijker gezegd dan gedaan. De VU-vernieuwers hadden destijds goede redenen om de partij op de schop te nemen. Met alleen een communautaire boodschap red je het niet in de dagelijkse politiek: de VU moest ook over andere thema's een eigen geluid kunnen laten horen. En terwijl de VU daar nooit in helemaal in slaagde, lijkt het de N-VA voorlopig wel te lukken. De partij heeft - en ook dat verklaart het succes - een eigen stem gevonden.

De partij werd daarin geholpen door de politieke actualiteit: het integratievraagstuk en de multiculturele kwestie eisen voortdurend de aandacht op. En als het over die thema's gaat, heeft de N-VA zich als marktleider opgeworpen. De partij woog wat die punten betreft sterk op het Vlaamse regeerakkoord. Het inburgeringsbeleid en de verplichting voor nieuwkomers om de Nederlandse taal te leren, kwamen er onder impuls van de N-VA. De partij profiteerde van de koudwatervrees van de andere partijen, die de thematiek liever uit de weg gingen omdat ze dachten dat alleen het Vlaams Belang daar beter van werd. De N-VA bewees dat ze ongelijk hadden.

Sterke organisatie

De N-VA is opmerkelijk goed georganiseerd. De partij heeft tienduizend leden, wat in verhouding tot het stemmenaantal indrukwekkend mag heten. Ze beschikt over hardwerkende mandatarissen en over een zeer goed functionerend partijsecretariaat. Als je je inschrijft op de elektronische nieuwsbrieven van de verschillende Vlaamse partijen merk je de verschillen. Terwijl andere partijen er zelfs niet in slagen je wekelijks van hun activiteiten op de hoogte te houden, krijg je soms meerdere keren per dag de persmededelingen van de N-VA toegestuurd. Mededelingen die altijd helder zijn geschreven en waarin een duidelijk standpunt wordt geformuleerd.

Een van de belangrijkste troeven van de partij is voorzitter Bart De Wever. De Wever is van nature tegendraads, wat altijd goed is voor het debat. Hij schuwt de controverse niet, is rechtlijnig maar heeft gevoel voor humor. Je blijft kijken als hij in beeld verschijnt. De Wever verpersoonlijkt in vorm en inhoud de partij. Dat is trouwens een van de problemen van Spirit: de partij heeft, nu Anciaux in de regering zit, geen herkenbaar boegbeeld. Dat is uiteraard niet alleen een kwestie van personen, maar ook van boodschap: wie kan bijvoorbeeld zeggen waar Spirit-voorzitter Geert Lambert voor staat?

Ontegensprekelijk heeft de N-VA ook goed geboerd bij het kartel met CD&V. Als kleine partij trek je maar kiezers aan als je effectief kans maakt om verkozen te worden. De kartelformule verzekerde de partij van haar politiek overleven. Voorlopig vormen de beide partners een goed team. De formule is ook in het voordeel van CD&V: de N-VA dekt de Vlaamse flank af en kan standpunten innemen die de christen-democraten (nog) niet aandurven.

Maar het kartel vormt ook de achilleshiel van de N-VA. De Vlaamse organisaties vormen de natuurlijke achterban van de partij. De N-VA is dan ook uitermate gevoelig voor de kritiek van de altijd verongelijkte kaakslagflaminganten. De partij doet er alles aan om die achterban tevreden te houden. Dat verklaart bijvoorbeeld ook de studentikoze actiestijl: namaakgeld naar Wallonië transporteren, in pandjesjas en met hoge hoed als franskiljons betogen. Best leuk voor de militanten, maar dat doet wel afbreuk aan de ernst en de degelijkheid die de partij op andere momenten wil uitstralen.

Twee gedachten

Meer algemeen is het probleem dat de N-VA hinkt op twee gedachten. Enerzijds wil ze een beleidspartij zijn, een betrouwbare partner die voor een zakelijk bestuur staat. Anderzijds wil ze het politieke verlengstuk zijn van de Vlaamse beweging. De VU heeft die dubbele ambitie nooit kunnen waarmaken. Voorlopig rijst voor de N-VA geen probleem. Omdat de partij op Vlaams niveau regeert en federaal in de oppositie zit, valt het hinken nogal mee. Dat wordt anders wanneer CD&V federaal voor de meerderheid kiest. Of de N-VA een regering met de PS kan verteren is nog maar de vraag, zeker wanneer radicale Vlaamse clubjes de hele tijd moord en brand schreeuwen.

Maar misschien is de kartelformule wel soepel genoeg. Bij de komende gemeenteraadsverkiezingen komen de twee partners soms samen op en soms ook niet. Misschien is die oplossing voor herhaling vatbaar: wel samen op Vlaams niveau, niet federaal. Dat valt moeilijk te voorspellen: politiek is geen exacte wetenschap.

Pluspunten

1. Eensgezindheid. Wie na de splitsing van de VU voor de N-VA koos, deed dat zonder reserves. Wie twijfelde over de politieke koers, wie vreesde voor de eigen politieke toekomst, wie droomde van een nieuw politiek landschap, zocht andere oorden op.
2. Eigen thematiek. De N-VA omschrijft zich als een 'aanbodpartij van en voor rechtlijnige mensen'. Ze wierp zich op als de marktleider inzake inburgering. Zolang multiculturele kwesties de actualiteit halen, zit de partij goed.
3. Sterke organisatie. De partij heeft een in verhouding groot aantal leden, hardwerkende mandatarissen en een sterk partijsecretariaat.
4. Bart De Wever. Politiek gaat over persoonlijkheden. De Wever is rechtlijnig, maar heeft gevoel voor humor. Je blijft kijken als hij in beeld is.
5. Het kartel met CD&V. De kartelformule verzekerde de partij van haar politiek overleven. Je trekt pas kiezers aan als je kans maakt verkozen te worden.
Minpunten:

1. Het kartel met CD&V. Wat gebeurt als CD&V federaal gaat meeregeren? Hoe verkoop je aan de achterban dat je met Elio Di Rupo in zee gaat?
2. De Vlaamse beweging. De Vlaamse organisaties vormen de natuurlijke achterban van de N-VA. Maar kaakslagflaminganten kan je maar moeilijk tevreden stellen.
3. De studentikoze actiestijl. Namaakgeld naar Wallonië transporteren: dat is lachen. Maar hoe rijm je dat met de ernst en degelijkheid die de partij op andere momenten wil uitstralen?
4. De bunkermentaliteit. N-VA'ers neigen er nogal eens naar te denken dat de hele wereld tegen hen is. Die achterdocht is ook een overblijfsel van de moeilijke tijd na de splitsing van de VU.
5. Eenpuntspartij. Het partijprogramma is nog niet in evenwicht. Heel wat standpunten behoeven uitdieping. Hoe concreter het wordt, hoe groter evenwel de kans op interne meningsverschillen.
De Joker:
De kartelformule. Wat gebeurt er als na de gemeenteraadsverkiezingen een lokale N-VA-afdeling besluit samen te werken met het Vlaams Belang? Zullen de plaatselijke N-VA'ers zich voldoende flexibel opstellen wanneer ze, dankzij de kartelpartner, mee aanschuiven aan de onderhandelingstafel? Wat gebeurt er als na de federale verkiezingen CD&V in zee gaat met de PS? Wat gebeurt er als CD&V federaal in de meerderheid zit en de N-VA niet? Voorlopig zitten de peilingen mee, maar hoe zal het kartel reageren op verlies?...

Patrick Stouthuysen, docent politieke wetenschappen aan de VUB
N-VA'er is offline   Met citaat antwoorden