"De plannen voor het Israëlisch offensief in Zuid-Libanon lagen al klaar voordat de Hezbollah twee soldaten gevangennam", zei een delegatie van de Wereldraad van Kerken onlangs.
De destructie was opzettelijk en gepland, zeiden ook alle vertegenwoordigers van de Libanese gemeenschappen waarmee de delegatie - die in vijf dagen tijd Beiroet, Ramallah en Jeruzalem bezocht - sprak.
"Israël vreest een democratisch Libanon waar joden, moslims en christenen vreedzaam samenleven en poogde met het offensief dan ook de verschillende gezindten in Libanon tegen elkaar uit te spelen. De Hezbollah was vooral een zondebok. Het Israëlisch-Palestijns conflict vormt het hart van de crisis, en niet de rol en de acties van de Hezbollah", aldus de delegatie.
Ook de stafchef van het Israëlisch leger, Dan Halutz, was op voorhand op de hoogte van de plannen. Zo geraakte bekend dat hij zijn volledige aandelenportefeuille binnen de drie uur na de ontvoering van twee Israëlische soldaten door de Hezbollah op 12 juli jl. had verkocht.
Halutz verkocht voor 21.000 euro aandelen enkele uren na de ontvoering van de soldaten en op een moment dat legerofficieren en politici zich beraadden over een militair antwoord op de Hezbollah-actie. Later op die dag startten de Israëlische bombardementen op Libanon, gevolgd door raketaanvallen van de Hezbollah op Noord-Israël.
Onmiddellijk na het uitbreken van de oorlog zakten de belangrijkste aandelen op de Israëlisch beurs met tien procent...
De stafchef van het Israëlisch leger, Dan Halutz