Oorspronkelijk geplaatst door Jos Verhulst
Hier is nog eens de tekst die Beliën-Colen weigeren te ondertekenen:
Ondergetekende(n) verbindt/verbinden zich ertoe om
1° onderwijs te verstrekken dat gericht is op de ontplooiing van de volledige persoonlijkheid en de talenten van het kind en op de voorbereiding van het kind op een actief leven als volwassene, en dat het respect voor de grondrechten van de mens en voor de culturele waarden van het kind zelf en van anderen respecteert;
2° de controle door de onderwijsinspectie te aanvaarden en alle documenten om de uitvoering van deze controle mogelijk te maken ter beschikking te stellen van de onderwijsinspectie;
3° bij niet aanvaarden van deze controle of bij twee opeenvolgende controles waarbij vastgesteld is dat het verstrekte onderwijs kennelijk niet beantwoordt aan de in 1° omschreven doelstellingen, het kind in te schrijven in een school, erkend, gefinancierd of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap
De tekst houdt ondermeer in dat men (a) onderwijs moet geven dat (de verwoording is heel eigenaardig) “ respect voor de culturele waarden van anderen respecteert” en (b) dat men zich bereid verklaart zijn kind uit te leveren aan het door de staat goedgekeurd onderwijs, indien de onderwijsinspectie dit nodig vindt.
Beide eisen lijken mij verwerpelijk.
De eerste eis kan, ondanks de sybillijnse verwoording, alleen maar betekenen dat men respectvol moet spreken over “culturele waarden’ van eender wie. Dit komt erop neer dat men geen enkele culturele waarde als verwerpelijk mag voorstellen, en de principiële waardenloosheid van de ‘multiculturele samenleving’ moet aanvaarden. Een implicatie van de eis is immers dat men ook geen enkele waarde als heilzaam of goed mag voorstellen, want dan wordt de tegenstellende waarde, die hier of daar ook wel aangehangen kan worden, per implicatie voorgesteld als slecht, zodat het respect ontbreekt. Eigenlijk eist die eerste paragraaf van de te ondertekenen verklaring, dat men onderwijs verstrekt dat respectvol spreekt over zaken als verminking en zelfverminking, over barbaarse strafgebruiken, over allerhande vormen van tirannie en vervolging. Dat zijn immers allemaal “culturele waarden van anderen” die in de ogen van een normaal mens alleen maar radicale afwijzing en duidelijke verwerping verdienen, en waarvoor geen “respect” noch “respect voor respect” moet opgebracht worden.
Ten gronde is het concept ‘respect’ ongeëigend voor toepassing op een begrip als (culturele) waarden. Toegepast op “(culturele) waarde” valt het begrip respect (of ‘respect voor respect’, of voor mijn part ‘respect voor respect voor respect’) samen met het inhoudelijk oordeel over de waarde in kwestie. Wanneer men bv een waarde als het afhakken van handen als strafmaatregel barbaars acht, dan kan men die waarde niet tegelijk ‘respecteren’. Men kan eventueel wel diegenen respecteren die zo’n waarde aanhangen, of men kan via historische en andere overwegingen proberen te begrijpen waar zo’n ‘waarde’ vandaan komt; doch de ter ondertekening voorgelegde tekst heeft het over de waarden als dusdanig. Daarnaast is er natuurlijk nog de antropologisch-opvoedkundige vraag, of waarden inderdaad via onderwijs moeten of kunnen overgedragen worden (volgens mij is dit niet het geval).
De tweede eis houdt in dat men het principe accepteert dat de staat de ultieme opvoeder is van het kind en dat de ouders die opvoeding slechts mogen waarnemen wanneer ze daartoe een impliciete of expliciete machtiging van de staat ontvangen. Met ‘kinderverwaarlozing’ heeft deze eis volstrekt niets te maken; dit wordt door het geval Beliën-Colen overduidelijk geïllustreerd, want de kinderen in dit gezin kregen juist uitstekende leerkansen wat wordt aangetoond door hun diplomatraject. Het gaat over de vraag of de staat iemands kinderen mag nationaliseren. De tekst eist een uitdrukkelijke goedkeuring van dit principe van nationalisatie van kinderen.
|