En toch hebben we een afwijkend vocabularium. Een Nederlander zal je moeten uitleggen wat een beiaard is (carillon), een vergeetput (oubliette), procureur des Konings e.d.m. En omgekeerd zal je heel wat Vlamingen in hun haren zien krabben bij woorden als tosti (croque monsieur), pinnen (geld afhalen)...
Maar opnieuw, dergelijke voorbeelden kan een Engelsman je ook geven, als hij zich er van bewust is, tenminste.
|