|
Perm. Vertegenwoordiger VN
Geregistreerd: 10 januari 2003
Berichten: 13.400
|
pleidooi voor multiculturalisme
Ten geleide:
De tegenwoordige samenleving is, anders dan zowel linkse als rechtse krachten beweren, geen multiculturele samenleving. Wanneer ik een pleidooi hou voor multiculturalisme, streef ik dus geenszins de status quo na. Multiculturalisme vooronderstelt culturen. Culturen veronderstellen gedeelde normen, waarden, zeden, gebruiken, praktijken, (religieuze) voorstellingen. In grove trekken mag men stellen dat de orthodoxe joden in Antwerpen nog een zeer culturele gemeenschap vormen. De culturele eigenheid van Inwoners van Turkse en Marokkaanse komaf is minder homogeen en wekt de indruk verbasterd en, vooral bij jongeren, grotendeels gedesintegreerd te zijn. 'Onze' cultuur is niet minder problematisch. Ons individualisme, zeker in de steden, staat een aantal aspecten van cultuur in de weg. Cultuur is wat gedeeld wordt; individualisme verscheurt. Het brengt sociologen als Walter Weyns ertoe te spreken van een postcultuur. Een pleidooi voor multiculturalisme sluit derhalve ook een pleidooi voor cultuur in.
De identiteit en de psyche van een opgroeiend kind worden in belangrijke mate gevormd door de hem omringende cultuur: zijn ouders, broers en zussen, familie, buren, school, vrienden werken als sturende krachten op hem in en leveren hem de mogelijkheden en de opdrachten die zijn bestaan vorm geven. Hoe homogener deze cultuur, hoe stabieler zijn identiteit en psyche. Deze homogeniteit wordt bereikt doordat het kind bijvoorbeeld naar een school kan gaan waarvan de particuliere cultuur (in de engere zin van het woord) nauw aansluit bij de thuiscultuur. Zo zou een kind uit een islamitisch gezin mijns inziens een veel stabielere psyche opbouwen in een islamitische school. Blijkens onderzoek in Nederland is de 'vrees' van nogal wat mensen voor islamitisch onderwijs - het zou integratie in de weg staan - ongegrond en gebaseerd op vooroordelen. Het heeft weinig zin een kind op al te jonge leeftijd in de chaos van de hedendaagse postcultuur te storten. Zinvoller lijkt het mij dat het kind eerst een stabiele persoonlijkheid opbouwt, van waaruit hij de chaos van de dag kan trotseren.
Zoals ik in een eerder artikel opmerkte is er een omgekeerd evenredig verband tussen culturele gemeenschapsvorming en criminaliteit. Ik herneem hier even wat ik toen schreef:
Mensen van Marokkaanse afkomst leven in veel minder gesloten gemeenschappen dan algemeen wordt aangenomen. Tot dit inzicht kwam reeds eind jaren '90 de Leuvense demograaf Ron Lesthaeghe in zijn onderzoek naar Marokkaanse en Turkse gemeenschappen in België. Voegen we daaraan toe dat bijvoorbeeld de orthodoxe joden, mede doordat zij al ruim een eeuw in Antwerpen gevestigd zijn, een zeer hechte en tamelijk gesloten gemeenschap vormen. Ze leven sterk geconcentreerd in bepaalde Antwerpse buurten en blijken bijzonder zelfredzaam. Factoren als geografische concentratie en diversiteit van samenstelling spelen een belangrijke rol, maar ongeacht de oorzaken kunnen we stellen dat de orthodoxe joden hun eigen cultuur hebben weten te vestigen en te aanvaarden. De Marokkaanse gemeenschap is daar het minst goed in geslaagd. We stellen nu vast dat de tolerantie ten aanzien van deze Marokkaanse gemeenschap beduidend minder groot is dan die ten aanzien van de joodse gemeenschap. Is het omdat de orthodoxe jood 'zijn plaats kent'?
Laten we onze horizont nog een weinig verruimen. We stellen vast dat orthodoxe joden verhoudingsgewijs weinig voorkomen in criminaliteitsstatistieken. Marokkanen en Turken komen vrij vaak voor, waarbij Marokkanen globaal genomen bij ernstigeredelicten zijn betrokken dan Turken. Er lijkt dus een omgekeerd evenredig verband te bestaan tussen de mate waarin men een hechte gemeenschap vormt (enigszins afgesloten van de rest van de ruimere samenleving) en de mate waarin men voorkomt in de criminaliteitsstatistieken. Dit is een belangrijk gegeven dat velen naast zich neerleggen. En dat wordt des te onvergeeflijker wanneer we trachten de vinger te leggen op de oorzaken van dit omgekeerd evenredig verband.
Hechte gemeenschappen kennen duidelijke gedragscodes en een efficiënte sociale controle. Er heerst een cultuur waaraan de leden zich onderwerpen en waarbinnen ze gesocialiseerd en eventueel gesanctioneerd worden. Wanneer die cultuur kwetsbaar is doordat de gemeenschap zwak is, dreigen nieuwe leden - jongeren - onthecht te raken: ze voelen zich weinig gebonden door de cultuur van hun ouders, komen veelvuldiger in contact met de cultuur van de ruimere samenleving en vallen willens nillens tussen twee culturen in. Enerzijds vervreemden ze van de ene cultuur, zetten er zich in hun puberteit nog eens extra tegen af, omdat deze thuiscultuur onvoldoende voorbereidt op een leven buiten de (aantrekkelijke) cultuur van het 'gastland'. Anderzijds worden ze slechts moeizaam of onvoldoende opgenomen door de andere cultuur: de onvertrouwdheid, het verschil boezemt te veel angst in. In een stad als Antwerpen, waar één derde voor een partij stemt die onmiskenbaar vijandig staat tegenover deze 'vreemde' cultuur, dit verschil, mag het geen verbazing wekken dat een opgroeiende jongere uit een post-Marokkaanse thuiscultuur zich niet 'welkom' voelt in de 'Vlaamse' cultuur.
In de psychologische ontwikkeling van de jongere - al in de vroege puberjaren, wanneer hij zijn leven meer in eigen hand kan nemen - leidt dit tot een verwarrende, ontregelende identiteitscrisis. Immers, de jongere ontleent zijn identiteit aan de cultuur waarin hij opgroeit. Maar deze is tweeslachtig, diffuus, onpraktisch of vijandig. De jongere ontbreekt het aan een duidelijk referentiekader, ziet zich heen en weer geslingerd tussen twee culturen en zoekt tenslotte ofwel houvast in een zelfgebricoleerde cultuur (die van de 'gang', van de 'straat' of de 'islam') of vervalt in normeloosheid en nihilisme (wat zich uit in zogenaamd 'zinloos geweld'). Het is pas wanneer deze jongeren op drift slaan, dat de (weliswaar afwachtende, enigszins achterdochtige) gastvrijheid van de autochtoon omslaat in verwerping en vijandigheid. De ander komt voort uit een cultuur die in verregaande staat van ontbinding is. Als gevolg daarvan treedt 'collateral damage' op in de gedaante van ontspoorde, identiteits-, cultuur- en normloze jongeren.
Nu zal menig lezer zich terecht afvragen of we, door de culturele eigenheid van bijvoorbeeld de Marokkaanse gemeenschap (om ze makkelijkheidshalve zo te noemen) te versterken, niet 'terug naar af' gaan. Er wordt dan met name verwezen naar gelijke rechten tussen man en vrouw, naar de seksuele moraal, naar 'gedwongen huwelijken' en dergelijke meer. Ik ben me bewust van de zorgen die dit teweegbrengt. Ofschoon de juridische gelijkheid van man en vrouw in België nog maar dertig jaar oud is (één generatie), is het vooral voor mensen die de voorafgaande periode niet hebben gekend, een vanzelfsprekendheid geworden dat deze problematieken zich vandaag niet stellen. Vooral nu er in het straatbeeld steeds meer hoofddoeken opduiken, is de roep om culturele assimilatie harder dan ooit. Er wordt geschermd met het doembeeld van vrouwen in burka's, de opkomst van islamitische partijen in de trant van Abou Jahjah en dergelijke meer.
Men vergeet echter het volgende. Mensen die zich in hun culturele identiteit bedreigd voelen, zullen zich des te harder vastklampen aan die cultuur. Ik stel het hier bijna voor als een ijzeren wet, en ongetwijfeld zijn er tegenvoorbeelden te geven, waarvan ik echter durft te verwedden dat ze te wijten zijn aan andere factoren. Overigens lijkt de evolutie van de voorbije tien jaar mij geen ongelijk te geven. Naarmate het discours ten aanzien van de islam feller werd, onder impuls van rechts-populistische figuren en vooral sinds 11 september 2001, ziet men een toegenomen strijdlust van met name jonge moslims om zich cultureel te manifesteren. De beweegredenen die zij opgeven kunnen ver uit elkaar liggen, maar het patroon is onmiskenbaar. Een bedreigde cultuur is een statische cultuur, een die zich verzet tegen verandering - verandering van buitenaf, maar om de rangen te sluiten ook verandering van binnenuit. Echter, een cultuur die ademruimte wordt gegund, zuurstof krijgt, de middelen krijgt om zich te manifesteren zonder daarop te worden aangekeken, is een cultuur die evolueert, een dynamiek ontwikkelt - verandert van binnenuit. Die inwendige verandering is weliswaar meestal een gevolg van veranderende omstandigheden buiten die cultuur, maar dus niet van een bruusk ingrijpen van buitenaf. Het is geen toeval dat migranten van Marokkaanse komaf vaak koppiger vasthouden aan tradities dan Marokkanen in hun eigen land: hier worden ze in ademnood gebracht, ginder is er meer zuurstof in de lucht. In Marokko zijn de voorbije decennia stapsgewijs hervormingen doorgevoerd onder invloed van veranderende mondiale omstandigheden. Hoe harder men in Vlaanderen roept om assimilatie, hoe meer mensen zich op zichzelf zullen terugplooien. Politiek is dit voor extreem-rechts erg lonend. Immers, hoe meer mensen vechten voor hun eigenheid, hoe groter de wederzijdse vervreemding, hoe 'legitiemer' een roep wordt gepercipieerd om een harde hand die, desnoods op grote schaal, 'onaangepasten' uitwijst.
In een cultuur die kan ademen, kan emancipatie van vrouwen, zelfs van homoseksuelen, van binnenuit groeien en van buitenuit gestimuleerd (maar niet opgelegd) worden. De huidige wetgeving biedt aan een emancipatiebeweging voldoende instrumenten om zich te 'bevrijden'. Het gebruik daarvan in de praktijk zal echter pas volgen indien de noodzaak van hervorming ook binnen de eigen gemeenschap wordt erkend. Dat is een mentaliteitsproces, dat in onze contreien eeuwen in beslag heeft genomen (het is uiteraard bijzonder moeilijk een beginpunt aan te duiden in de emancipatiestrijd van vrouwen). Men kan of mag dan ook niet verwachten dat anderen dit proces op enkele decennia zullen voltooien. Maar het is onze morele plicht om het te stimuleren. Dat geldt eveneens voor andere heikele kwesties zoals rituele slachtingen, de praktische problemen die ontstaan door de ramadan en de plicht om vijf maal daags te bidden: hiervoor moet men terugvallen op de dialoog waarin, zonder machtsgebruik, gezocht wordt naar mogelijke alternatieven. Ook hier weer geldt dat de dialoog pas iets kan opleveren indien men met redelijke argumenten, met wederzijdse goodwill en niet met de botte bijl, de arena betreedt. In een democratie althans.
Tot slot:
Het moge duidelijk zijn dat dit pleidooi links noch rechts is. Niet links, omdat het terugvalt op een tamelijk conservatief idee van cultuur; niet rechts, omdat men in die kringen van oordeel is dat cultuur en natie behoren samen te vallen (in sommige gevallen heb ik zelfs de indruk dat politieke kleur en natie moeten samenvallen, gelet op de politieke kenmerken die aan 'Vlamingen' worden toegekend). De ergernis van UA-professor Fernand Tanghe in zijn boek 'Links is soms rechts' gaat dan ook aan mijn begrip voorbij. Links en rechts zijn achterhaalde en vooral simplistische termen die een nuchtere kijk op de zaken ten langen leste in de weg staan. De uitdaging van de toekomst ligt niet in deze discours, maar in het zoeken naar antwoorden op vragen als: Hoe bevorder je multiculturalisme? Islamitisch onderwijs is een eerste stap, maar hebben we ook nodig aan meer concentratie en minder spreiding van minderheden? (Terzijde merk ik op dat ook voormalig burgemeester Bob Cools huivert van het 'mixen' van groepen) Anders dan de joodse gemeenschap, is de Marokkaanse sociaal-economisch eenzijdig samengesteld; hoe kunnen we daar op korte tijd verandering in brengen? Liever dan met een zoveelste rondje links/rechts-boksen, zouden we ons mijns inziens beter buigen over déze kwesties, in een sfeer van goodwill in plaats van polarisatie.
Laatst gewijzigd door Den Duisteren Duikboot : 13 september 2006 om 10:23.
|