Bruno Verlaeckt over Agfa Gevaert
“Er worden overuren geklopt om te kunnen volgen”
Bij Agfa Gevaert in Antwerpen staan 945 banen op de tocht. Er wordt gezegd dat een herstructurering nodig is omdat de klassieke filmproductie stilaan plaats maakt voor de digitale fotografie. Maar zo eenvoudig liggen de zaken niet. We vroegen tekst en uitleg aan Bruno Verlaeckt, gewestelijk secretaris van de Algemene Centrale in Antwerpen. Hij houdt zich bezig met het dossier.
Bruno Verlaeckt: Agfa Gevaert wil wereldwijd vanaf 2008 jaarlijks 225 miljoen euro besparen. Daarmee wil het bedrijf investeren in de digitale technologie voor de grafische en de medische sector en ook voor de filmindustrie. Er is dus kapitaal nodig om te investeren in onderzoek en ontwikkeling en ook om andere bedrijven uit de sector over te kopen. Dat kapitaal wordt weggehaald bij de klassieke filmproductie en dat kan alleen door arbeidsplaatsen te schrappen. Het zijn dus de werknemers die moeten betalen voor dit plan. Van de aandeelhouders wordt geen inspanning gevraagd, zij zullen geen dividenden missen. Want financieel doet Agfa Gevaert het zeer goed.
Maar de klassieke filmproductie heeft toch geen toekomst meer ?
Bruno Verlaeckt: Agfa Gevaert gelooft niet meer in de analoge film. Maar niemand kan zeggen hoe lang die nog zal bestaan. De omschakeling van analoog naar digitaal gebeurt veel trager dan verwacht. Bij Agfa Gevaert staat het orderboekje in de analoge productie boordevol. Er worden vandaag overuren geklopt om te kunnen volgen. Dat komt omdat andere bedrijven ermee gestopt zijn waardoor er nieuwe opdrachten naar Agfa Gevaert toestromen. Meer dan werk genoeg dus. En nu zou dat moeten gebeuren met één vierde minder personeel. Dat houdt geen steek.
Het was wel even schrikken toen bekend werd dat er 945 banen moesten sneuvelen.
Bruno Verlaeckt: Het aantal was niet zozeer een verrassing. We schrokken vooral toen we vernamen dat er zeer veel mensen moesten verdwijnen die rechtstreeks in de productie staan. Want nogmaals, daar is momenteel nog werk met hopen. Ondanks alle argumenten die we daarover op tafel leggen blijft de directie bij haar idee. Toen we vroegen hoe de productie ging verzekerd blijven met één vierde minder mensen klonk het antwoord dat er jobstudenten en uitzendkrachten konden aangetrokken worden. Dat heeft natuurlijk kwaad bloed gezet.
Er werd gereageerd met stiptheidsacties. Waarom geen staking ?
Bruno Verlaeckt: Hou er rekening mee dat er 57 verschillende besnoeiingsplannen zijn. Die moeten allemaal onderzocht worden want we zitten in de informatie- en consultatieronde van de wet Renault. De hele zaak gaat maanden in beslag nemen. Zolang hou je een staking niet vol. We moeten onze krachten doseren. Toen de werknemers hoorden over de uitbesteding van taken en het gebruiken van uitzendkrachten kon een reactie niet uitblijven. Maar we houden het bij punctuele acties om de druk op de ketel te kunnen houden.
Welk doel streven de vakbonden nu na ?
Bruno Verlaeckt: Voor ons zijn er verschillende prioriteiten. Wij blijven ervan overtuigd dat 1 op 4 banen in de productie schrappen niet haalbaar is. Het aantal werknemers moet daar op peil blijven. Flexibiliteit organiseren door banen te schrappen en uitzendkrachten in te zetten, dat kan niet. Schommelingen in de productie kunnen zeer goed opgevangen worden met het bestaande systeem van tijdelijke werkloosheid. Wij gaan ons ook verzetten tegen het uitbesteden van activiteiten. En we bekijken welke chemische bedrijven in de regio mensen kunnen overnemen. Met brugpensioenen willen we voorzichtig omspringen omdat het aantal werkkrachten op peil moet blijven. Want nog eens, er zijn vandaag handen tekort bij Agfa Gevaert.
Bron: De Nieuwe Werker, twee-wekelijks magazine ABVV, nr. 14, 08/09/2006
|