Steeds meer leerlingen spijbelen
Verband tussen spijbelen en kansarmoede
Van onze redactrice
BRUSSEL -- In Vlaanderen waren vorig schooljaar 3.686 leerlingen meer dan dertig halve dagen onwettig afwezig. Dat blijkt uit de jongste cijfers van het ministerie van Onderwijs. Dat is aanzienlijk meer dan het jaar daarvoor, ondanks de inspanningen om de spijbelaars op het rechte pad te brengen.
De zon schijnt, ik heb gisteren mijn verjaardag gevierd en ik heb een hekel aan die van Engels en dus ga ik deze voormiddag niet naar school.'' Het is maar één getuigenis van een spijbelende leerling.
Elf tot veertien procent van de leerlingen in het secundair onderwijs spijbelt wel eens. Het mag niet, maar het is geen drama. Maar voor sommige jongeren is niet naar school gaan een gewoonte geworden.
Als leerlingen van het algemeen secundair onderwijs meer dan dertig halve dagen onwettig afwezig zijn -- voor het deeltijds beroepssecundair onderwijs twintig halve dagen -- moet de school dit melden aan het ministerie van Onderwijs.
De helft van de secundaire scholen registreerde vorig schooljaar een of meer leerlingen met problematische afwezigheden. Samen ging het om 3.686 leerlingen, 0,83 procent van de schoolpopulatie. Dat is 16 procent meer dan vorig jaar. De stijging deed zich voor in alle onderwijsvormen.
De meeste spijbelaars zijn tussen de 17 en 18 jaar. Bijna twee derde van de 3.686 spijbelaars zit in het gewoon voltijds secundair onderwijs.
Van die groep zit de helft in het beroepsonderwijs, 15 procent in het technisch onderwijs, een kwart in de eerste graad van het secundair onderwijs, 4 procent in het algemeen secundair en 2 procent in het kunstonderwijs.
Toch maakt het aantal problematische spijbelaars in het voltijds secundair onderwijs maar een half procent uit van de gehele schoolbevolking.
Het spijbelgedrag is veel problematischer in het deeltijds secundair onderwijs. Meer dan 17 procent van de leerlingen daar spijbelt vaak. In het buitengewoon secundair onderwijs is dat iets meer dan 3 procent.
Uit het rapport over het schooljaar 2001-2002 blijkt nog dat spijbelen en kansarmoede vaak samenhangen.
64 procent van de hardnekkige spijbelaars in Groot-Antwerpen woont in kansarme buurten. In Gent is dat zelfs 76 procent. Robert Accou van de Gentse unit Jeugd en Gezin verbaast het niet: ,,Als ik spijbelaars naar huis breng en zie in welke omstandigheden ze leven, verbaas ik me er soms over dat ze niet meer doen dan niet naar school gaan.''
De Standaard
----------------------------------------
Waarom krijg ik nu het gevoel dat het dezelfde spijbelende "leerlingen" zijn die me een onveiligheids"gevoel" geven?
Of zouden dat nu nét de toekomstige gediscrimineerde allochtonen kunnen zijn, die door de racistische werkgevers niet aangenomen worden ?
Terwijl die mensen gewoon nooit de KANS hebben gekregen om naar school te gaan.
De KANSarmen dus!
,,Als ik spijbelaars naar huis breng en zie in welke omstandigheden ze leven, verbaas ik me er soms over dat ze niet meer doen dan niet naar school gaan.''
Ik zou denken dat ze het dan op school veel aangenamer zouden kunnen vinden dan thuis?
Maar anderzijds kan ik me er wel op verheugen dat het de nieuwe trend wordt om niet meer over "allochtonen" te praten, maar wel over "kansarmen".
Dan kunnen misschien de witte kansarmen OOK eens gratis rijlessen krijgen via de VDAB!